ECLI:NL:RBHAA:2009:BJ1038
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- R.M. Flohil
- Rechtspraak.nl
Ontzegging van omgang en contactverbod in het kader van echtscheiding
In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 19 mei 2009 uitspraak gedaan in een echtscheidingsprocedure waarbij de vrouw verzocht om een ontzegging van omgang tussen de man en de minderjarigen. De rechtbank overweegt dat het opleggen van een contactverbod onder de reikwijdte van artikel 827, eerste lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering kan vallen, gezien het verband tussen de echtscheiding en de relatie tussen de man en de kinderen. De vrouw heeft een gedetailleerde en ernstige beschrijving gegeven van het gedrag van de man, waaruit blijkt dat de minderjarigen beschermd moeten worden tegen contacten met hun vader. De rechtbank heeft vastgesteld dat de man geen verweer heeft gevoerd tegen het verzoek van de vrouw, wat de beslissing om het recht op omgang te ontzeggen versterkt.
De rechtbank heeft ook de informatieplicht van de vrouw ten aanzien van de verzorging en opvoeding van de kinderen toegewezen, waarbij de man aan het eind van elk kwartaal per e-mail geïnformeerd zal worden. De vrouw heeft aangegeven dat zij en de kinderen in angst leven voor de man, die intimiderend gedrag vertoont en dreigende geruchten verspreidt. Dit heeft geleid tot ernstige emotionele gevolgen voor de kinderen, die op hun beurt hun eigen manieren hebben ontwikkeld om met de situatie om te gaan. De rechtbank heeft geconcludeerd dat, gezien de omstandigheden, het in het belang van de kinderen is om de man het recht op omgang te ontzeggen, met de mogelijkheid voor de man om na een jaar opnieuw om een toetsing van dit recht te verzoeken.
De beslissing van de rechtbank is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de man is verboden om op enige wijze contact te onderhouden met de minderjarigen. De rechtbank heeft het verzoek om een dwangsom af te wijzen, omdat er op dat moment geen aanleiding was om dit op voorhand op te leggen. De beschikking is openbaar uitgesproken, en er is een mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.