ECLI:NL:RBHAA:2009:BK0735
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toetsing van bedingen in algemene voorwaarden in consumentenovereenkomsten
In deze zaak vordert de eiseres, Intrum Justitia Nederland B.V., betaling van resterende abonnementskosten na de tussentijdse beëindiging van een overeenkomst tussen gedaagde en Vodafone. De overeenkomst betrof het gebruik van het mobiele telefoonnetwerk van Vodafone voor een periode van 24 maanden. De kantonrechter heeft ambtshalve de bedingen in de algemene voorwaarden getoetst aan de bepalingen van artikel 6:231 en volgende van het Burgerlijk Wetboek. De kantonrechter oordeelt dat het beding dat gedaagde verplicht tot betaling van abonnementskosten over de resterende contractstermijn niet als onredelijk bezwarend kan worden aangemerkt, gezien de toelichting van de eiseres die niet door gedaagde is betwist. Gedaagde had een betalingsregeling met Vodafone, maar heeft deze niet nageleefd, waardoor de overeenkomst is beëindigd en de vordering van Intrum Justitia is ontstaan. De kantonrechter wijst de vordering van Intrum Justitia in zijn geheel toe, inclusief de kosten van de buitengerechtelijke werkzaamheden, en legt de proceskosten op aan gedaagde, die in het ongelijk is gesteld. De uitspraak is gedaan op 7 oktober 2009.