ECLI:NL:RBHAA:2009:BK3225
Rechtbank Haarlem
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Vordering tot voorlopige voorziening in geschil tussen cabaretier en impresario
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Haarlem op 6 oktober 2009 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een cabaretier, eiser, en zijn voormalige impresario, gedaagde. Eiser had de samenwerking met gedaagde opgezegd en vorderde een voorlopige voorziening om gedaagde te veroordelen tot het staken van onrechtmatig handelen en om medewerking te verlenen aan de overdracht van zijn activiteiten aan een nieuwe impresario, Impresariaat [A] BV. Eiser stelde dat gedaagde hem belemmerde in zijn werkzaamheden en dat hij recht had op de overdracht van alle overeenkomsten die gedaagde ten behoeve van hem had gesloten.
De voorzieningenrechter oordeelde dat de vordering van eiser geen deugdelijke grondslag had. Uit de stellingen van eiser bleek niet op welke wijze gedaagde onrechtmatig handelde. De rechter concludeerde dat gedaagde niet verplicht was om alle overeenkomsten voor de boekingen en activiteiten van eiser aan [A] over te dragen. Bovendien was niet aannemelijk gemaakt dat gedaagde eiser op enige wijze in zijn werkzaamheden belemmert. De gevraagde voorzieningen werden dan ook geweigerd.
Daarnaast werd eiser als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van gedaagde tot dat moment waren begroot op EUR 1.078,00. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat gedaagde recht had op de kosten, ongeacht een eventuele hoger beroep.