ECLI:NL:RBHAA:2009:BK3810
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontbinding van de arbeidsovereenkomst en vergoeding bij afwijzing van het verzoek
In deze zaak verzoekt de werknemer, die zijn arbeidsovereenkomst met toestemming van UWV WERKbedrijf heeft laten opzeggen per 1 november 2009, om ontbinding van de arbeidsovereenkomst met terugwerkende kracht en om een vergoeding. De kantonrechter verklaart de werknemer ontvankelijk in zijn verzoek, aangezien het hem vrijstaat om tot het moment van beëindiging van de arbeidsovereenkomst een ontbindingsverzoek in te dienen, ook al is dit enkel gericht op het verkrijgen van een vergoeding. De kantonrechter oordeelt echter dat de werknemer zelf verantwoordelijk is voor zijn werkloosheid, omdat hij een aanbod van de werkgever om elders te werken heeft afgewezen. De werknemer heeft niet aannemelijk gemaakt dat hij redelijkerwijs niet in staat was dit aanbod te aanvaarden. Het verzoek om ontbinding wordt afgewezen.
De feiten van de zaak zijn als volgt: de werknemer, die sinds 1995 in dienst was bij een dochteronderneming van Fairy Golf, heeft in 2009 een aanbod gekregen om terug te keren naar een andere dochteronderneming, maar heeft dit aanbod niet geaccepteerd. De werkgever heeft toestemming gevraagd aan UWV WERKbedrijf om de arbeidsovereenkomst op te zeggen, wat is goedgekeurd. De werknemer heeft bezwaar gemaakt tegen deze opzegging, maar de kantonrechter oordeelt dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die rechtvaardigen dat de werknemer niet kan wachten op de reguliere beëindiging van de arbeidsovereenkomst. De kantonrechter wijst het verzoek om ontbinding af en bepaalt dat de kosten tussen partijen worden gecompenseerd.
De beslissing van de kantonrechter is dat het verzoek van de werknemer wordt afgewezen en dat iedere partij zijn eigen kosten draagt.