ECLI:NL:RBHAA:2009:BJ3955

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
22 juli 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
424883 AO VERZ 09-456
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • E.P. Stolp
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding van een arbeidsovereenkomst wegens bedrijfseconomische omstandigheden met beroep op de Habe nichts exceptie

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Haarlem op 22 juli 2009 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst van [verweerder] door de werkgever, RD Service B.V. De werkgever beroept zich op bedrijfseconomische omstandigheden die zouden leiden tot de noodzaak om kostenbesparende maatregelen te nemen, waaronder het laten vervallen van de functie van [verweerder]. De kantonrechter heeft vastgesteld dat RD Service in een ongunstige financiële situatie verkeert, mede door het verlies van opdrachten en een negatieve prognose voor het jaar 2009. De werkgever heeft echter onvoldoende onderbouwd dat de financiële situatie zo slecht is dat het niet mogelijk is om [verweerder] een vergoeding te betalen. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de werkgever niet voldoende inspanningen heeft verricht om [verweerder] te ondersteunen bij het vinden van een andere functie, en dat er geen andere passende functie voor hem beschikbaar is binnen het bedrijf. De kantonrechter heeft daarom het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst toegewezen, met als ontbindingsdatum 1 augustus 2009. Tevens is aan [verweerder] een vergoeding toegekend van € 852,00 bruto, ondanks het beroep van de werkgever op de Habe nichts exceptie, omdat niet is aangetoond dat toekenning van deze vergoeding zou leiden tot faillissement of opheffing van de werkgever. De kosten van de procedure zijn gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector kanton
Locatie Haarlem
zaak/rep.nr.: 424883/ AO VERZ 09-456
datum uitspraak: 22 juli 2009
BESCHIKKING ONTBINDING ARBEIDSOVEREENKOMST
inzake
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid RD SERVICE B.V.
tevens handelend onder de naam [YYY] Schoon
te Haarlem
verzoekster
hierna: RD Service
gemachtigde: mr. J. Koekkoek
tegen
[verweerder]
te [woonplaats]
verweerder
hierna: [verweerder]
procederend in persoon
De procedure
Op 20 mei 2009 is ter griffie een verzoekschrift ontvangen van RD Service. [verweerder] heeft een verweerschrift ingediend.
De mondelinge behandeling van de zaak heeft plaatsgevonden op 15 juli 2009. Op deze zitting hebben partijen hun standpunten nader toegelicht. De gemachtigde van RD Service heeft pleitnotities overgelegd. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen verder naar voren hebben gebracht.
RD Service heeft producties in het geding gebracht.
De feiten
1. RD Service houdt zich bezig met schoonmaakwerkzaamheden op diverse locaties.
2. [verweerder], 28 jaar oud, is op 1 januari 2008 bij Service Plan Nederland B.V. (hierna: SPN) in dienst getreden in de functie van management trainee, tegen een salaris van (laatstelijk) € 1.578,56 bruto per maand exclusief vakantiegeld.
3. Per 1 augustus 2008 heeft RD Service de schoonmaakactiviteiten van SPN overgenomen.
4. Per 1 april 2009 heeft schoonmaakbedrijf GOM, voor wie RD Service als onderaannemer schoonmaakwerkzaamheden op Schiphol verrichtte, in het kader van een aanbestedingsprocedure het contract met Schiphol verloren. Zij heeft het onderaannemingscontract met RD Service per dezelfde datum opgezegd.
5. Op 22 mei 2009 heeft J.B. Maarschalk AA van Horlings Belastingadviseurs (hierna: Horlings) naar aanleiding van een door [YYY] Beheer B.V. opgestelde prognose voor het boekjaar 2009 een onderzoeksrapport opgesteld. Daarin is onder meer het volgende opgenomen:
“De prognose voor het jaar 2009 laat een financieel zorgelijke situatie zien. Er wordt een verlies geprognosticeerd van € 411.405,- voor het jaar 2009. [...] Er zijn derhalve drastische maatregelen om de continuïteit van de onderneming op lange termijn te kunnen waarborgen. [...] Gezien de geprognosticeerde vermogenspositie van de onderneming ultimo 2009 kan geconcludeerd worden dat er geen economisch verantwoorde basis is voor het toekennen van een vergoeding voor ontslag.”
Het verzoek
RD Service verzoekt ontbinding van de arbeidsovereenkomst met [verweerder] wegens veranderingen in de omstandigheden.
Ter toelichting stelt RD Service – samengevat – het volgende.
De overname van SPN is een teleurstelling geworden. De administratieve organisatie van SPN was zodanig slecht, dat na de overname veel klanten hun contract hebben opgezegd. Ook ten gevolge van de economische crisis in het algemeen is RD Service een groot aantal opdrachtgevers kwijt geraakt. Dit alles, en met name de beëindiging van de overeenkomst met GOM, heeft tot een zodanig aanzienlijke terugloop in de omzet van RD Service geleid, dat RD Service er door in de rode cijfers is gekomen. Over de periode vanaf 1 januari 2009 tot en met 31 mei 2009 heeft RD Service een negatief resultaat geboekt van € 372.279, derhalve € 121.000,00 meer dan de prognose van € 251.000,00.
Teneinde het voortbestaan van haar onderneming te waarborgen, heeft RD Service zich genoodzaakt gezien kostenbesparende maatregelen te nemen. Elf glazenwassers op Schiphol zijn inmiddels met toestemming van het UWV ontslagen. Er moet echter ook worden bespaard op de overhead, waartoe het bedrijfsbureau waaraan [verweerder] verbonden is, behoort. Het bedrijfsbureau zal daarom worden opgeheven. Daarmee komt de functie van [verweerder] te vervallen. Een alternatieve, passende functie voor [verweerder] is niet voorhanden. De arbeidsovereenkomst met [verweerder] dient dan ook op korte termijn te worden ontbonden.
RD Service verkeert in een zodanig ongunstige financiële situatie, dat het betalen van een ontbindingsvergoeding niet tot de mogelijkheden behoort. Zij beroept zich daarom op de Habe nichts exceptie.
Het verweer
[verweerder] concludeert primair tot afwijzing van het verzoek. Voor het geval de arbeidsovereenkomst toch wordt ontbonden, verzoekt [verweerder] om toekenning van een (goede) ontbindingsvergoeding.
Ter toelichting voert [verweerder] – samengevat – het volgende aan.
RD Service legt de schuld ten onrechte bij de economische recessie in het algemeen en de administratieve chaos bij SPN in het bijzonder. RD Service wist althans had moeten en kunnen weten waaraan zij begon, toen zij SPN overnam. Dat zoveel klanten van SPN hebben opgezegd is met name veroorzaakt doordat de directeur en operationeel directeur van RD Service het contact met die klanten hebben verwaarloosd. Het marketing plan dat [verweerder] tezamen met zijn collega [XXX] heeft opgezet met een strategische aanpak voor het behoud van die klanten, is door RD Service ter zijde gelegd.
Niet valt te begrijpen waarom de functie van [verweerder] moet vervallen, terwijl andere functies worden gespaard. Zo is er bijvoorbeeld een rayonmanager op Schiphol die, ondanks het verlies van de werkzaamheden aldaar, aan kan blijven. Opmerkelijk is voorts dat ook na de reorganisatie nog vijf rayonmanagers in dienst zijn bij RD Service.
Er zijn nog steeds taken die [verweerder] kan uitvoeren, bijvoorbeeld acquisitie. Hij is door RD Service op diverse terreinen ingezet, maar hield zich laatstelijk met name bezig met de facturering voor de Hartekamp Groep. [verweerder] is de enige die daarin inzicht heeft. Met de beëindiging van zijn arbeidsovereenkomst gaat dan ook veel kennis voor RD Service verloren.
De noodzaak van de ontbinding van de arbeidsovereenkomst van [verweerder] is onvoldoende onderbouwd. Aan het rapport van Horlings kan geen objectieve waarde worden toegekend. Horlings heeft al jaren een zakelijke relatie met RD Service. Het rapport houdt geen rekening met de jaarcijfers van voorafgaande jaren noch met de mogelijkheid dat door acquisitie nieuwe klanten kunnen worden geworven. Het is alleen geschreven met het doel personeel te kunnen afstoten zonder vergoeding.
[verweerder] betwist dat de financiële situatie van RD Service zo slecht is dat het niet mogelijk is om hem een vergoeding te betalen. [YYY] Beheer bestaat uit diverse BV’s. Er zijn twee bedrijfspanden in het bezit van de directeur. Ook beschikt RD Service over een wagenpark van 20 bedrijfsauto’s. Er zijn dus nog genoeg liquide middelen.
De ontbinding van de arbeidsovereenkomst heeft voor [verweerder] ernstige gevolgen, te meer omdat hij daardoor zijn part time HBO-studie niet zal kunnen voortzetten.
De beoordeling van het verzoek
De kantonrechter heeft zich ervan vergewist dat het verzoek geen verband houdt met het bestaan van een opzegverbod als bedoeld in artikel 7:685 lid 1 BW.
Vooropgesteld dient te worden dat het de werkgever vrij staat om zijn organisatie zodanig in te richten als hij verkiest en de daartoe noodzakelijke maatregelen te nemen, zolang daarbij geen misbruik van omstandigheden wordt gemaakt. Naar het oordeel van de kantonrechter is voldoende gebleken dat RD Service in een zodanig ongunstige bedrijfseconomische situatie verkeert, dat zij er belang bij heeft om kostenbesparende maatregelen te nemen, waaronder het laten vervallen van de functie van [verweerder].
Mede gelet op een door RD Service overgelegde schriftelijke verklaring van [ZZZ], ad interim controller, en [AAA], extern organisatieadviseur, is de kantonrechter van oordeel dat RD Service genoegzaam aannemelijk heeft gemaakt dat voor de instandhouding van haar bedrijf het behoud van een aantal, met name door [verweerder] genoemde medewerkers, noodzakelijk is. Daar komt bij dat als niet gemotiveerd door [verweerder] weersproken is komen vast te staan, dat de functies van deze medewerkers en die van [verweerder] niet onderling uitwisselbaar zijn.
Nu voldoende aannemelijk is dat voor [verweerder] geen andere, passende functie bij RD Service voorhanden is, is sprake van een voldoende gewichtige reden om de arbeidsovereenkomst op korte termijn te ontbinden, zodat het verzoek in zoverre toewijsbaar is. De kantonrechter zal de arbeidsovereenkomst ontbinden tegen 1 augustus 2009.
Beoordeeld moet worden of aan [verweerder] in redelijkheid een vergoeding toekomt.
RD Service beroept zich op het Habe nichts-beginsel. Een dergelijk beroep is alleen te rechtvaardigen als toekenning van een vergoeding zou leiden tot faillissement of opheffing van de werkgever en daardoor de werkgelegenheid van andere werknemers in gevaar zou komen.
Op grond van het door RD Service overgelegde rapport en de door de ter zitting aanwezige vertegenwoordiger van Horlings gegeven toelichting daarop, is voldoende komen vast te staan dat de financiële situatie van RD Service niet rooskleurig is. Dat er geen enkele ruimte is om aan [verweerder] een vergoeding toe te kennen, is echter onvoldoende aannemelijk. Daarbij neemt de kantonrechter in aanmerking dat RD Service geen enkele inspanning heeft verricht om [verweerder] behulpzaam te zijn of te ondersteunen bij het vinden van een andere functie. Dit contrasteert nogal met het feit dat, zoals ter zitting is gebleken, de arbeidsovereenkomst van de dochter van de directeur van RD Service tot 1 september 2009 is verlengd.
Nu niet is gebleken dat [verweerder] een verwijt kan worden gemaakt van de teruglopende omzet van RD Service, is er op grond van het voorgaande aanleiding om aan hem een vergoeding toe te kennen. De omstandigheid dat, zoals RD Service heeft betoogd, door toekenning van een vergoeding een precedent wordt geschapen, kan daaraan niet in de weg staan.
De ongunstige bedrijfseconomische situatie van RD Service in aanmerking nemende, stelt de kantonrechter de correctiefactor C op 0,5. Aan [verweerder] komt derhalve, gelet voorts op zijn leeftijd, naar billijkheid een vergoeding toe van (afgerond) € 852,00 bruto.
RD Service heeft geen vergoeding aangeboden, zodat de kantonrechter RD Service in de gelegenheid zal stellen het verzoek in te trekken.
Hetgeen partijen verder nog naar voren hebben gebracht behoeft geen bespreking meer, nu dit in het licht van hetgeen in deze beschikking is vastgesteld en overwogen, niet tot een andere beslissing kan leiden.
Gezien de aard van de procedure worden de kosten tussen partijen gecompenseerd in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
De beslissing
De kantonrechter:
stelt partijen ervan in kennis voornemens te zijn de arbeidsovereenkomst tegen 1 augustus 2009 te ontbinden onder toekenning van een vergoeding als hierna is vermeld;
bepaalt dat RD Service de gelegenheid heeft het verzoek in te trekken door middel van een uiterlijk op 30 juli 2009 te 15.00 uur ter griffie ontvangen schriftelijke mededeling met gelijktijdige toezending van een afschrift daarvan aan de wederpartij;
voor het geval RD Service het verzoek niet intrekt wordt alvast als volgt beslist:
ontbindt de arbeidsovereenkomst tegen 1 augustus 2009;
kent aan [verweerder] ten laste van RD Service een vergoeding toe van € 852,00 bruto, ineens te voldoen, als aanvulling op ingevolge sociale verzekeringswetten te ontvangen uitkeringen dan wel elders te verwerven lager inkomen uit arbeid;
veroordeelt voor zover nodig RD Service tot betaling van die vergoeding;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
bepaalt dat iedere partij de eigen kosten draagt;
wijst af hetgeen meer of anders is verzocht;
voor het geval RD Service het verzoek wel intrekt:
bepaalt dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Deze beschikking is gegeven door mr. E.P. Stolp en uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum.