ECLI:NL:RBHAA:2009:BJ9002

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
15 september 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
160506 / FA RK 09-270
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot meerderjarigverklaring van een minderjarige zwangere vrouw

In deze zaak verzoekt een minderjarige vrouw, geboren op [datum] 1991, om haar meerderjarigverklaring op grond van artikel 1:253ha van het Burgerlijk Wetboek. De vrouw is zwanger en heeft de wens om het gezag over haar kind uit te oefenen vanaf de dag van de geboorte. De kinderrechter heeft de zaak behandeld op 7 september 2009, waarbij de verzoekster werd bijgestaan door haar advocaat, mr. J.I. Vervest, en haar moeder was ook aanwezig. De medische situatie van het ongeboren kind, dat met een gastroschisis zal worden geboren, is van groot belang in deze zaak. De kinderrechter heeft vastgesteld dat het in het belang van zowel de verzoekster als haar ongeboren kind wenselijk is dat de verzoekster meerderjarig wordt verklaard, zodat zij in staat is om beslissingen te nemen over de noodzakelijke medische ingrepen direct na de geboorte. De kinderrechter heeft geoordeeld dat het niet in het belang van de verzoekster of haar kind is om te wachten met de beslissing tot na de geboorte. Daarom is besloten dat de verzoekster met ingang van de dag van de geboorte van haar kind meerderjarig zal zijn. De beschikking is gegeven door mr. A.M. Ayal en is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Tegen deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector civiel
familie- en jeugdrecht
meerderjarigverklaring
zaak-/rekestnr.: 160506 / FA RK 09-2708
beschikking van de kinderrechter van 15 september 2009
in de zaak van:
[naam],
wonende te [plaats],
hierna te noemen: [naam],
advocaat mr. J.I. Vervest, kantoorhoudende te Beverwijk.
1 Procedure
1.1 Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift, met bijlagen van [naam] van 12 augustus 2009 ingekomen op 12 augustus 2009;
- de brief van mr. J.I. Vervest van 14 september 2009 met bijlagen.
1.2 De behandeling van de zaak heeft plaatsgevonden op de zitting van 7 september 2009 in aanwezigheid van [naam], bijgestaan door mr. M.B. Meindersma, namens mr. J.I. Vervest, [naam] en mevrouw [naam moeder], de moeder van [naam].
2 Feiten en omstandigheden
In deze zaak kan van het volgende worden uitgegaan.
2.1 [naam] is geboren op [datum] 1991 te [plaats] en is nog minderjarig.
2.2 Uit de verklaring van de Verloskundige Praktijk [plaats] van 29 mei 2009 blijkt dat [naam] zwanger is. Volgens deze verklaring is [datum] 2009 de uitgerekende datum van de bevalling.
2.3 Uit de verklaring van dr. [naam], gynaecoloog van het Academisch Medisch Centrum te [plaats], van 11 september 2009 blijkt dat de bevalling op [datum] 2009 zal worden ingeleid.
2.4 Uit de na afloop van de behandeling ter zitting overgelegde akte van erkenning van de gemeente [plaats] blijkt dat [naam erkenner] het kind waarvan [naam] zwanger is op 20 juli 2009 heeft erkend.
3 Verzoek
3.1. [naam] verzoekt om haar meerderjarigverklaring op grond van artikel 1:253ha Burgerlijk Wetboek.
3.2 [naam] stelt dat zij het gezag over haar kind wil uitoefenen vanaf de dag dat het geboren wordt, omdat uit medisch onderzoek is gebleken dat het kind geboren zal worden met een gastroschisis. Daardoor zal het kind direct na de geboorte een (of meerdere) medische ingreep (ingrepen) moeten ondergaan en [naam] wil dan zelf alle beslissingen over haar kind kunnen nemen. [naam] moet daarom het ouderlijk gezag over haar kind kunnen uitoefenen.
4 Beoordeling
4.1 De moeder van [naam] ondersteunt het verzoek.
4.2 Op grond van artikel 1:253 ha lid 1 BW kan een minderjarige vrouw die als degene die het gezag heeft, haar kind wenst te verzorgen en op te voeden, als zij de leeftijd van zestien jaar heeft bereikt, de kinderrechter verzoeken haar meerderjarig te verklaren.
Lid 3 van voormeld artikel bepaalt dat een verzoek tot meerderjarigverklaring ook voor de bevalling kan worden ingediend. In dat geval wordt op het verzoek door de kinderrechter niet eerder beslist dan na de bevalling.
4.3 De kinderrechter is van oordeel dat uit de overgelegde stukken en het verhandelde ter zitting voldoende aannemelijk is geworden dat [naam] in staat kan worden geacht tot gezagsuitoefening over haar kind en dat het in het belang van [naam] en haar nog ongeboren kind wenselijk is dat [naam] meerderjarig wordt verklaard. Gelet op de medische situatie van het ongeboren kind, is de kinderrechter van oordeel dat het niet in het belang van [naam] noch van haar kind is dat pas een beslissing op het verzoek wordt gegeven nadat de kinderrechter (schriftelijk) op de hoogte is gesteld van de geboorte van het kind. [naam] zal zeer waarschijnlijk direct na de bevalling haar toestemming voor een medische ingreep van haar kind moeten geven. Zij heeft er belang bij om de beschikking op voorhand aan het ziekenhuis te tonen, opdat het ziekenhuis weet dat [naam] bevoegd is het gezag over haar kind uit te oefenen en toestemming mag geven voor de medische ingreep/ingrepen. Daarom zal thans reeds worden bepaald dat [naam] met ingang van de dag van de geboorte van haar kind meerderjarig zal zijn.
5 Beslissing
De kinderrechter:
5.1 Verklaart [naam], geboren op [datum] 1991 te [plaats], meerderjarig met ingang van de dag dat het kind waarvan zij zwanger is, geboren wordt.
5.2 Verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.M. Ayal, als kinderrechter, en in het openbaar uitgesproken ter terechtzitting van 15 september 2009, in tegenwoordigheid van M.P. Joukes als griffier.
Tegen deze beschikking kan – voor zover er definitief is beslist – door tussenkomst van een advocaat hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam. De verzoekende partij en verschenen belanghebbenden dienen het hoger beroep binnen de termijn van drie maanden na de dag van de uitspraak in te stellen. Andere belanghebbenden dienen het beroep in te stellen binnen drie maanden na de betekening van deze beschikking of nadat deze hun op andere wijze bekend is geworden.