ECLI:NL:RBHAA:2009:BK9817
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - meervoudig
- R.E.A. Toeter
- J. Italianer
- J.L. de Vries
- Rechtspraak.nl
Opzettelijke invoer van cocaïne met tegenstrijdige verklaringen van de verdachte
In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 1 oktober 2009 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 5 juli 2009 op Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, werd aangehouden voor het opzettelijk invoeren van 2781,2 gram cocaïne. De verdachte, die geen bekende woon- of verblijfplaats had en gedetineerd was in PI Achterhoek, had een koffer bij zich die onder verdachte omstandigheden was gecontroleerd door douaneambtenaren. De speurhond toonde verhoogde interesse in de koffer, die een bagagelabel droeg met de naam van de verdachte. Bij een scan werden afwijkende contouren waargenomen, wat leidde tot verder onderzoek. De koffer bleek verdikte zijwanden te hebben, waarin een pakket met vermoedelijk cocaïne was verborgen. De rechtbank oordeelde dat de verklaringen van de verdachte onderling tegenstrijdig waren en dat hij niet geloofwaardig was in zijn ontkenning van opzet. De rechtbank verwierp het verweer van de verdachte dat hij niet op de hoogte was van de inhoud van de koffer. De rechtbank achtte het bewezen dat de verdachte opzettelijk handelde in strijd met de Opiumwet, en legde een gevangenisstraf van 27 maanden op. Tevens werden verschillende in beslag genomen voorwerpen verbeurd verklaard, waaronder een vliegticket en telefoons. De rechtbank overwoog dat de ingevoerde hoeveelheid cocaïne bestemd moest zijn voor verdere verspreiding, wat de ernst van het feit onderstreepte.