ECLI:NL:RBHAA:2009:BJ7149

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
18 augustus 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
AWB 09/3202 en AWB 09/2706
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • A.C. Terwiel-Kuneman
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ongeldigverklaring rijbewijs na herhaalde alcoholmisbruik

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Haarlem op 18 augustus 2009, stond de ongeldigverklaring van het rijbewijs van de eiser centraal. De eiser, die herhaaldelijk was aangehouden voor rijden onder invloed van alcohol, had zijn rijbewijs ongeldig verklaard gekregen op basis van een besluit van 19 februari 2009. De voorzieningenrechter, mr. A.C. Terwiel-Kuneman, oordeelde dat de eiser niet voldeed aan de eisen van de Wegenverkeerswet 1994 en de Regeling eisen geschiktheid 2000. De eiser had in het verleden meerdere keren een te hoog ademalcoholgehalte getoond, met als laatste meting 1075 ug/l op 27 september 2008. Dit leidde tot de conclusie dat de uitkomst van het psychiatrisch onderzoek, dat door psychiater N. van Loenen was uitgevoerd, voldoende was om de ongeldigverklaring te rechtvaardigen.

De eiser voerde aan dat het psychiatrisch onderzoek te kort had geduurd en dat dit de betrouwbaarheid van de diagnose in twijfel trok. De voorzieningenrechter verwierp deze stelling, aangezien de diagnose van alcoholmisbruik niet alleen op de duur van het onderzoek was gebaseerd, maar ook op andere relevante gegevens zoals laboratoriumonderzoek en anamnese. De voorzieningenrechter benadrukte dat de wettelijke bepalingen van toepassing waren, ongeacht het feit dat de eiser op een bromfiets was aangehouden en niet in een auto.

De voorzieningenrechter verklaarde het beroep van de eiser ongegrond en wees het verzoek om een voorlopige voorziening af. De uitspraak benadrukte dat de verkeersveiligheid voorop staat en dat de eiser, gezien zijn eerdere aanhoudingen en de diagnose, niet in aanmerking kwam voor het behoud van zijn rijbewijs. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, binnen zes weken na verzending van de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector bestuursrecht
zaaknummer: AWB 09 - 3202 en AWB 09 - 2706
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter d.d. 18 augustus 2009
in de zaak van:
[eiser],
wonende te [woonplaats],
eiser,
gemachtigde: mr. G.J.M. van Spanje, advocaat te Amsterdam,
tegen:
de stichting Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR),
verweerder.
Tegenwoordig: mr. A.C. Terwiel-Kuneman, voorzieningenrechter, en mr. M. Hekelaar, griffier.
Zitting: 18 augustus 2009
Verschenen: Eiser in persoon, bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerder vertegenwoordigd door mr. N.P. Mackintosh, werkzaam bij het CBR.
Het geschil betreft het besluit van 19 februari 2009, waarbij aan eiser is medegedeeld dat hij niet voldoet aan de eisen waaraan hij gezien het aan hem afgegeven rijbewijs moet voldoen en dat zijn rijbewijs ongeldig is verklaard.
De voorzieningenrechter, gehoord partijen, is van oordeel dat in deze zaak nader onderzoek redelijkerwijs niet kan bijdragen aan de beoordeling daarvan en dat ook overigens geen beletsel bestaat om met toepassing van artikel 8:86, eerste lid, Algemene wet bestuursrecht onmiddellijk uitspraak in de hoofdzaak te doen.
Bij mondelinge uitspraak van 18 augustus 2009 heeft de voorzieningenrechter het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen.
De voorzieningenrechter heeft daartoe het volgende overwogen.
Eisers grief dat het psychiatrisch onderzoek te kort heeft geduurd en daarom niet ten grondslag kan worden gelegd aan het besluit, treft geen doel.
In het verslag van bevindingen van psychiater N. van Loenen, waarin deze onder meer met toepassing van de criteria van de DSM-IV-TR heeft geconcludeerd tot de diagnose: misbruik van alcohol in ruime zin, zijn geen aanknopingspunten voor het oordeel dat het psychiatrisch onderzoek niet op zorgvuldige wijze tot stand is gekomen. Dat het onderzoek beweerdelijk slechts tien minuten heeft geduurd leidt niet zonder meer tot de conclusie dat de uitkomst van het onderzoek niet betrouwbaar genoeg is om te dienen als grondslag voor het besluit.
Daaraan doet evenmin af dat, naar eiser heeft aangevoerd, het DSM-systeem niet een diagnostisch systeem is. Voor het stellen van de uiteindelijke diagnose zijn immers niet alleen de criteria volgens de DSM-classificatie van belang, maar met name ook de overige onderdelen van het onderzoek, het laboratoriumonderzoek, de anamnese, het lichamelijk onderzoek en het psychiatrisch onderzoek.
Eisers grief dat hij reeds met een rijontzegging van 9 maanden en een boete van € 500,- voldoende is gestraft treft evenmin doel. Het gaat in casu immers niet om een strafrechtelijke sanctie, maar om een bestuursrechtelijke maatregel met het oog op de verkeersveiligheid.
Naar verweerder terecht naar voren heeft gebracht leidt de uitkomst van het psychiatrisch onderzoek gezien de wettelijke bepalingen zonder meer tot het ongeldig verklaren van het rijbewijs.
Eisers redenering dat de wettelijke bepalingen niet op hem van toepassing zijn, omdat hij bij de laatste aanhouding op een bromfiets reed (en niet een auto bestuurde) volgt de voorzieningenrechter niet. Eiser is op 27 september 2008 aangehouden, terwijl hij een motorrijtuig bestuurde, waarbij een ademalcoholgehalte van 1075 ug/l is geconstateerd. Bij eerdere aanhoudingen van eiser – geboren op 7 februari 1984 – is op 23 juni 2006 en op 30 januari 2005 een ademalcoholgehalte van 130 ug/l respectievelijk van 325 ug/l geconstateerd. Voorts heeft hij onlangs verplicht aan een EMA deelgenomen. Aan de vereisten voor de toepassing van de Wegenverkeerswet 1994 en de Regeling eisen geschiktheid 2000 is dan ook zonder meer voldaan.
Het beroep van eiser op het gelijkheidsbeginsel gaat niet op omdat het in de zaak waarnaar hij heeft verwezen - nog afgezien van de vraag of de betrokkene inderdaad was aangehouden op een snorfiets, bromfiets of brommobiel - ging om één enkele aanhouding, en er derhalve geen sprake is van een gelijk geval.
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal,
(griffier) (voorzieningenrechter)
afschrift verzonden op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak staat uitsluitend voorzover het de hoofdzaak betreft hoger beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA Den Haag. Het hoger beroep dient te worden ingesteld door het indienen van een beroepschrift binnen zes weken onmiddellijk liggend na de dag van verzending van de uitspraak door de griffier.