zaaknummer / rolnummer: 156004 / KG ZA 09-178
Vonnis in kort geding van 29 april 2009
de gesellschaft mit beschränkter haftung
DOMOVITAL VERTRIEBS GMBH,
gevestigd te Rosendahl/Darfeld, Duitsland,
eiseres,
advocaat mr. R.J. Leijssen te Enschede,
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
IDFIXED B.V.,
gevestigd te Deelen, gemeente Ede,
2. [Gedaagde 2]
wonende te Deelen, gemeente Ede,
gedaagde,
advocaat mr. P.M. Gunning te Velp.
Partijen zullen hierna Domovital, Idfixed en [gedaagde 2] genoemd worden.
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van Domovital
- de wijziging van eis
- de pleitnota van Idfixed en [gedaagde 2].
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2.1. [gedaagde 2] heeft in 1995 een babybadje genaamd de Tummy Tub ontwikkeld. [gedaagde 2] heeft de exclusieve rechten om de Tummy Tub te produceren en te verkopen, overgedragen aan Idfixed. [gedaagde 2] is statutair directeur van Idfixed.
2.2. [A] en Idfixed zijn de enige aandeelhouders van Domovital. [A] is bestuurder van Domovital en op 28 januari 1999 is [gedaagde 2] tevens aangesteld als bestuurder van Domovital.
2.3. Idfixed heeft op 1 januari 1997 een exclusieve licentieovereenkomst gesloten met Domovital. Deze licentieovereenkomst hield in dat Domovital gerechtigd was de door Idfixed geproduceerde en van Idfixed afgenomen producten te voorzien van het handelsmerk Tummy Tub en de aldus gemerkte producten in de handel te brengen met gebruikmaking van het handelsmerk Tummy Tub en hiervoor reclame te maken. Idfixed verplichtte zich op te treden tegen derden die inbreuk maakten op voornoemd merk. De licentie gold wereldwijd, met uitzondering van de Benelux-landen. Domovital was op grond van deze overeenkomst aan Idfixed geen licentievergoeding(en) verschuldigd.
2.4. Op 28 januari 1999 is de licentieovereenkomst tussen Domovital en Idfixed schriftelijk gewijzigd. Op grond van de gewijzigde overeenkomst geldt de exclusieve licentie wereldwijd en is Domovital niet alleen gerechtigd tot verkoop van de Tummy Tub, maar ook tot de productie daarvan. Voorts is Domovital per 28 januari 1999 verplicht aan Idfixed een licentievergoeding te betalen per verkochte Tummy Tub.
2.5. In de overeenkomst van 28 januari 1999 is voorts bepaald dat op het moment dat Domovital EUR 1.000.000,- netto heeft betaald aan licentievergoedingen het merkrecht en de overige industriële eigendomsrechten op de Tummy Tub zullen overgaan op Domovital. Daartoe zou de totale licentievergoeding van EUR 1.000.000,- moeten worden bereikt per 31 december 2006. Bij overeenkomst van 13 januari 2005 hebben Domovital en Idfixed de termijn waarbinnen de bovengrens van de licentievergoeding moet worden bereikt, verlengd tot 31 december 2010.
2.6. In paragraaf 6 sub 1b van de overeenkomst van 28 januari 1999 is voorts bepaald dat het merkrecht en de overige industriële eigendomsrechten op de Tummy Tub zal overgaan op Domovital in geval van betaling van het bedrag dat ten opzichte van de bovengrens van de licentievergoedingen nog ontbreekt.
2.7. In de (gewijzigde) licentieovereenkomst is een vaste looptijd overeengekomen tot en met 31 december 2019. De licentieovereenkomst eindigt eerder indien Domovital de eigenaar van de rechten mocht worden waarop de licentieovereenkomst betrekking heeft.
2.8. In paragraaf 5 sub 6 van de overeenkomst van 28 januari 1999 wordt aan beide partijen het recht tot opzegging met onmiddellijke ingang om een gewichtige reden toegekend. Voorts wordt een recht tot opzegging met inachtneming van een opzegtermijn van zes maanden toegekend, voor zover de door Domovital aan Idfixed betaalde licentievergoedingen op 31 december 2006 (bij overeenkomst van 31 januari 2005 verlengd tot 31 december 2010) de bovengrens van de licentievergoedingen van EUR 1.000.000,- nog niet hebben bereikt. In geval van tijdige opzegging door Idfixed heeft Domovital het recht de opzegging af te wenden door middel van betaling aan Idfixed van het bedrag dat ten opzichte van de bovengrens van de licentievergoeding nog ontbreekt.
2.9. Domovital heeft per 31 december 2008 77% van de bovengrens van de licentievergoeding betaald.
2.10. Domovital heeft aan [gedaagde 2] twee leningen verstrekt van elk EUR 25.000,- (totaal EUR 50.000,-). Bij (Duitse) notariële akte van 15 augustus 2007 zijn Domovital en [gedaagde 2] overeengekomen dat [gedaagde 2] de lening uiterlijk op 31 december 2008 zal terugbetalen en dat [gedaagde 2] als alleenvertegenwoordigingbevoegde directeur van Idfixed de aandelen die Idfixed in Domovital heeft als zekerheid geeft voor de terugbetaling van de lening door [gedaagde 2].
2.11. Per brief van 2 januari 2009 aan Idfixed heeft Domovital aanspraak gemaakt op terugbetaling van de lening ad EUR 50.000,-, bij gebreke waarvan Domovital heeft aangezegd per 31 januari 2009 tot intrekking van de aandelen van Idfixed in Domovital over te gaan.
2.12. Per brief van 21 januari 2009 aan Domovital heeft Idfixed een beroep op verrekening gedaan omdat volgens Idfixed tegenover de schuld van EUR 50.000,- door Domovital onbetaald gelaten facturen staan van Idfixed aan Domovital met een totaalbedrag van EUR 52.000,- wegens marketingkosten, kosten van bescherming van intellectuele eigendomsrechten, aanpassing van de huisstijl en beursactiviteiten in Amerika en Duitsland.
2.13. Idfixed heeft in voornoemde brief van 21 januari 2009 voorts de opzegging van de licentieovereenkomst aangekondigd, indien Domovital tot intrekking van de aandelen van Idfixed zou overgaan met de mededeling dat Domovital in dat geval nog slechts gerechtigd is alle contractproducten waarover Domovital beschikt binnen een periode van zes maanden onder de overeengekomen voorwaarden te verkopen.
2.14. Per brief van 20 februari 2009 aan Domovital heeft Idfixed de licentieovereenkomst gedeeltelijk opgezegd op grond van gewichtige redenen als bedoeld in paragraaf 5 sub 6 van de overeenkomst, onder gelijktijdige toezegging van voortzetting/ instandhouding van een verkooplicentie voor de landen Duitsland, Zwitserland en Oostenrijk. Idfixed heeft zich daarbij bereid verklaard afstand te doen van al haar rechten op c.q. binnen Domovital.
2.15. Op 20 februari 2009 heeft een aandeelhoudersvergadering van Domovital plaatsgevonden. In die vergadering is besloten de aandelen van Idfixed in Domovital in te trekken en is [gedaagde 2] als bestuurder van Domovital ontslag aangezegd. Idfixed noch [gedaagde 2] is voor de aandeelhoudersvergadering uitgenodigd. De beslissingen zijn hen op 2 maart 2009 meegedeeld.
2.16. Per brief van 7 maart 2009 aan Domovital heeft Idfixed de licentieovereenkomst met onmiddellijke ingang opgezegd op grond van gewichtige redenen als bedoeld in paragraaf 5 sub 6 van de overeenkomst. De gewichtige reden is gelegen in een zodanige impasse in de verhouding tussen [A] en [gedaagde 2], nader uiteengezet in de brief, en uitschakeling van zowel Idfixed als [gedaagde 2] dat volgens Idfixed voortzetting van de licentieovereenkomst niet gevergd kan worden. De onmiddellijke opzegging geldt vooralsnog niet voor Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland.
2.17. Per brief van 23 maart 2009 heeft Domovital aan Idfixed meegedeeld dat de opzegging van de licentieovereenkomst nietig is en niet wordt geaccepteerd.
2.18. Per brief van 20 maart 2009 heeft Idfixed aan diverse afnemers van Domovital bericht dat de wereldwijde licentieovereenkomst onder Nederlands recht met Domovital per 17 maart 2009 is beëindigd en dat Domovital niet langer gerechtigd is om het product/merk Tummy Tub te verkopen, met uitzondering van de verkoop in Duitsland, Zwitserland en Oostenrijk.
3.1. Domovital vordert, na vermeerdering van eis:
I. gedaagden te gebieden geen brieven meer aan afnemers of andere derden te versturen,
inhoudende dat de licentieovereenkomst tussen Idfixed dan wel [gedaagde 2] enerzijds
en Domovital anderzijds met betrekking tot het merk Tummy Tub en de daarop
betrekking hebbende producten (gedeeltelijk) is geëindigd, zulks op straffe van een
dwangsom van € 25.000,00, voor elke gehele of gedeeltelijke overtreding van dit
gebod,
II. gedaagden te verplichten binnen 5 dagen na betekening van dit vonnis een lijst te verschaffen aan Domovital van alle derden / afnemers aan wie zij een brief geschreven hebben, met als inhoud dat de licentieovereenkomst tussen Idfixed en Domovital is geëindigd, althans met de inhoud dat Domovitel niet meer gerechtigd is Tummy Tub artikelen te verhandelen dan wel het merk Tummy Tub te voeren, zulks op straffe van een dwangsom van € 5.000,00 voor elke dag dat gedaagde na verloop van 5 dagen na betekening van het vonnis nalaat een dergelijke lijst te sturen en een dwangsom van
€ 5.000,00 voor elk adres, waaraan Idfixed/[gedaagde 2] wel een brief heeft geschreven, maar welke naam niet vermeld wordt op de lijst,
III. gedaagden, althans Idfixed te gebieden om binnen 7 dagen na betekening van dit vonnis een brief te schrijven naar alle bovengenoemde afnemers / derden, inhoudende dat de licentieovereenkomst tussen Domovital en Idfixed niet is geëindigd, maar in ieder geval voortduurt tot 31 december 2010, zulks op straffe van een dwangsom van € 25,000,00 voor elke geheel of gedeeltelijke overtreding van dit gebod,
IV. gedaagde Idfixed te gebieden eiseres fotokopieën te sturen van alle terzake te
verzenden brieven aan affiemers/klanten op straffe van een dwangsom van € 25.000,00
voor elke geheel of gedeeltelijke overtreding of verzuim aan vorengestelde gebod
te voldoen,
V. gedaagden hoofdelijk te verbieden het merk Tummy Tub te voeren althans Tummy Tub
producten op de markt te brengen zulks op straffe van een dwangsom van € 50.000,00
voor elke geheel of gedeeltelijke overtreding van dit gebod,
VI. gedaagden te gebieden, althans Idfixed te gebieden, op te treden tegen elke inbreuk op het merk Tummy Tub, waaronder in het verkeer brengen van het merk of product van Tummy Tub door anderen dan Domovital, zulks op straffe van € 25.000,00 voor elke keer dat gedaagden dit nalten,
VII. gedaagden te verbieden om aan derden licentie of toestemming te verlenen producten onder de naam Tummy Tub op de markt te brengen, zulks op straffe van € 90.000,00 voor elke gehele of gedeeltelijke overtreding van dit verbod,
VI. gedaagden te veroordelen in de kosten van dit geding.
3.2. Idfixed en [gedaagde 2] voeren verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4.1. Idfixed heeft aan haar opzegging van de licentieovereenkomst met onmiddellijke ingang ten grondslag gelegd dat sprake is van een gewichtige reden wegens – kort gezegd – het ontslag van [gedaagde 2] als bestuurder van Domovital en het innemen van de aandelen van Idfixed in Domovital.
4.2. Domovital heeft aan haar vorderingen in dit kort geding ten grondslag gelegd dat geen gewichtige redenen bestaan voor opzegging van de licentieovereenkomst. De licentieovereenkomst loopt volgens Domovital door tot 2019, of tot uiterlijk 31 december 2010 indien zij uiterlijk op die datum de bovengrens van de licentievergoedingen ad
EUR 1.000.000,- aan Idfixed heeft voldaan en daarmee alle industriële eigendomsrechten op de Tummy Tub heeft verkregen. Voorts heeft zij gesteld dat de beëindiging van de licentieovereenkomst plaatsvindt tussen Domovital en Idfixed. Het feit dat [gedaagde 2] is ontslagen als bestuurder van Domovital staat daar buiten en behoort, indien dit ontslag onrechtmatig is, te worden aangevochten bij de Duitse rechter. Daarnaast heeft Domovital zich op het standpunt gesteld dat het ontslag van [gedaagde 2] als bestuurder van Domovital het gevolg is van het feit dat [gedaagde 2] en Idfixed in strijd met hetgeen in de licentieovereenkomst is neergelegd een concurrerend bedrijf zijn begonnen, waarbij in strijd met de licentieovereenkomst het merk en het product Tummy Tub op de markt zijn gebracht. Voorts heeft [gedaagde 2] volgens Domovital excessieve kosten aan Domovital gedeclareerd, welke kosten nauw verband hielden met deze merk- en licentieinbreuk van [gedaagde 2] en Idfixed.
De intrekking van de aandelen van Idfixed in Domovital is het gevolg van het feit dat [gedaagde 2] de overeengekomen lening van EUR 50.000,- niet heeft terugbetaald. Deze intrekking is volgens Domovital tevens gebaseerd op de oprichtingsakte van Domovital, waarin is bepaald dat de aandelen van een vennoot kunnen worden ingenomen, indien deze opzettelijk of met grote nalatigheid zijn verplichtingen niet nakomt. Idfixed kan daartegen in Duitsland rechtsmiddelen aanwenden. Dat het aandeelhouderschap van Domovital is gewijzigd kan volgens haar geen reden zijn tot beëindiging van de licentieovereenkomst. De toetssteen waaraan Domovital dient te voldoen is het bereiken van het bedrag van EUR 1.000.000,- aan licentievergoedingen op 31 december 2010 en verder niets. Nu het gaat om een licentieovereenkomst tussen rechtspersonen, heeft de omstandigheid wie aandeelhouder daarvan is niets te maken met de rechtsverhouding tussen deze twee partijen, aldus Domovital.
Tot slot heeft Domovital gesteld dat opzegging van de licentieovereenkomst naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is, nu sprake is van een duurovereenkomst die al jarenlang loopt, temeer omdat Domovital bijna 80% van de bovengrens van de licentievergoedingen heeft betaald en bij 100% betaling de rechten op de Tummy Tub op haar zullen overgaan.
4.3. De voorzieningenrechter stelt voorop dat in dit kort geding niet de beslissingen van Domovital tot ontslag van [gedaagde 2] als bestuurder van Domovital en tot het innemen van de aandelen van Idfixed in Domovital ter beoordeling voorliggen, ondanks dat Domovital uitgebreid de rechtmatigheid van die beslissingen heeft bepleit en Idfixed die rechtmatigheid op haar beurt gemotiveerd heeft betwist en de nietigheid van de besluiten heeft ingeroepen. Tussen partijen is niet in geschil dat op de rechtsverhouding binnen Domovital en op voornoemde beslissingen van de aandeelhoudersvergadering van Domovital Duits recht van toepassing is en zij eventuele vorderingen in dat verband aan de Duitse rechter zullen moeten voorleggen. De voorzieningenrechter heeft thans te beoordelen, gegeven voornoemde beslissingen tot ontslag van [gedaagde 2] als bestuurder van Domovital en het innemen van de aandelen van Idfixed in Domovital, of Idfixed naar voorlopig oordeel op goede gronden de licentieovereenkomst met Domovital met onmiddellijke ingang (gedeeltelijk) heeft opgezegd, nu Domovital aan haar vorderingen ten grondslag heeft gelegd dat de opzegging door Idfixed nietig is. Tussen partijen is niet in geschil dat op de licentieovereenkomst Nederlands recht van toepassing is.
4.4. Domovital heeft met zoveel woorden betoogd dat het feit dat [gedaagde 2] als bestuurder van Domovital is ontslagen en de aandelen van Idfixed in Domovital zijn ingetrokken, buiten de rechtsverhouding tussen Domovital en Idfixed op grond van de licentieovereenkomst staat en daarom geen grond kan zijn tot opzegging van die overeenkomst. Daartegenover heeft Idfixed betoogd dat de rechtsverhouding tussen Domovital en Idfixed en tussen [A] en [gedaagde 2] binnen Domovital niet los gezien kan worden van de licentieovereenkomst tussen Domovital en Idfixed. Idfixed heeft toegelicht, en door Domovital is niet bestreden, dat middels de licentieovereenkomst en de Duitse vennootschap Domovital, die toebehoorde aan [A] en [gedaagde 2] (via Idfixed) gezamenlijk, partijen hebben gekozen voor een constructie tot samenwerking die erop neerkomt dat de intellectuele eigendomsrechten op de Tummy Tub, die oorspronkelijk alle aan [gedaagde 2] (via Idfixed) toebehoorden, langzaam maar zeker zouden worden gedeeld met [A]. Omdat Idfixed naast [A] voor 50% aandeelhouder was van Domovital, verleende Idfixed middels de licentieovereenkomst daarom feitelijk voor de helft een licentie aan zichzelf. Daarbij is van belang dat sprake is van een exclusieve licentie en beide partijen voor de financiële resultaten dus geheel afhankelijk zijn van de gezamenlijke inspanningen die binnen Domovital (kunnen) worden verricht. De werkverdeling binnen Domovital kwam erop neer dat [A] zich concentreerde op de Duitstalige markt (Duitsland, Zwitserland en Oostenrijk) en [gedaagde 2] op de (overige) internationale markt. Het beoogde einddoel van deze constructie is, blijkens de licentieovereenkomst, dat [A] en [gedaagde 2] (via Idfixed) middels Domovital gezamenlijk rechthebbende zouden worden van de rechten op de Tummy Tub indien uiterlijk op 31 december 2010
EUR 1.000.000,- aan licentievergoedingen zou zijn betaald. Een soepel lopende werkverhouding van [A] en [gedaagde 2] was dus van wezenlijk belang in de juridische structuur waarvoor partijen gekozen hebben. [A] en [gedaagde 2] hebben zich van elkaar afhankelijk gemaakt.
4.5. De voorzieningenrechter is van oordeel dat uit de door partijen opgezette constructie, waarbij [gedaagde 2] (via Idfixed) de exclusieve licentierechten op de Tummy Tub heeft verleend aan Domovital en [A] en [gedaagde 2] aldus via Domovital gelijkelijk deelden in de licentierechten, en bij goede resultaten op termijn gezamenlijk de intellectuele eigendomsrechten zouden gaan bezitten, voortvloeit dat, anders dan Domovital heeft betoogd, de rechtsverhouding tussen Idfixed en Domovital op grond van de licentieovereenkomst onlosmakelijk is verbonden met de rechtsverhouding tussen partijen binnen Domovital. Het ontslag van [gedaagde 2] als bestuurder van Domovital en het intrekken van de aandelen van Idfixed in Domovital heeft derhalve onmiddellijk ook gevolgen voor de rechtsverhouding tussen Domovital en Idfixed die voortvloeit uit de licentieovereenkomst. Nu als gevolg van de besluiten van de aandeelhoudersvergadering van Domovital [A] als enig bestuurder en aandeelhouder van Domovital overblijft, is geen sprake meer van de door partijen beoogde constructie waarin [gedaagde 2] zijn rechten op de Tummy Tub zou gaan delen met [A]. [gedaagde 2] zou daarmee al zijn rechten op de Tummy Tub – die hem oorspronkelijk geheel toebehoorden – verliezen. Naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter heeft daarom in voornoemde omstandigheden voor Idfixed voldoende grond gelegen om de licentieovereenkomst om een gewichtige reden per onmiddellijke ingang (gedeeltelijk) te beëindigen.
4.6. Het standpunt van Domovital dat de enige toetsteen waaraan zij in het kader van de licentieovereenkomst dient te voldoen, is het bereiken van de bovengrens van
EUR 1.000.000,- aan licentievergoedingen per 31 december 2010, kan niet worden gevolgd, reeds omdat het daarmee beoogde doel – de gezamenlijke intellectuele eigendomsrechten op de Tummy Tub voor [A] en [gedaagde 2] binnen Domovital – thans door het ontslag van [gedaagde 2] en het intrekken van de aandelen Idfixed niet meer kan worden gerealiseerd.
Ook voor zover in rechte vast zou (komen te) staan dat het ontslag van [gedaagde 2] en het intrekken van de aandelen van Idfixed rechtmatig zijn, doet dat aan het vorenoverwogene niet af. [gedaagde 2] (via Idfixed) kan immers in redelijkheid niet worden gehouden aan (volledige) voortzetting van de exclusieve licentieovereenkomst met Domovital, zolang hij zelf in Domovital geen aandeel en zeggenschap meer heeft. Voortzetting van de licentieovereenkomst voor de Duitstalige markt strookt in zoverre nog wel met de door partijen voorgestane verdeling van rechten, nu [A] binnen Domovital zich reeds volledig richtte op die markt en [gedaagde 2] in hoofdzaak op de (overige) internationale markt.
4.7. De omstandigheid dat Domovital reeds 77% van de bovengrens van de licentievergoedingen heeft betaald, zodat zij volgens haar een redelijk vooruitzicht zou hebben op het verkrijgen van de volledige intellectuele eigendomsrechten op de Tummy Tub, maakt de opzegging van de licentieovereenkomst door Idfixed evenmin naar redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar, zoals door Domovital betoogd. De bedoeling van partijen bij de licentieovereenkomst was immers dat [A] en [gedaagde 2] via Domovital na het bereiken van de bovengrens van de licentievergoedingen gezamenlijk de intellectuele eigendomsrechten op de Tummy Tub zouden verkijgen. Dat doel zal door het ontslag van [gedaagde 2] en de intrekking van de aandelen van Idfixed niet meer kunnen worden bereikt.
4.8. Gelet op het voorgaande bestaat naar voorlopig oordeel geen grond voor de door Domovital bepleitte conclusie dat Idfixed de licentieovereenkomst ten onrechte (gedeeltelijk) heeft beëindigd. Er is daarom geen grond voor toewijzing van de door Domovital gevraagde voorzieningen, zodat de voorzieningenrechter deze zal weigeren.
4.9. Domovital zal als de in het ongelijk te stellen partij in de proceskosten worden veroordeeld. Idfixed en [gedaagde 2] hebben vergoeding van de werkelijk gemaakte kosten gevorderd op grond van artikel 1019h Rv. Idfixed en [gedaagde 2] hebben daartoe een gespecificeerde specificatie in het geding gebracht van door hun advocaten verrichte werkzaamheden ten bedrage van in totaal EUR 15.524,15 (incl. BTW). Domovital heeft tegen die kostenspecificatie geen verweer gevoerd. Domovital zal daarom in die kosten worden verooordeeld, behoudens de in het navolgende te bespreken kosten die de voorzieningenrechter niet redelijk voorkomen.
4.10. De voorzieningenrechter zal op de kostenbegroting een bedrag van EUR 74,38 (incl. BTW) in mindering brengen, wegens opgevoerde kosten van een telefonische bespreking met mr. Baer onder vermelding van ‘rechtmatigheid naar Duits recht’. In dit kort geding ligt immers niet de beoordeling voor van de rechtmatigheid (naar Duits recht) van het ontslag van [gedaagde 2] als bestuurder van Domovital en het intrekken van de aandelen van Idfixed in Domovital, en is de toepasselijkheid van Duits recht ook anderszins niet relevant voor de beslissing in dit kort geding.
Voorts zal de voorzieningenrechter op de kostenbegroting een bedrag van EUR 892,50 (incl. BTW) in mindering brengen wegens opgevoerde kosten van de (voorbereiding van de) zitting van mr. Snelders-van de Kamp. Hoewel mr. Snelders-van de Kamp ter zitting in de zaal aanwezig was, is zij niet als advocaat ter zitting opgetreden. Nu de kosten van de (voorbereiding van de) zitting van mr. Gunning, die voor Idfixed en [gedaagde 2] ter zitting als advocaat is opgetreden, reeds in de kostenbegroting zijn opgenomen, komt het niet redelijk voor Domovital tevens in de kosten voor de (niet strikt noodzakelijke) aanwezigheid van mr. Snelders-van de Kamp ter zitting te veroordelen.
4.11. Idfixed en [gedaagde 2] hebben voorts een declaratie in het geding gebracht ten bedrage van EUR 10.824,25 van H. Richter en R. Baer, Duitse advocaten te Düsseldorf, Duitsland, die Idfixed en [gedaagde 2] hebben geadviseerd over de kwestie van het ontslag van [gedaagde 2] en het intrekken van de aandelen van Idfixed naar Duitse recht. Daarnaast hebben Idfixed en [gedaagde 2] verzocht om vergoeding van de kosten ad EUR 892,50 van een door hen in het geding gebrachte vertaling van een door voornoemde advocaten opgestelde analyse naar Duits recht over voornoemde kwestie. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter kunnen deze kosten niet worden gerekend tot de proceskosten van onderhavige zaak. Zoals in het voorgaande overwogen ligt in dit kort geding immers niet de beoordeling van de rechtmatigheid van het ontslag van [gedaagde 2] als bestuurder van Domovital en het intrekken van de aandelen van Idfixed in Domovital ter beoordeling voor, en is die beoordeling ook anderszins niet relevant voor de beslissing in dit kort geding. Domovital zal derhalve niet in de kosten in verband met de werkzaamheden van de Duitse advocaten worden veroordeeld.
4.12. Gelet op het voorgaande zullen de kosten aan de zijde van Idfixed en [gedaagde 2] worden begroot op:
- vast recht EUR 262,00
- salaris advocaat 14.557,27
Totaal EUR 14.819,27
5. De beslissing
De voorzieningenrechter
5.1. weigert de gevraagde voorzieningen,
5.2. veroordeelt Domovital in de proceskosten, aan de zijde van Idfixed en [gedaagde 2] tot op heden begroot op EUR 14.819,27,
5.3. verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.P.J. Ruijpers en in het openbaar uitgesproken op 29 april 2009.?