Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend, dan wel niet of onvoldoende betwist en/of op grond van de onweersproken inhoud van de producties, staat tussen partijen het volgende vast:
a. Bij brief van 5 juli 2007 heeft het College van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (hierna: OPTA) een definitief WRL-voorstel aan Pretium Telecom gezonden en haar -onder meer- het volgende geschreven:
"(...)
Bij mail van 25 juni 2007 heeft OPTA aan WLR partijen en KPN (hierna: partijen) een definitief voorstel gestuurd, dat betrekking heeft op een totaalpakket aan maatregelen die kunnen bijdragen aan een verbetering van het WLR proces. Het definitieve voorstel is onder andere tot stand gekomen naar aanleiding van de inbreng van de betrokken partijen bij de WRL bijeenkomst van 21 juni 2007 en de diverse daaraan voorafgaande bijeenkomsten.
In reactie op het definitieve voorstel hebben alle betrokken partijen aan OPTA laten weten dat zij kunnen instemmen met dit voorstel van OPTA. Bij mail van 29 juni 2007 heeft OPTA partijen hierover geïnformeerd. Zoals per mail reeds aangegeven vertrouwt OPTA erop dat alle partijen de maatregelen, zoals opgenomen in het definitieve voorstel van 25 juni 2007, gaan implementeren.
(...)"
b. Het met die brief van 5 juli 2007 aan Pretium Telecom gezonden definitieve voorstel behelst -onder meer- het volgende:
"c. Verruiming van de in opt-out brief gestelde termijn van 5 naar 7 werkdagen. De 7 werkdagen gaan in vanaf de datum van ontvangst van de brief. Bij de termijnstelling in de brief dient rekening te worden gehouden met de bezorgtijd."
c. Eiser werd op 29 september 2007 telefonisch door Pretium Telecom benaderd voor het sluiten van een overeenkomst voor het leveren van telecommunicatiediensten door Pretium Telecom aan Eiser.
d. Een deel van het telefoongesprek tussen Eiser en Pretium Telecom is vastgelegd in een zogenoemd "voicelog".
e. Na het genoemde telefoongesprek heeft Pretium Telecom aan Eiser een welkomstpakket gezonden.
f. De bij dat welkomstpakket gevoegde begeleidende brief van 1 oktober 2007 bevat onder meer het volgende:
"Gefeliciteerd met uw keuze voor het Pretium Basis abonnement voor uw vaste telefoonaansluiting (...).
Heeft u vragen (...) of wilt u alsnog afzien van gebruik van Pretium Telecom, neem dan binnen zeven werkdagen vanaf dagtekening van deze brief contact op met onze helpdesk (...)
(...)"
g. Op 4 oktober 2007 heeft Eiser aan Pretium Telecom een brief geschreven waarin hij meedeelt dat de overschrijving van KPN naar Pretium Telecom niet doorgaat.
h. Bij brief van 16 oktober 2007 heeft Pretium Telecom onder meer het volgende aan Eiser geschreven:
"(...)
U heeft pas na het verstrijken van de wettelijke bedenktijd verzocht uw aanmelding ongedaan te maken. Dit is dan ook niet meer mogelijk.
(...)"
i. Bij brief van 5 november 2007 heeft Eiser het geschil met Pretium Telecom aan de Geschillencommissie Telecommunicatie (hierna: de Geschillencommissie) voorgelegd.
j. Het Reglement van de Geschillencommissie (hierna: het reglement) bevat onder meer de volgende bepalingen:
"Artikel 13.
1. De commissie stelt de ondernemer schriftelijk in kennis van het in behandeling nemen van het geschil en stelt hem gedurende één maand in de gelegenheid zijn standpunt over het geschil aan de commissie kenbaar te maken. De commissie kan de termijn van één maand bekorten of verlengen.
(...)
Artikel 14.
1. Indien de commissie dit nodig acht of indien één partij of beide partijen hiertoe de wens te kennen geeft of geven, worden beide partijen opgeroepen teneinde mondeling te worden gehoord. De commissie stelt plaats, dag en uur vast en stelt partijen daarvan op de hoogte.
2. De commissie kan partijen op hun verzoek toestaan getuigen of deskundigen mee te nemen en door haar te doen horen. De namen en adressen dienen uiterlijk één week voor de zitting van de commissie aanhaar te zijn opgegeven.
(...)
Artikel 26.
1. Vernietiging van het bindend advies van de commissie kan uitsluitend plaatsvinden voor het ter toetsing voor te leggen aan de gewone rechter binnen twee maanden na de verzending van de uitspraak aan partijen. De rechter zal het bindend advies vernietigen, indien de uitspraak in verband met de inhoud of wijze van totstandkoming in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn. Door niet binnen voornoemde termijn de uitspraak aan de gewone rechter ter toetsing voor te leggen, wordt de uitspraak onaantastbaar.
(...)"
k. Op 27 februari 2008 heeft Pretium Telecom bij de Geschillencommissie een verweerschrift ingediend.
l. Met haar brief van 3 maart 2008 heeft de Geschillencommissie het verweerschrift van Pretium Telecom aan Eiser gezonden en daarbij onder meer het volgende aan Eiser meegedeeld:
"(...)
U kunt op bijgevoegde brief niet meer schriftelijk reageren, omdat hiermee de schriftelijke fase van de procedure is afgerond. Desgewenst krijgt u de gelegenheid om tijdens de mondelinge behandeling van de zaak ter zitting op de reactie van de wederpartij in te gaan.
(...)"
m. Op een website met informatie over een groot aantal geschillencommissies is het volgende -als antwoord op de vraag of na aanmelding van een geschil nog relevante informatie aan het dossier kan worden toegevoegd- het volgende vermeld:
"Ja, u kunt tot een week voor de zitting nog relevante informatie schriftelijk aan uw dossier toevoegen. Bij een aantal commissies is het reeds mogelijk digitaal informatie toe te voegen aan uw digitale dossier. De wederpartij en de geschillencommissie zullen in dat geval kennisnemen van de nieuw ingebrachte stukken. Waar nodig krijgen partijen de gelegenheid hierop te reageren. De commissie bepaalt in hoeverre de informatie kan worden meegenomen in de beoordeling."
n. Op 16 mei 2008 heeft de mondelinge behandeling voor de Geschillencommissie plaatsgevonden.
o. De Geschillencommissie heeft op 16 mei 2008 het door Eiser verlangde afgewezen en haar uitspraak op 3 juli 2008 aan partijen gezonden.
p. In haar uitspraak heeft de Geschillencommissie het volgende overwogen:
"(...)
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Telecommunicatie (...) te laten beslechten.
(...)
Hoewel dit bij gebreke van het volledige telefoongesprek niet voor de volle 100% is vast te stellen, neemt de commissie tot uitgangspunt dat ook het eerste deel van het telefoongesprek volgens het script is uitgevoerd.
Ondanks hetgeen de consument ter onderbouwing van zijn klacht heeft gesteld, heeft de commissie niet voldoende aanwijzingen dat het eerste, niet opgenomen deel van het telefoongesprek met de consument niet volgens het script is gevoerd. Uit het voor dit deel van het telefoongesprek geldende script blijkt dat de naam van de ondernemer reeds in de eerste zin expliciet wordt genoemd, hierna nog tien keer wordt herhaald en dat de naam KPN enkel in vergelijking met de diensten en voorwaarden van de ondernemer wordt genoemd. Bovendien heeft de consument de expliciete vragen in het opgenomen (tweede) gedeelte van het telefoongesprek of hij -kort gezegd- een overeenkomst met de ondernemer wilde afsluiten en of hij instemde met automatische incasso van de abonnements- en gesprekskosten onvoorwaardelijk met "ja" beantwoord.
Onder deze omstandigheden heeft de ondernemer door overlegging van de voicelog voldaan aan haar bewijsplicht. Met name vereist de wet het niet noodzakelijkerwijs om in het opgenomen deel van het telefoongesprek de duur van de bedenktijd te noemen.
De commissie is van oordeel dat tussen partijen een geldige overeenkomst is gesloten. De consument heeft nog gesteld dat hij doof en op leeftijd is. Uit de afgeluisterde voicelog blijkt niet dat de doofheid van de consument aan de communicatie tussen partijen in de weg heeft gestaan. De enkele omstandigheid dat de consument op leeftijd is, doet (vanzelfsprekend) niet af aan zijn bevoegdheid en mogelijkheden om zich zelfstandig in het (rechts)verkeer te bewegen. De consument heeft overigens ook zelf geen rechtsgevolgen aan zijn leeftijd en gehoorstoornis verbonden.
De ondernemer heeft, voor het geval het telefoongesprek nog tot misverstanden zou hebben geleid, de consument kort na het telefoongesprek een welkomstbrief toegestuurd, waarin melding wordt gemaakt van de mogelijkheid om binnen zeven werkdagen vanaf dagtekening van deze brief af te zien van het abonnement.
Deze bedenktijd bedraagt, anders dan de consument betoogt, zeven werkdagen vanaf het sluiten van de overeenkomst (7:46i lid 6 BW). De overeenkomst is gesloten op de dag van het telefoongesprek. Ter zitting is een annuleringsbrief getoond, die is gedagtekend op 4 oktober 2007, maar waarop een ontvangststempel staat van
15 oktober 2007. Nu de consument zich op tijdige annulering beroept, is het, gelet op het verweer van de ondernemer, aan de consument om te bewijzen dat de annulering tijdig is verzonden en ontvangen door de ondernemer. Nu de annulering niet aangetekend is verzonden en ook overigens geen bewijs is aangedragen, is de consument daar niet in geslaagd, zodat het er voor moet worden gehouden dat de annulering niet tijdig heeft plaatsgevonden.
(...)
Uit de voicelog blijkt ook dat de consument heeft ingestemd met de automatische incasso van de abonnementskosten en de gesprekskosten. De ondernemer is bevoegd om, ook mondeling, een afspraak te maken over de automatische incasso. De richtlijnen van Currence zijn niet bindend voor de ondernemer.
Aangezien er sprake is van een geldige overeenkomst en de consument deze niet tijdig heeft geannuleerd, is de consument de in rekening gebrachte abonnementskosten verschuldigd. De vordering van de consument tot terugbetaling c.q. kwijtschelding van de abonnementskosten en tot vergoeding van kosten wordt afgewezen.
(...)
De commissie merkt nog het volgende op. Ter zitting is de consument onderbroken in zijn betoog en de consument heeft daar bezwaar tegen gemaakt. De zitting is bestemd voor een mondelinge toelichting van de schriftelijke standpunten, zoals die zich in het dossier bevinden, en voor het stellen van vragen door de commissie. De behandelduur is vijfentwintig minuten tot een half uur. Partijen plegen een keer het woord krijgen voor een toelichting en mogen, voor zover nieuwe standpunten naar voren worden gebracht, daar nog een keer op reageren.
De consument heeft tot driemaal toe het woord gekregen om zijn standpunt te onderbouwen en heeft telkenmale nieuwe argumenten naar voren gebracht. De behandelduur ter zitting was ongeveer tweemaal de daarvoor gebruikelijke tijd. Gelet op de behandeling van ook andere geschillen op dezelfde dag heeft de voorzitter zich genoodzaakt geacht daarop de behandeling op enig moment af te ronden en de consument het woord te ontnemen.
(...)"
q. Bij verzoekschrift van 8 augustus 2008, ter griffie van de rechtbank Assen, sector kanton ingekomen op 12 augustus 2008, heeft Eiser het bindend advies van de Geschillencommissie ter toetsing aan de rechter voorgelegd.
r. Bij brief van 12 augustus 2008 heeft de griffier van de rechtbank Assen, sector kanton. locatie Assen, het verzoekschrift aan Eiser geretourneerd.