ECLI:NL:RBHAA:2009:BK0385
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - meervoudig
- M.J.M. Verpalen
- J.J.M. Uitermark
- S.M. Bordewijk
- Rechtspraak.nl
Ontoerekenbaarheid en plaatsing in psychiatrisch ziekenhuis na mishandeling van moeder
In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 18 september 2009 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zijn moeder opzettelijk heeft mishandeld door haar met een fles op het hoofd te slaan. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats], thans gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Midden Holland, lijdt aan een ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens, waaronder een autistische stoornis en afhankelijkheid van middelen. De rechtbank heeft geconcludeerd dat het feit de verdachte niet kan worden toegerekend, waardoor hij niet strafbaar is. Dit oordeel is gebaseerd op psychologische en psychiatrische rapporten die de ernstige geestelijke problemen van de verdachte bevestigen.
De rechtbank heeft de verdachte ontslagen van alle rechtsvervolging en gelast dat hij voor de duur van één jaar in een psychiatrisch ziekenhuis wordt geplaatst. De rechtbank heeft daarbij rekening gehouden met het gevaar dat de verdachte vormt voor zijn naaste familieleden en de algemene veiligheid van personen, gezien zijn ziekelijke stoornis en het risico op recidive zonder langdurige klinische behandeling. De beslissing is genomen na een zorgvuldige afweging van de feiten, de omstandigheden en de adviezen van deskundigen, die hebben aangegeven dat de kans op herhaling zonder behandeling zeer groot is.
De rechtbank heeft ook de geldigheid van de dagvaarding en de ontvankelijkheid van het openbaar ministerie vastgesteld. De verdachte heeft het ten laste gelegde feit bekend, en de rechtbank heeft de bewijsmiddelen die zijn gepresenteerd tijdens de zitting in overweging genomen. De uitspraak is gedaan in tegenspraak, waarbij de rechtbank de verdachte niet alleen heeft vrijgesproken van andere tenlasteleggingen, maar ook heeft vastgesteld dat de gedragingen van de verdachte voortvloeien uit zijn geestelijke stoornissen, die hem in sterke mate beperken in zijn vermogen om controle te hebben over zijn gedrag.