ECLI:NL:RBHAA:2009:BM7588

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
21 oktober 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
426951 - CV EXPL 09-5966
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Verzet
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verplichtingen van werkgever op basis van CAO Multimodaal Vervoer met betrekking tot fulltime dienstverbanden voor parttimers

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Haarlem op 21 oktober 2009 uitspraak gedaan in een verzetprocedure tussen Connexxion Openbaar Vervoer N.V. en [geopposeerde 1], vertegenwoordigd door CNV Bedrijvenbond. Connexxion had [geopposeerde 1] gedagvaard na een verstekvonnis van 29 april 2009, waarin de kantonrechter had geoordeeld dat Connexxion verplicht was om [geopposeerde 1] een fulltime dienstverband aan te bieden op basis van artikel 8 lid 2 van de CAO Multimodaal Vervoer. De kern van het geschil was of Connexxion zich aan deze verplichting hield en of er daadwerkelijk een opengevallen fulltime functie was die aan [geopposeerde 1] aangeboden had moeten worden.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat [geopposeerde 1] sinds 21 mei 2007 in dienst was bij Connexxion als buschauffeur op basis van een parttime contract van 32 uur per week. Ondanks herhaalde verzoeken om uitbreiding van zijn uren, heeft Connexxion geen fulltime dienstverband aangeboden. In het verstekvonnis werd Connexxion veroordeeld tot schadevergoeding en het aanbieden van een fulltime contract, maar Connexxion betwistte deze verplichtingen en stelde dat er geen opengevallen functies waren en dat de CAO niet zo moest worden geïnterpreteerd.

De kantonrechter oordeelde dat Connexxion niet in gebreke was gebleven. De uitleg van de bepalingen in de CAO, met name over de voorrang van parttimers bij uitbreiding van uren en het vervullen van opengevallen functies, leidde tot de conclusie dat er geen verplichting bestond om [geopposeerde 1] een fulltime dienstverband aan te bieden. De rechter vernietigde het eerdere vonnis en wees de vorderingen van [geopposeerde 1] en CNV af, waarbij de proceskosten voor rekening van [geopposeerde 1] en CNV kwamen, behoudens de kosten van het verzetexploot die voor Connexxion waren.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector kanton
Locatie Haarlem
zaak/rolnr.: 426951 / CV EXPL 09-5966
datum uitspraak: 21 oktober 2009
VONNIS VAN DE KANTONRECHTER
inzake
de naamloze vennootschap
CONNEXXION OPENBAAR VERVOER N.V.
te Haarlem
opposante
hierna te noemen: Connexxion
gemachtigde: mr. W.M. van Hes
tegen
1. [geopposeerde 1]
te [woonplaats]
hierna te noemen: [geopposeerde 1]
2. de rechtspersoonlijkheid bezittende vereniging
CNV BEDRIJVENBOND
te Utrecht
geopposeerden
hierna te noemen: CNV
gemachtigde: mr. drs. H. Aydemir
De procedure
Connexxion heeft [geopposeerde 1] gedagvaard op 8 juni 2009 onder de mededeling dat zij in verzet komt tegen het op 29 april 2009 gewezen verstekvonnis.
Nadat de kantonrechter had beslist dat de zaak zich niet leent voor een comparitie van partijen, heeft [geopposeerde 1] schriftelijk op de verzetdagvaarding gereageerd, waarna Connexxion nog een schriftelijke reactie heeft gegeven.
De feiten
1. [geopposeerde 1] is op 21 mei 2007 bij Connexxion in dienst getreden in de functie van buschauffeur binnen de afdeling Openbaar Vervoer op basis van een arbeidsduur van 32 uur per week. De standplaats van Connexxion is Joure, Friesland.
2. Op de arbeidsovereenkomst is de CAO Multimodaal Vervoer (hierna: CAO) van toepassing.
3. Artikel 8 lid 2 van de CAO luidt als volgt:
Parttimers krijgen voorrang bij uitbreiding van het overeengekomen aantal arbeidsuren of het vervullen van een opengevallen fulltime baan in dezelfde functie, mits zij voldoen aan de functie-eisen.
4. [geopposeerde 1] heeft vanaf zijn indiensttreding aan Connexxion gevraagd om fulltime, te weten 36 uur per week, te mogen werken.
5. Bij brief van 27 januari 2009 schrijft [werknemer ] aan de gemachtigde van [geopposeerde 1]:
Het verzoek voor uitbreiding uren van de heer [geopposeerde 1] is opgenomen in zijn dossier en hij staat inmiddels boven aan de lijst.
De reden waarom wij de contracturen van de heer [geopposeerde 1] niet hebben kunnen ophogen zijn dat de gemiddelde dienstlengte in Dokkum van maandag tot zondag te laag ligt voor een fulltime baan. (…). Kortom de dienstregeling in Dokkum laat niet veel ruimte voor een urenuitbreiding.
6. Connexxion heeft [geopposeerde 1] tot op heden geen fulltime dienstverband aangeboden.
Het verstekvonnis
Bij voormeld verstekvonnis heeft de kantonrechter Connexxion overeenkomstig de vordering van [geopposeerde 1] veroordeeld tot:
1. betaling van schadevergoeding met ingang van 8 september 2009 ad € 274,91 bruto per maand totdat [geopposeerde 1] een 36-urige werkweek heeft gekregen;
2. correcte nakoming van de CAO Multimodaal Vervoer door [geopposeerde 1] op grond van artikel 8 lid 2 van de CAO Multimodaal Vervoer een arbeidsovereenkomst voor 36 uur aan te bieden op verbeurte van een dwangsom van € 500,00 per dag of gedeelte daarvan dat Connexxion in gebreke blijft te voldoen te betalen aan CNV;
3. correcte nakoming van de CAO Multimodaal Vervoer op verbeurte van een dwangsom van € 500,00 voor elke dag of gedeelte daarvan dat Connexxion in gebreke blijkt hieraan te voldoen te betalen aan CNV;
4. betaling van de wettelijke rente, de buitengerechtelijke incassokosten en de kosten van de procedure.
De vordering in oppositie
Connexxion vordert kort gezegd nietigverklaring van het verstekvonnis en afwijzing van de oorspronkelijke vordering.
Connexxion stelt (samengevat) dat zij zich houdt aan artikel 8 lid 2 van de CAO. Ter onderbouwing van haar standpunt voert zij aan dat de zinsnede “uitbreiding van het overeengekomen aantal arbeidsuren” aldus moet worden uitgelegd dat het moet gaan om het totaal aantal arbeidsuren bij de werkgever dat zij met alle werknemers binnen de provincie Friesland overeengekomen is. Over de periode 1 juni 2009, de datum van indiensttreding van [geopposeerde 1], tot 1 juli 2009 is het aantal arbeidsuren juist afgenomen. Dit komt doordat Connexxion 20.000 uren minder Openbaar Vervoer in Friesland mag leveren. Dit betekent dan ook dat als een arbeidsovereenkomst met een buschauffeur eindigt, het aantal uren van deze chauffeur niet of ten dele wordt opgevuld. Ook is het niet mogelijk om alle chauffeurs gedurende de overeengekomen uren per week daadwerkelijk te laten rijden. Er ontstaan dan de zogenaamde minuren, uren waarbij een chauffeur wel opgeroepen wordt en betaald krijgt, maar geen feitelijke werkzaamheden verricht. Connexxion wil het aantal min-uren zo laag mogelijk houden en dat kan dan niet anders dan een flexibele arbeidsomgang met haar werknemers.
Connexxion stelt dat de zinsnede “het vervullen van een opengevallen fulltime baan” betekent dat er daadwerkelijk een fulltime baan bij Connexxion moet zijn opengevallen en moet leiden tot een vacature. Het is aan Connexxion te bepalen of, bij een vertrek van een chauffeur, zijn plaats moet worden opgevuld. Er zijn bij Connexxion geen daadwerkelijke fulltime functies opengevallen op grond waarvan Connexxion [geopposeerde 1] een fulltime baan zou moeten aanbieden.
Voorts stelt Connexxion zich op het standpunt dat de zinsnede “parttimers krijgen voorrang” betekent dat er gekeken moet worden naar de anciënniteit van de desbetreffende parttime chauffeur. De chauffeur met de hoogste anciënniteit zou eerst de opengevallen fulltime functie aangeboden moeten krijgen. [geopposeerde 1] voldoet niet aan deze voorwaarde, zodat zijn vordering ook om deze reden dient te worden afgewezen.
Ten slotte betwist Connexxion dat zij € 10.000,00 op grond van artikel 15 en 16 WCO aan CNV verschuldigd is. Connexxion heeft de hiervoor genoemde artikelen niet jegens CNV geschonden. Het onderhavige schil gaat immers over de uitleg van artikel 8 lid 2 CAO. Bovendien is CNV zelf een van de CAO-partijen geweest en heeft zij driemaal met artikel 8 lid 2 CAO ingestemd.
Het verweer in oppositie
[geopposeerde 1] voert aan dat Connexxion zich niet gehouden heeft aan artikel 8 lid 2 CAO. Immers, op grond van deze bepaling dient Connexxion aan [geopposeerde 1] een fulltime baan aan te bieden. In de periode april 2008 tot oktober 2008 zijn acht medewerkers van Randstad in dienst bij Connexxion getreden. Connexxion had deze uren aan [geopposeerde 1] moeten aanbieden. Bovendien is een fulltime chauffeur Planner geworden en een andere chauffeur is Medewerker Support geworden. Ook deze uren heeft Connexxion aan [geopposeerde 1] moeten aanbieden.
Voorts voert [geopposeerde 1] aan dat hij schade heeft geleden. [geopposeerde 1] heeft zich immers vanaf 8 september 2008 danwel 15 januari 2009 bereikbaar en beschikbaar gehouden om fulltime te werken. De schade van [geopposeerde 1] bedraagt per 8 september 2008 een bedrag van € 274,91 bruto per maand, te weten het loon dat hij zou hebben verdiend als hij 36 uur per week zou hebben gewerkt.
Ten slotte voert [geopposeerde 1] aan dat Connexxion tot op heden heeft geweigerd om de CAO na te leven. Door het niet naleven van de CAO heeft CNV schade geleden, bestaande uit ondermijning van het gezag van CNV als vakorganisatie, vermindering van werfkracht, gemaakte kosten en gederfde inkomsten die bestuurders van CNV hebben moeten maken om Connexxion de CAO correct na te laten komen. Op grond van artikel 15 jo artikel 16 Wet CAO is Connexxion aansprakelijk voor deze schade. Daarom dient Connexxion een bedrag van € 10.000,00 aan CNV te betalen.
De beoordeling van het geschil
Het geschil van partijen gaat over de vraag of Connexxion op grond van artikel 8 lid 2 van de CAO, verplicht is aan [geopposeerde 1] een fulltime dienstverband aan te bieden.
Voor de uitleg van de bepalingen van een CAO zijn in beginsel de bewoordingen daarvan doorslaggevend en eventueel de bewoordingen van de daarbij behorende schriftelijke toelichting, een en ander gelezen in het licht van de gehele tekst van de CAO. Daarbij komt het niet aan op de bedoelingen van de partijen bij de CAO, voor zover deze niet uit de CAO-bepalingen en de toelichting kenbaar zijn, maar op de betekenis die naar objectieve maatstaven volgt uit de bewoordingen waarin de CAO en de toelichting zijn gesteld. Bij deze uitleg kan onder meer acht worden geslagen op de elders in de CAO gebruikte formuleringen en op de aannemelijkheid van de rechtsgevolgen waartoe de onderscheiden, op zichzelf mogelijke tekstinterpretaties zouden leiden (aldus HR 31-5-2002, LJN AE2376)
Partijen hebben geen schriftelijke toelichting op de CAO overgelegd zodat de kantonrechter ervan uitgaat dat die toelichting er niet is.
Allereerst ligt de vraag voor wat “voorrang” in artikel 8 lid 2 van de CAO betekent. Naar het oordeel van de kantonrechter kan dit niet anders worden uitgelegd dan voorrang ten opzichte van nieuw aan te trekken medewerkers.
Vervolgens moet de vraag wat “uitbreiding van het overeengekomen aantal arbeidsuren” betekent, beantwoord worden. Wat onder “uitbreiding van het overeenkomen aantal arbeidsuren” moet worden verstaan, blijkt niet zonder meer uit de tekst van de CAO. Naar de kantonrechter begrijpt voert [geopposeerde 1] aan dat het Connexion niet was toegestaan nieuwe parttime medewerkers via Randstad aan te trekken, nu deze nieuwe medewerkers “uren” gingen werken, die volgens voormeld artikel aan hem zouden moeten worden toebedeeld. De kantonrechter is van oordeel dat [geopposeerde 1] daarmee echter een onjuist uitleg aan het begrip “uitbreiding van het aantal uren” geeft.
De kantonrechter overweegt daartoe dat het begrip “uitbreiding van uren” in artikel 8 lid 2 CAO in het onderhavige geval zo dient te worden uitgelegd dat [geopposeerde 1] zich op dit artikel zou kunnen beroepen indien er sprake zou zijn van een nieuw aan te trekken medewerker met een arbeidsduur van meer dan 32 uur per week. In dat geval zou Connexion voorrang moeten geven aan [geopposeerde 1] boven zo’n nieuw aan te trekken medewerker. Daarvan is in het onderhavige geval echter geen sprake. Gesteld noch gebleken is dat de nieuwe medewerkers meer uren werken dan [geopposeerde 1]. Connexxion heeft betoogd dat de Randstadmedewerkers flexibeler inzetbaar zijn voor het opvullen van een beperkt aantal uren per dag zodat Connexxion het rooster rond kan krijgen zonder al te veel min-uren. Met Connexxion is de kantonrechter van oordeel dat van Connexxion niet verlangd kan worden dat zij teveel min-uren accepteert en dat dit ook niet volgt uit artikel 8 lid 2 CAO.
Ten aanzien van “het vervullen van een opengevallen fulltime baan in dezelfde functie” geldt dat Connexxion onbestreden heeft gesteld dat besloten is de door [geopposeerde 1] bedoelde functies te doen vervallen. Van een opengevallen functie kan dan niet gesproken worden.
Nu niet gebleken is dat sprake is van “uitbreiding van het overeengekomen aantal arbeidsuren” of het vervullen van een opengevallen fulltime baan in dezelfde functie moet worden aangenomen dat Connexxion haar verplichting uit de CAO jegens [geopposeerde 1] op een correcte wijze is nagekomen. De kantonrechter zal de vordering van Connexxion in oppositie daarom toewijzen.
Hetgeen partijen verder nog naar voren hebben gebracht behoeft geen bespreking, nu dit in het licht van hetgeen hiervoor is vastgesteld en overwogen, niet tot een andere beslissing kan leiden.
De proceskosten in de verstek- en de verzetprocedure komen voor rekening van [geopposeerde 1] en CNV omdat deze in het ongelijk worden gesteld, behoudens de kosten van het verzetexploot, die voor rekening van Connexxion dienen te blijven.
De beslissing
De kantonrechter, rechtdoende in oppositie:
- vernietigt het aangevallen vonnis;
en opnieuw rechtdoende:
- wijst de vorderingen van [geopposeerde 1] en CNV af;
- veroordeelt [geopposeerde 1] en CNV tot betaling van de proceskosten in de verzetprocedure, die aan de kant van Connexxion tot en met vandaag worden begroot op € 500,00 aan gemachtigdensalaris, waarbij wordt bepaald dat de kosten van het verzetexploot voor rekening van Connexxion blijven.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.A. Boom en uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum.