ECLI:NL:RBHAA:2010:BL7572
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toetsing van een beding in een overeenkomst mobiele telefonie met betrekking tot voortijdige beëindiging en schadevergoeding
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Haarlem op 24 februari 2010 uitspraak gedaan in een geschil tussen Lindorff Purchase B.V. en een gedaagde. Lindorff, de eiseres, had de gedaagde gedagvaard wegens onbetaalde facturen die voortvloeiden uit een overeenkomst voor mobiele telefonie met KPN B.V. De gedaagde had een overeenkomst gesloten voor 24 maanden en had een mobiele telefoon ontvangen. KPN had de overeenkomst voortijdig ontbonden vanwege niet-nakoming van de betalingsverplichtingen door de gedaagde. Lindorff vorderde betaling van een totaalbedrag van € 3.362,55, inclusief wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten.
De gedaagde betwistte de vordering en stelde dat zij niet voor het bedrag dat KPN in rekening had gebracht had gebeld of ge-smst. De kantonrechter oordeelde dat het gedeelte van de vordering dat betrekking had op de niet-betaalde gesprekskosten (€ 1.818,23) toegewezen kon worden, omdat de gedaagde haar stelling niet had onderbouwd. De kantonrechter vernietigde echter het beding in de algemene voorwaarden van KPN dat de gedaagde verplichtte om de resterende abonnementskosten te betalen na voortijdige beëindiging van de overeenkomst. Dit beding werd als onaanvaardbaar beoordeeld op basis van redelijkheid en billijkheid.
De kantonrechter stelde een redelijke schadevergoeding vast, waarbij de schade werd gesplitst in een belcomponent en een toestelcomponent. De totale schadevergoeding werd vastgesteld op € 565,00. Daarnaast werden de wettelijke rente en een deel van de buitengerechtelijke kosten toegewezen. De gedaagde werd veroordeeld tot betaling van een totaalbedrag van € 2.573,39, vermeerderd met rente, en de proceskosten kwamen voor rekening van de gedaagde. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.