ECLI:NL:RBHAA:2009:BK3824

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
11 november 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
423141-CV EXPL 09-4657
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vordering tot betaling op basis van niet rechtsgeldige verpanding van vorderingen

In deze zaak vorderde de eiseres, Vleeswarenfabriek Maasland B.V., betaling van openstaande facturen van de gedaagde, De Gouden Wok Schiphol A4 B.V. De vordering was gebaseerd op een pandovereenkomst tussen Maasland en een derde, waarbij de derde als pandgever aan Maasland een eerste pandrecht verleende op zijn vorderingsrechten. De gedaagde voerde als verweer aan dat de vordering niet rechtsgeldig was verpand.

De kantonrechter oordeelde dat de vordering van Maasland moest worden afgewezen. De rechter stelde vast dat niet was aangetoond dat de vordering op het moment van vestiging van het pandrecht reeds bestond of dat deze rechtstreeks zou worden verkregen uit een bestaande rechtsverhouding, zoals vereist door artikel 3:239 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek. De rechter concludeerde dat de pandakte niet voldeed aan de vereisten voor een rechtsgeldige stille verpanding, omdat de toekomstige vorderingen niet voldoende bepaald waren en er geen bestaande rechtsverhouding was tussen de pandgever en de gedaagde op het moment van de verpanding.

Daarnaast werd vastgesteld dat de gedaagde niet op de hoogte was van de verpanding op het moment van betaling aan de derde, en dat Maasland niet had bewezen dat de mededeling van de verpanding de gedaagde had bereikt. De kantonrechter oordeelde dat de vordering van Maasland niet kon slagen en dat de proceskosten voor rekening van Maasland kwamen, omdat zij in het ongelijk werd gesteld.

De beslissing van de kantonrechter was derhalve om de vordering van Maasland af te wijzen en haar te veroordelen tot betaling van de proceskosten aan de gedaagde, die op € 400,00 werden begroot.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector kanton
Locatie Haarlem
zaak/rolnr.: 423141/ CV EXPL 09-4657
datum uitspraak: 11 november 2009
VONNIS VAN DE KANTONRECHTER
inzake
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
VLEESWARENFABRIEK MAASLAND B.V.
te Almere
eiseres
hierna te noemen Maasland
gemachtigde: Geerlings & Hofstede gerechtsdeurwaarders
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DE GOUDEN WOK SCHIPHOL A4 B.V.
te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer
gedaagde
hierna te noemen De Gouden Wok
gemachtigde: mr. D.Y. Li
De procedure
Maasland heeft De Gouden Wok gedagvaard op 23 april 2009. De Gouden Wok heeft schriftelijk geantwoord.
Nadat de kantonrechter had beslist dat de zaak zich niet leent voor een comparitie van partijen na antwoord, heeft Maasland schriftelijk op het antwoord gereageerd, waarna De Gouden Wok nog een schriftelijke reactie heeft gegeven.
De feiten
1. Op 22 augustus 2005 hebben Maasland en de heer [XXX] (hierna: [XXX]) een pandovereenkomst gesloten inhoudende dat [XXX] als pandgever aan Maasland als pandhouder een eerste pandrecht verleent op zijn vorderingsrechten. In de overeenkomst is onder meer het volgende opgenomen:
“(…) 1.1. Tot zekerheid voor de nakoming door Pandgever van al zijn huidige en toekomstige betalingsverplichtingen jegens Pandhouder uit hoofde van de Betalingsregeling, verleent Pandgever bij deze aan Pandhouder, die dit hierbij aanvaardt, een eerste pandrecht op de Vorderingsrechten. De Vorderingsrechten zijn per de stand van 26 mei 2005 opgesomd in de als Bijlage 2 aangehechte lijst.
1.2. Pandgever staat er voor in dat hij bevoegd is over de Vorderingsrechten te beschikken, alsmede dat deze vrij zijn van beperkte rechten. Pandgever verklaart meer in het bijzonder dat hij bevoegd is tot het verpanden van de Vorderingsrechten. (…)
6.1. Pandhouder verplicht zich om de verpanding van de Vorderingsrechten, zolang Pandgever zijn verplichtingen uit hoofde van de Betalingsregeling stipt nakomt, niet mede te delen of te betekenen aan enige debiteur van Pandgever (…). Pandgever blijft derhalve inningsbevoegd totdat mededeling of betekening aan de debiteuren van Pandgever heeft plaatsgevonden. (…)
6.3. Na mededeling of betekening van de verpanding aan de debiteuren van Pandgever (…) is Pandhouder bevoegd in en buiten rechte nakoming van de betreffende vorderingen te eisen en betalingen in ontvangst te nemen. (…)”
2. De Gouden Wok is gevestigd aan het adres Rijksweg A4 nummer 1, 2132 MA te Hoofddorp.
3. De Gouden Wok heeft in verband met de levering van vlees van [XXX] facturen d.d. 14 en 21 september 2005, 5 en 7 oktober 2005 ontvangen voor een totaalbedrag van
€ 4.004,95. Op de facturen is een betalingstermijn van 14 dagen vermeld.
4. Op 27 oktober 2005 heeft Maasland een aangetekende brief gestuurd aan De Gouden Wok, geadresseerd aan het adres Rijksweg A4 nummer 1, 2132 MA Schiphol. In deze brief staat onder meer:
“(…) Op 22 augustus 2005 heeft de heer [XXX] al zijn huidige en toekomstige vorderingen op u verpand ten behoeve van Vleeswarenfabriek Maasland B.V. Een afschrift van de pandakte treft u bijgaand aan. Conform artikel 6 van de pandakte doen wij hierbij mededeling van voornoemd pandrecht. Vanaf heden bent u daarom gehouden om alles wat de heer [XXX] van u te vorderen heeft aan Vleeswarenfabriek Maasland B.V. te voldoen. Het is u dus niet langer meer toegestaan betalingen te verrichten aan de heer [XXX]. (…) Wij verzoeken u daarom om het gehele tot op heden openstaande opeisbare bedrag van € 14.337,73 binnen 7 dagen na heden over te maken (…).”
5. Op of omstreeks 23 januari 2006 heeft De Gouden Wok € 9.827,75 voldaan aan
Q Cosmetics International, de naam van een onderneming waaronder [XXX] (mede) handelt. Deze betaling omvat onder meer de onder punt 3. van de feiten genoemde facturen.
6. Maasland heeft De Gouden Wok bij brieven van 4 en 22 augustus 2006 gesommeerd een bedrag van € 12.081,68 te voldoen terzake openstaande facturen van [XXX].
7. Op 22 augustus 2006 heeft De Gouden Wok aan Maasland kenbaar gemaakt alle openstaande facturen van [XXX] te hebben betaald. De Gouden Wok heeft onder meer het volgende geschreven aan Maasland:
“(…) Zoverre bekend staat Dhr. [XXX] nog steeds op dezelfde adres ingeschreven en zakelijke verbanden te hebben, maar onder Q Cosmetic en mij niet op de hoogte werd gesteld over een verpanding van [XXX] Consulting aan Maasland toender tijd. Ook mede delen aan Dhr. [XXX] betreft openstaande facturen van de maanden september en oktober aan [XXX] Consulting wegens opgeheven bankrekening, werd door Dhr. [XXX] aan ons mede gedeeld dat het bedrag ook aan hen overgemaakt kon worden, maar met een nieuwe bankrekening. (…)”
8. Bij brief van 10 mei 2007 heeft Maasland aan De Gouden Wok geschreven dat zij te laat en aan de verkeerde persoon heeft betaald, en dat de vordering nog open staat.
De vordering
Maasland vordert (samengevat) veroordeling van De Gouden Wok tot betaling van
€ 4.604,95 vermeerderd met rente en kosten. Maasland stelt daartoe het volgende.
Als gevolg van de pandovereenkomst tussen Maasland en [XXX] en de mededeling daarover aan De Gouden Wok op 27 oktober 2005, is De Gouden Wok onder andere betaling verschuldigd aan Maasland van de facturen van 14 en 21 september 2005 alsmede de facturen van 5 en 7 oktober 2005 voor in totaal een bedrag van € 4.004,95.
Maasland heeft, ondanks aanmaningen, geen betaling verkregen van De Gouden Wok. Daarom heeft Maasland haar vordering ter incasso uit handen gegeven. De daarmee gemoeide kosten komen op grond van artikel 6:96 BW voor rekening van De Gouden Wok en wel voor het bedrag van € 600,00 conform de aanbevelingen van Rapport Voorwerk II.
Maasland vordert tevens de wettelijke rente over de hoofdsom vanaf de dag van de dagvaarding.
Het verweer
De Gouden Wok betwist de vordering. Zij voert daartoe onder meer aan dat Maasland geen pandrecht heeft gevestigd op de huidige en toekomstige vorderingen die [XXX] op De Gouden Wok zou hebben of zou verkrijgen, omdat niet is voldaan aan de vereisten voor stille verpanding. In de pandakte zijn de toekomstige vorderingen niet met voldoende bepaaldheid omschreven. De vorderingen van [XXX] op De Gouden Wok bestonden nog niet ten tijde van de verpanding en er was op 22 augustus 2005 geen bestaande rechtsverhouding tussen [XXX] en De Gouden Wok op grond waarvan toekomstige vorderingen rechtstreeks konden worden verkregen. De onderhandse pandakte is bovendien niet geregistreerd, hetgeen strijdig is met artikel 3:239 BW. Maasland heeft althans geen bewijs overgelegd van registratie.
Verder heeft De Gouden Wok de mededeling van 27 oktober 2005 van Maasland over de verpanding niet ontvangen. Maasland heeft niet bewezen dat deze mededeling De Gouden Wok heeft bereikt. De Gouden Wok was niet eerder dan op 4 augustus 2006 op de hoogte van de verpanding van de vordering, het moment waarop Maasland De Gouden Wok heeft aangemaand. De Gouden Wok had toen al bevrijdend betaald aan [XXX].
De Gouden Wok betwist buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd te zijn, omdat Maasland geen werkzaamheden heeft verricht die voor vergoeding in aanmerking komen.
De beoordeling van het geschil
1. Het meest verstrekkende verweer van De Gouden Wok is dat de vorderingen in kwesite van [XXX] op De Gouden Wok niet rechtsgeldig aan Maasland zijn verpand, waardoor Maasland niets te vorderen heeft van De Gouden Wok.
2. Ingevolge artikel 3:239 lid 1 BW is voor een rechtsgeldige stille verpanding van een toekomstige vordering vereist dat de vordering op het tijdstip van de vestiging van het pandrecht reeds bestaat of rechtstreeks zal worden verkregen uit een dan reeds bestaande rechtsverhouding.
3. Nu niet is gesteld of gebleken dat de vorderingen waarvan Maasland betaling vordert reeds bestonden op het moment van vestiging van het pandrecht en evenmin is gesteld of gebleken dat op dat moment sprake was van een bestaande rechtsverhouding tussen De Gouden Wok en [XXX] op grond waarvan de vorderingen rechtstreeks zouden worden verkregen is geen sprake van een rechtsgeldige verpanding van de in dit geding zijnde vorderingen. Immers, uit de nota’s in kwestie, die alle dateren van ná 22 augustus 2005 blijkt niet dat de daarin genoemde vleesproducten al voor die datum door De Gouden Wok waren gekocht of besteld. Ook is niet gebleken van het bestaan van een duurovereenkomst tussen [XXX] en De Gouden Wok waarin de toekomstige vleesleveranties al in voldoende bepaalbare mate of vorm waren vastgelegd. De vordering moet reeds hierop stranden.
4. Hetgeen partijen verder nog naar voren hebben gebracht behoeft geen bespreking meer, nu dit in het licht van hetgeen in dit vonnis is vastgesteld en overwogen, niet tot een andere beslissing kan leiden.
5. De proceskosten komen voor rekening van Maasland omdat deze in het ongelijk wordt gesteld.
De beslissing
De kantonrechter:
- wijst de vordering af;
- veroordeelt Maasland tot betaling van de proceskosten, die aan de kant van De Gouden Wok tot en met vandaag worden begroot op € 400,00 aan salaris van de gemachtigde.
Dit vonnis is gewezen door mr. N.E. Kwak en uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum.