ECLI:NL:RBHAA:2010:BL4511
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - meervoudig
- W.J. van Andel
- J.T.M. Nijenhof
- A.J. Wolfs
- Rechtspraak.nl
Wraking van de kantonrechter in een civiele procedure tussen ING personeel VOF en verzoeker
In deze zaak heeft verzoeker op 16 december 2009 de wraking verzocht van de kantonrechter in een aanhangige civiele procedure tussen ING personeel VOF en verzoeker. De wrakingsgrond was gebaseerd op de vermeende vooringenomenheid van de kantonrechter, die volgens verzoeker blijk had gegeven van partijdigheid door haar houding en uitlatingen tijdens de zitting. Verzoeker stelde dat de kantonrechter, die eerder als advocaat bij kantoor Stibbe had gewerkt, een financiële band had met de ING, de verzoekende partij in de hoofdzaak. Tijdens de zitting op 26 januari 2010 werd verzoeker, zijn gemachtigde en de kantonrechter gehoord. De gemachtigde van de wederpartij in de hoofdzaak was afwezig.
De kantonrechter betwistte de beschuldigingen van vooringenomenheid en stelde dat de aanvullende wrakingsgronden die verzoeker naar voren had gebracht niet relevant waren. De rechtbank oordeelde dat de subjectieve toets, die vereist is voor wraking, niet was aangetoond. De rechtbank benadrukte dat de kantonrechter uit hoofde van haar aanstelling wordt vermoed onpartijdig te zijn, en dat er geen uitzonderlijke omstandigheden waren die deze onpartijdigheid in twijfel trokken. De rechtbank concludeerde dat de aangevoerde feiten en omstandigheden geen grond voor wraking vormden en wees het verzoek af.
De beslissing werd openbaar uitgesproken op 26 januari 2010, waarbij de rechtbank de griffier opdroeg om een gewaarmerkt afschrift van de beslissing aan de betrokken partijen toe te zenden. Tegen deze beslissing stond geen rechtsmiddel open.