2. Overwegingen
2.1 In geschil is de bloemenkiosk die staat tegenover de ingang van de Dekamarkt aan [adres]. De oppervlakten van de bloemenkiosk en de uitstalruimte bedragen respectievelijk 18 m² en 20,5 m².
2.2 Deze rechtbank heeft bij uitspraak van 9 mei 2006 in zaak nr. 05-2328, het beroep van eisers tegen het besluit van verweerder van 12 april 2005 gegrond verklaard en dat besluit vernietigd wegens strijd met artikel 7:12 Algemene wet bestuursrecht (hierna:Awb). Verweerder heeft vervolgens bij het thans bestreden besluit opnieuw beslist op de door eisers gemaakte bezwaren gericht en daarbij, zo begrijpt de rechtbank het besluit, besloten de omvang van de bloemenkiosk aan [adres] te [plaatsnaam] te gedogen en het bezwaar tegen de weigering om de vergunning in te trekken, ongegrond te verklaren.
2.3 Eisers hebben primair aangevoerd dat in geval van calamiteiten de standplaats tot gevaarlijke situaties kan leiden indien de bezoekers van de supermarkt de winkel uit moeten vluchten.
2.4 Ingevolge artikel 11 van de voorwaarden verbonden aan de vergunning met betrekking tot standplaatsen op de openbare weg of openbare grond (hierna: voorwaarden) kan verweerder de standplaatsvergunning intrekken indien daartoe naar het oordeel van verweerder redenen aanwezig zijn. Intrekking vindt met name plaats indien, voor zover hier van belang, (a) de openbare orde of veiligheid van het verkeer zulks vordert. Verweerder heeft zich op het standpunt gesteld dat voor de onderhavige Dekamarkt een gebruiksvergunning is verleend die periodiek wordt gecontroleerd door de brandweer. In de gebruiksvergunning wordt onder meer de ontvluchting uit het pand geregeld. De brandweer gaat ervan uit dat er geen obstakels in de vluchtroute mogen zijn. Buiten de Dekamarkt moet net zo ruim ontvlucht kunnen worden als binnen. Bezoekers die de Dekamarkt ontvluchten kunnen buiten uitwaaieren. De standplaats levert in zijn huidige vorm dus geen belemmering op om de Dekamarkt te ontvluchten. De rechtbank volgt verweerder in zijn standpunt. Deze grief faalt.
2.5 Met betrekking tot de stelling van eisers dat de standplaats het voetgangersverkeer hindert overweegt de rechtbank dat uit artikel 13 van de voorwaarden volgt dat de plaats en de in te nemen oppervlakte nader worden aangewezen door de politie, afdeling bijzondere verkeerstaken. Bovendien is de verkeerssituatie ter plaatse sinds het verlenen van de vergunning niet gewijzigd. Gelet hierop heeft verweerder voldoende gemotiveerd dat de standplaats zodanig is geplaatst dat van hinder van het voetgangersverkeer geen sprake is. Deze grief faalt eveneens.
2.6 Niet in geschil tussen partijen is dat de kiosk groter is dan toegestaan. Gelet hierop is sprake van overtreding van artikel 17, onder c van de voorwaarden verbonden aan de vergunning en is verweerder bevoegd handhavend op te treden.