ECLI:NL:RBHAA:2009:BK3810

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
4 november 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
439630 AO VERZ 09-917
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding van de arbeidsovereenkomst en vergoeding bij afwijzing van het verzoek

In deze zaak verzoekt de werknemer, die zijn arbeidsovereenkomst met toestemming van UWV WERKbedrijf heeft laten opzeggen per 1 november 2009, om ontbinding van de arbeidsovereenkomst met terugwerkende kracht en om een vergoeding. De kantonrechter verklaart de werknemer ontvankelijk in zijn verzoek, aangezien het hem vrijstaat om tot het moment van beëindiging van de arbeidsovereenkomst een ontbindingsverzoek in te dienen, ook al is dit enkel gericht op het verkrijgen van een vergoeding. De kantonrechter oordeelt echter dat de werknemer zelf verantwoordelijk is voor zijn werkloosheid, omdat hij een aanbod van de werkgever om elders te werken heeft afgewezen. De werknemer heeft niet aannemelijk gemaakt dat hij redelijkerwijs niet in staat was dit aanbod te aanvaarden. Het verzoek om ontbinding wordt afgewezen.

De feiten van de zaak zijn als volgt: de werknemer, die sinds 1995 in dienst was bij een dochteronderneming van Fairy Golf, heeft in 2009 een aanbod gekregen om terug te keren naar een andere dochteronderneming, maar heeft dit aanbod niet geaccepteerd. De werkgever heeft toestemming gevraagd aan UWV WERKbedrijf om de arbeidsovereenkomst op te zeggen, wat is goedgekeurd. De werknemer heeft bezwaar gemaakt tegen deze opzegging, maar de kantonrechter oordeelt dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die rechtvaardigen dat de werknemer niet kan wachten op de reguliere beëindiging van de arbeidsovereenkomst. De kantonrechter wijst het verzoek om ontbinding af en bepaalt dat de kosten tussen partijen worden gecompenseerd.

De beslissing van de kantonrechter is dat het verzoek van de werknemer wordt afgewezen en dat iedere partij zijn eigen kosten draagt.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector kanton
Locatie Haarlem
zaak/rep.nr.: 439630/ AO VERZ 09-917
datum uitspraak: 4 november 2009
BESCHIKKING ONTBINDING ARBEIDSOVEREENKOMST
inzake
[verzoeker]
te [woonplaats]
verzoeker
hierna te noemen [verzoeker]
gemachtigde mr. B. Kochheim-Bossink
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid FAIRY GOLF B.V.
te Zandvoort
verweerster
hierna te noemen Fairy Golf
gemachtigde mr. C.M.E. Keuter
De procedure
Op 30 september 2009 is ter griffie een verzoekschrift ontvangen van [verzoeker]. [verzoeker] heeft een verweerschrift ingediend.
De mondelinge behandeling van de zaak heeft plaatsgevonden op 28 oktober 2009. Op deze zitting hebben partijen hun standpunten nader toegelicht. De gemachtigde van [verzoeker] heeft pleitnotities overgelegd. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen verder naar voren hebben gebracht.
Beide partijen hebben producties in het geding gebracht.
De feiten
1. [verzoeker], 41 jaar oud, is op 1 juni 1995 bij de besloten vennootschap Het Bosch B.V. (hierna: Het Bosch) in dienst getreden in de functie van commis de cuisine.
2. Het Bosch was destijds een dochtervennootschap van de besloten vennootschap Gastronomie “Reine du Bois” B.V. (hierna: Reine du Bois), van wie [XXX] (hierna: [XXX]) bestuurder is.
3. Op 1 oktober 2002 is [verzoeker] bij Fairy Golf, eveneens een dochteronderneming van Reine du Bois, in dienst getreden in de functie van keukenchef in een door Fairy Golf op het terrein van de Kennemer Golf & Country Club te Zandvoort geëxploiteerde horecaonderneming, tegen een salaris van (laatstelijk) € 2.244,00 bruto per maand, exclusief vakantiegeld. Vanaf 1 oktober 2002 is [verzoeker] de boven het clubhuis van de Kennemer Golf & Country Club gelegen dienstwoning gaan bewonen.
4. In verband met de beëindiging van de samenwerking tussen de Kennemer Golf & Country Club en Fairy Golf per 1 november 2009, heeft Fairy Golf op 1 juli 2009 bij UWV WERKbedrijf toestemming gevraagd om de arbeidsovereenkomst met [verzoeker] op te zeggen wegens bedrijfseconomische redenen.
5. Bij brief van 27 juli 2009 heeft de gemachtigde van [verzoeker] tegen de ontslagaanvraag bezwaar gemaakt. Zij heeft daarbij onder meer het volgende opgemerkt:
“De familie [XXX] heeft meerdere vennootschappen die ondernemingen exploiteren alwaar cliënt tewerkgesteld zou kunnen worden. [...] Cliënt heeft [...] 9 jaar gewerkt in de locatie van restaurant Het Bosch [...] en hij zou aldaar wederom tewerkgesteld kunnen worden.”
6. Eind juli 2009 heeft een van de koks bij Het Bosch zijn arbeidsovereenkomst opgezegd tegen 1 september 2009.
7. Eind juli/begin augustus 2009 heeft de zoon van [XXX], [initialen voornamen] [XXX], directeur van Het Bosch, de openvallende functie van kok bij Het Bosch aan [verzoeker] aangeboden en met [verzoeker] afgesproken dat deze, indien hij het aanbod wilde accepteren, dit aan hem zou laten weten.
8. [verzoeker] heeft niets meer van zich laten horen, waarna Het Bosch in de loop van augustus 2009 de functie aan een andere kandidaat heeft gegund.
9. Op 26 augustus 2009 heeft UWV WERKbedrijf Fairy Golf toestemming verleend om de arbeidsovereenkomst met [verzoeker] op te zeggen.
10. Bij brief van 27 augustus 2009 heeft Fairy Golf de arbeidsovereenkomst met [verzoeker] opgezegd tegen 1 november 2009.
Het verzoek
[verzoeker] verzoekt ontbinding van de arbeidsovereenkomst vóór 1 november 2009 wegens veranderingen in de omstandigheden, onder toekenning van een vergoeding van € 36.352,80 bruto.
Ter toelichting stelt [verzoeker] – samengevat – het volgende.
[verzoeker] heeft zijn werkzaamheden altijd naar volle tevredenheid van Fairy Golf verricht. Hij heeft steeds meer dan 40 uur per week gewerkt en heeft in de 14 jaar dat hij voor de familie [XXX] heeft gewerkt, niet of nauwelijks vakantiedagen opgenomen, omdat het steeds te druk was.
[XXX] heeft [verzoeker] slechts “pour besoin de la cause” een baan bij Het Bosch aangeboden. [verzoeker] kon die baan niet accepteren, omdat hij al om 10.00 ’s morgens zou moeten beginnen en tot sluitingstijd zou moeten blijven. Omdat [verzoeker] geen woning heeft in Amsterdam, brengt dit mee dat hij, inclusief reistijd, 14 uur per dag van huis zou zijn. Dat is [verzoeker] te zwaar en bovendien zou hij zijn familie dan nauwelijks meer kunnen zien. Een werkdag van 8 uur was voor [XXX] echter niet bespreekbaar. Het ging bovendien slechts om een tussenoplossing met een tijdelijk karakter
[verzoeker] wil ander werk zoeken met minder stress. Ook wil hij in de komende tijd zijn kennis van de Nederlandse taal verbeteren.
Nu de functie van [verzoeker] bij Fairy Golf is komen te vervallen, is er aanleiding om de arbeidsovereenkomst te ontbinden wegens een verandering in de omstandigheden. Omdat die verandering voor risico van Fairy Golf komt, is er aanleiding voor een vergoeding op basis van 10 maandsalarissen en met toepassing van de correctiefactor C = 1,5.
Het verweer
Fairy Golf concludeert primair tot afwijzing van het verzoek en subsidiair tot toewijzing daarvan zonder toekenning van een vergoeding.
Ter toelichting voert Fairy Golf – samengevat – het volgende aan.
Fairy Golf heeft de arbeidsovereenkomst met [verzoeker] met toestemming van UWV WERKbedrijf opgezegd. Bijzondere omstandigheden waardoor van [verzoeker] niet kan worden gevergd dat hij de regelmatige beëindiging van de arbeidsovereenkomst per 1 november 2009 afwacht, zijn gesteld noch gebleken. [verzoeker] kan een vordering ter zake van kennelijk onredelijke opzegging instellen. [verzoeker] heeft het ontbindingsverzoek met slechts één doel ingediend: het verkrijgen van een vergoeding ten laste van Fairy Golf. Het verzoek dient dan ook te worden afgewezen.
Indien het ontbindingsverzoek wordt toegewezen, dan is er geen aanleiding om aan [verzoeker] een vergoeding toe te kennen, laat staan een met toepassing van de correctiefactor C = 1,5. Fairy Golf heeft [verzoeker] geruime tijd voor de aanvraag van de ontslagvergunning bij het UWV WERKbedrijf een baan aangeboden bij Het Bosch om daarmee te voorkomen dat [verzoeker] werkloos zou worden. [verzoeker] heeft vroeger al bij Het Bosch gewerkt en Het Bosch wilde hem daar graag terug hebben. Van een aanbod “pour besoin de la cause” is hoegenaamd geen sprake. Ook is het niet zo dat [verzoeker] bij Het Bosch 14 uur per dag zou moeten werken. Dit is nimmer zo door [XXX] aan hem voorgesteld. Bij Het Bosch wordt via een vast rooster gedurende 8 uur per dag gewerkt. [XXX] heeft dit ook zo met [verzoeker] besproken. Daar komt bij dat de reisafstand tussen Amsterdam en [woonplaats] met eigen of openbaar vervoer goed te doen is. Ook had [verzoeker] ervoor kunnen kiezen weer in Amsterdam te gaan wonen. [verzoeker] heeft het aanbod van [XXX] willens en wetens afgeslagen. Dat is te meer verbazingwekkend, gelet op het feit dat [verzoeker] in de UWV-procedure heeft gesteld dat hij weer in Het Bosch tewerkgesteld wilde worden. De gevolgen van die weigering behoren daarom geheel voor risico van [verzoeker] te komen en mogen niet op Fairy Golf worden afgewenteld.
De beoordeling
De kantonrechter heeft zich ervan vergewist dat het verzoek geen verband houdt met het bestaan van een opzegverbod als bedoeld in artikel 7:685 lid 1 BW.
Het staat [verzoeker] vrij om tot het moment waarop zijn arbeidsovereenkomst ten einde komt, een ontbindingsverzoek in te dienen. Dat [verzoeker] dit alleen doet met het oog op het verkrijgen van een vergoeding, staat daaraan niet in de weg en kan dan ook geen grond zijn om hem niet in zijn verzoek te ontvangen of de vordering af te wijzen.
[verzoeker] heeft tijdens de procedure bij UWV WERKbedrijf aangegeven bij Het Bosch in dienst te willen treden. Vast staat dat deze kans hem daadwerkelijk is geboden. Dat dit aanbod “pour besoin de la cause” is gedaan, dat het slechts om een tijdelijke oplossing ging en dat de arbeidsvoorwaarden bovendien zo slecht waren, dat van [verzoeker] redelijkerwijs niet kon worden verwacht dat hij het aanbod aanvaardde, heeft [verzoeker] niet aannemelijk gemaakt. Door het aanbod van [XXX] af te slaan, heeft [verzoeker] het over zichzelf afgeroepen dat hij thans zonder werk zit. Nog daargelaten dat thans geen sprake meer is van een arbeidsovereenkomst, zou deze situatie er dan ook niet toe hebben kunnen leiden dat de arbeidsovereenkomst billijkheidshalve vóór 1 november 2009 moet worden ontbonden.
Het verzoek wordt daarom afgewezen.
Hetgeen partijen verder nog naar voren hebben gebracht behoeft geen bespreking meer, nu dit in het licht van hetgeen in deze beschikking is vastgesteld en overwogen, niet tot een andere beslissing kan leiden.
Gezien de aard van de procedure worden de kosten tussen partijen gecompenseerd in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
De beslissing
De kantonrechter:
wijst het verzoek af;
bepaalt dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Deze beschikking is gegeven door mr. C.E. van Oosten-van Smaalen, bijgestaan door
Drs. A.J. Verkruisen, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum.