De feiten
a. Partijen (Aerdenburgh als verhuurder en [gedaagde] als huurder) hebben in oktober 2004 een huurovereenkomst gesloten met betrekking tot een onroerende zaak aan de [adres] te [woonplaats] (hierna te noemen: het gehuurde). [gedaagde] exploiteert in het gehuurde een hotel, plaatselijk bekend als ‘Hotel [XXX]’.
b. De huurprijs bedraagt laatstelijk € 5.431,66 per maand inclusief btw.
c. In de huurovereenkomst is onder meer bepaald:
3.1 Deze overeenkomst is aangegaan voor de duur van 3 jaar, ingaande op 1 januari 2005 en lopende tot en met 31 december 2007.
3.2 Na het verstrijken van de in 3.1 genoemde periode wordt deze overeenkomst voortgezet voor een aansluitende periode van 2 jaar en derhalve tot en met 31 december 2009. Deze overeenkomst wordt vervolgens voortgezet voor aansluitende perioden van telkens 5 jaar.
3.3 Beëindiging van deze overeenkomst vindt plaats door opzegging tegen het einde van een huurperiode met inachtneming van een termijn van tenminste één jaar.
3.4 Opzegging dient te geschieden bij deurwaardersexploot of per aangetekend schrijven. (…)
d. In de huurovereenkomst is de volgende bijzondere bepaling opgenomen:
(…) Al het binnen-, en klein buitenonderhoud komt voor rekening van huurder, in het bijzonder het onderhoud, vervanging daaronder begrepen, van de kunststof en/of houten ramen en deuren omdat deze vooral intensief door hotelgasten worden gebruikt en mogelijk bij onoordeelkundig gebruik extra onderhoud kan vergen. (…)
e. Op de huurovereenkomst zijn algemene bepalingen van toepassing verklaard (hierna verder: AB). Artikel 18 AB luidt - voor zover van belang - als volgt:
Betalingen
18.1 De betaling van de huurprijs (…) zal uiterlijk op de vervaldata (…) - zonder opschorting, korting, aftrek of verrekening met een vordering welke huurder op verhuurder heeft of meent te hebben - geschieden (…).
18.2 Telkens indien een uit hoofde van de huurovereenkomst door huurder verschuldigd bedrag niet prompt op de vervaldag is voldaan verbeurt huurder aan verhuurder (…) een direct opeisbare boete van 2% van het verschuldigde per kalendermaand (…) met een minimum van € 300,00 per maand. (…)
f. Bij brief van 7 oktober 2008 sommeert Aerdenburgh [gedaagde] tot betaling van een huurachterstand van € 15.913,24.
g. Op 10 november 2008 schrijft [gedaagde] aan Aerdenburgh:
(…) Eind dit jaar moet de beslissing genomen worden of het huidige huurcontract gecontinueerd moet worden. In de huidige omstandigheden; staat van onderhoud van het pand en de hoogte van het huurbedrag, heb ik op dit moment ernstige twijfels of ik het contract wil verlengen. (…)
Zoals ik al eerder, zowel schriftelijk als mondeling, heb gemeld vertoont het pand behoorlijk achterstallig onderhoud. (…)
Hieronder nogmaals de zaken ten aanzien van het pand en achterstallig onderhoud.
- Er is lekkage. Bij hevige regenval en wind komt er in verschillende kamers regenwater binnen via de plafonds. U heeft hier destijds kennis van genomen, er is een aannemer geweest die heeft geconstateerd dat het water binnen komt door niet goed passende kozijnen. Het is bij deze constatering gebleven want de gebreken zijn niet opgelost.
- Hetzelfde geldt voor de penetrante lucht, die na regenval uit verschillende kamers komt; het is geconstateerd en het is niet opgelost.
- Het trespa aan de buitenzijde van het pand dient gereinigd te worden.
- In verschillende badkamers is schimmelvorming omdat er geen ontluchtingssysteem is.
- Er is tijdens de storm in november 2006 een balkonrek weggewaaid.
Voor zover nodig wordt u (…) gesommeerd om uiterlijk binnen 14 dagen (…)de hierboven genoemde gebreken te verhelpen, bij gebrek waarvan ik mij in verband met derving van huurgenot gerechtigd acht om 25% van de huurpenningen in te houden met ingang van 1 december 2008. Tevens houd ik u aansprakelijk voor alle door mij geleden en nog te lijden schade.