ECLI:NL:RBHAA:2010:BL8630

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
10 maart 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
448881 / CV EXPL 09-14871
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindigingsovereenkomst en beëindigingsvergoeding bij vrijwillig vertrek van werknemer

In deze zaak vordert eiseres, werkzaam bij British Airways, een verklaring voor recht dat er een beëindigingsovereenkomst is tot stand gekomen met een beëindigingsvergoeding van € 232.878,00 bruto. De werkgever, British Airways, had in het kader van bezuinigingsmaatregelen een vrijwillig vertrekprogramma aangekondigd en eiseres had interesse getoond in dit programma. De werkgever verstrekte een berekening van de beëindigingsvergoeding, maar de onderhandelingen werden gestaakt. Eiseres stelt dat er een onvoorwaardelijk aanbod is gedaan door de werkgever, dat zij heeft aanvaard.

De kantonrechter oordeelt dat er geen beëindigingsovereenkomst tot stand is gekomen. De rechter stelt vast dat het voor eiseres duidelijk had moeten zijn dat de werkgever slechts het voornemen had om in onderhandeling te treden over haar mogelijke vrijwillige vertrek. De communicatie van de werkgever wordt gekarakteriseerd als een uitnodiging tot onderhandelen, en niet als een bindend aanbod. De rechter concludeert dat er geen afdwingbare rechten zijn ontstaan voor eiseres met betrekking tot de beëindiging van de arbeidsovereenkomst of de betaling van enige vergoeding. De vordering van eiseres wordt afgewezen, en zij wordt veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector kanton
Locatie Haarlem
zaak/rolnr.: 448881 / CV EXPL 09-14871
datum uitspraak: 10 maart 2010
VONNIS VAN DE KANTONRECHTER
inzake
[eiseres]
wonende te [woonplaats]
eiseres
hierna te noemen: [eiseres]
gemachtigde: mr. J.C. Hennipman
tegen
de vennootschap naar buitenlands recht British Airways Plc
gevestigd te Amsterdam
gedaagde
hierna te noemen: British Airways
gemachtigde: mr. drs. H.V.R. Lepoutre
De procedure
[eiseres] heeft British Airways gedagvaard op 9 december 2009. British Airways heeft schriftelijk geantwoord. Partijen hebben producties in het geding gebracht.
De kantonrechter heeft bij tussenvonnis van 3 februari 2010 een comparitie van partijen gelast, die heeft plaatsgevonden op 5 februari 2010, waarbij de griffier aantekeningen heeft gemaakt van wat partijen verder naar voren hebben gebracht. Deze comparitie heeft gelijk-tijdig plaatsgevonden met de comparitie van partijen in de procedure met zaaknr./rolnr. 445317 CV EXPL 09-13248.
Vonnis is bepaald op vandaag.
De feiten
a. [eiseres] is op 1 augustus 1984 in dienst getreden bij British Airways, laatstelijk in de functie van Customer Service Teamleader. Het bruto maandloon bedraagt
€ 3.306,92 exclusief emolumenten.
b. British Airways is een luchtvaartmaatschappij. Zij heeft in verband met haar bedrijfseconomische situatie op 12 maart 2009 een e-mail gericht aan alle Europese medewerkers met onder meer de volgende passage:
“ Therefore we have decided to launch a voluntary severance scheme in Europe which is open to all employees, but will be subject to the agreement of management, who will reserve the right to accept or reject any applications.”
c. Op 20 maart 2009 heeft [XXX], HR Manager France BeNeLux bij British Airways, een e-mail gestuurd aan alle medewerkers in Nederland met als aanhef “Voluntary Severence Scheme – Netherlands”, waarin onder meer het volgende is meegedeeld:
“We follow up previous communications you all already received concerning the reorganization project within British Airways WorldWide and within Europe.
(…)
First of all, European Work Council has been informed of British Airways will to plan a voluntary severance scheme.
This is within this context that we are allowed to launch also this process for all British Airways staff working in Netherlands. We can now announce that the severance proposal will be as follows:
1 month adjusted salary (annual salary/12) per year of service x factor 2 x age factor (< 40= 1; between 40&50 = 1,5; > 50 = 2) – with a limit of severance that could not exceed the amount of salary still to be paid until 65 years old.
Deadline to send your official interest (by official letter, fax or email to [YYY] or myself) for a voluntary departure remains 27 march 2009 (…).”
d. Op verzoek van [eiseres] hee[YYY] van British Airways berekend op welk bedrag de beëindigingsvergoeding zou neerkomen. Daarop heeft [YYY] in zijn e-mail van 24 maart 2009 om 15.19 uur [eiseres] het volgende meegedeeld:
“Het bedrag wat ik heb berekend komt op zo ongeveer euro 217.854,40
Aan deze opgave kunnen geen rechten worden ontleend, omdat als jij Stephanie met copie aan mij aangeeft dat je geïnteresseert bent een officele brief met het bedrag zal ontvangen. Voor 9 april moet je dan officieel beslissen.”
In een e-mail van diezelfde dag om 16.00 uur heeft [YYY] nog aan [eiseres] geschreven:
“ik heb klein foutje gemaakt. Ik kom uit op bedrag van euro 232.878
Zelfde verhaal als eerder geen rechten tot de brief.”
e. [eiseres] heeft in haar e-mail van 25 maart 2009 aan onder anderen [YYY] en [XXX] geschreven:
“Please note that I am interested in the offer and would like to set wheels in motion. Looking forward to your news..”
f. [XXX] heeft in een e-mail van 1 april 2009 aan onder anderen [eiseres] meegedeeld:
I’m conscious that we have promised you a decision regarding your application to be part of the voluntary severance scheme by today. British Airways is still analysing your request, and we will come back to you during the day with more news.”
g. Op 3 april 2009 heef[ZZZ], Regional HR Manager South West & Western Europe van British Airways, per e-mail aan onder anderen [eiseres] gemeld: :
“Please accept my apologies but we still don’t have a response regarding your application to be part of the voluntary severance scheme. British Airways is still analysing your requests on a departmental basis (...)”
h. [ZZZ] heeft in een e-mail van 23 juni 2009 [eiseres] onder meer het volgende laten weten:
“We are fighting for survival and at this moment we can not afford to pay any severance amounts to staff we urgently need to adequately respond to the crisis our business is facing.
(…) as we indicate your function as crucial for our business.”
De vordering van [eiseres] en het verweer van British Airways
[eiseres] vordert (samengevat):
• primair: te verklaren voor recht dat partijen een beëindiging van de arbeidsovereen-komst zijn overeengekomen met toekenning van een vergoeding van € 232.878,00 bruto;
• subsidiair: te verklaren voor recht dat partijen een beëindigingsvergoeding zijn overeengekomen en deze vergoeding vast te stellen op € 232.878,00 bruto;
• een en ander met veroordeling van British Airways in de kosten van deze procedure.
[eiseres] legt aan de vordering ten grondslag dat British Airways haar in een e-mail van
20 maart 2009 een onvoorwaardelijk aanbod heeft gedaan om tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst te komen, waarna de beëindigingsvergoeding op 24 maart 2009 is berekend op € 232.878,00 bruto, welk aanbod [eiseres] op 25 maart 2009 heeft aanvaard. Daarmee is een beëindigingsovereenkomst tot stand is gekomen en is British Airways [eiseres] ook de beëindigingsvergoeding verschuldigd.
British Airways betwist de vordering. Zij voert (samengevat) aan dat noch een beëindigingsovereenkomst tot stand is gekomen noch een beëindigingsvergoeding is overeengekomen en dat zij niets aan [eiseres] is verschuldigd.
Hetgeen partijen verder hebben aangevoerd wordt - voor zover van belang - bij de beoordeling van het geschil besproken.
De beoordeling van het geschil
1. Partijen strijden over de vragen of een beëindigingsovereenkomst met betrekking tot de arbeidsovereenkomst tot stand is gekomen en of een beëindigingsvergoeding is overeengekomen. Van een beëindigingsovereenkomst is sprake, indien ondubbelzinnige overeenstemming bestaat over de belangrijkste onderdelen: het einde als zodanig, de einddatum en de vergoedingsregeling.
2. British Airways heeft het volgende naar voren gebracht. De in haar e-mail van
20 maart 2009 (herhaalde) aankondiging aan haar werknemers in Nederland, dat zij wenst te reorganiseren en een vrijwillige vertrekregeling voor ogen heeft, waarbij zij verzoekt uiterlijk vóór de daarin opgegeven datum te reageren op haar voorstel met de formule voor de berekening van de beëindigingsvergoeding, dient slechts te worden aangemerkt als een inventarisatie van de wensen van haar medewerkers, onder wie [eiseres]. Deze e-mail kan - anders dan [eiseres] heeft gesteld - niet worden beschouwd als een aanbod, maar is te betitelen als een uitnodiging tot onderhandelen. British Airways heeft in dit kader ook gerefereerd aan haar e-mail van 12 maart 2009 aan alle Europese medewerkers, waarin het voorbehoud is gemaakt dat al is geciteerd bij de feiten onder punt b.
[eiseres] heeft hierover het volgende aangevoerd. De e-mail van 12 maart 2009 was weliswaar gericht aan alle medewerkers in Europa, maar [eiseres] heeft deze pas in mei 2009 onder ogen gekregen. Nu British Airways in haar e-mail van 20 maart 2009 aan alle medewerkers in Nederland niet hetzelfde uitdrukkelijke voorbehoud als in die eerdere e-mail heeft gemaakt, meent [eiseres] dat British Airways daarmee een onvoorwaardelijk aanbod tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst tegen een vergoeding gebaseerd op de in die e-mail verwoorde formule heeft gedaan.
De formule voor de berekening van de beëindigingsvergoeding is voldoende bepaald en [YYY] heeft deze berekend op € 232.878,00 bruto. Daarmee is de hoogte van de beëindigingvergoeding eveneens komen vast te staan. [eiseres] mocht er immers op vertrouwen dat [YYY] gerechtigd was deze vergoeding aan te bieden namens British Airways. Met de aanvaarding op 25 maart 2009 door [eiseres] van het aanbod van British Airways, is overeenstemming bereikt over het einde van de arbeids-overeenkomst en de beëindigingsvergoeding.
3. Het moet [eiseres] worden nagegeven dat British Airways in haar e-mail van
20 maart 2009 aan haar Nederlandse werknemers, anders dan in haar e-mail van
12 maart 2009 aan haar Europese werknemers, niet expliciet het voorbehoud heeft opgenomen dat het ter beoordeling van de directie van British Airways is met welke werknemer(s) de arbeidsovereenkomst op vrijwillige basis zou worden beëindigd. Daartegenover is onbetwist gesteld dat de bedrijfseconomische omstandigheden waarin British Airways was komen te verkeren aan haar voornemen tot een (tijdelijke) noodmaatregel ten grondslag hebben gelegen en dat zij daarom bezig was te inventariseren of haar werknemers in Europa bereid waren vrijwillig te vertrekken. De kantonrechter ziet hiervoor ook steun in de tekst van de volgende passages van de hiervoor bij de feiten onder c. aangehaalde e-mail van British Airways van 20 maart 2009:
“We can now announce that the severance proposal will be as follows:
1 month adjusted salary (annual salary/12) per year of service x factor 2 x age factor (< 40= 1; between 40&50 = 1,5; > 50 = 2) – with a limit of severance that could not exceed the amount of salary still to be paid until 65 years old.
Deadline to send your official interest (by official letter, fax or email to [YYY] or myself) for a voluntary departure remains 27 march 2009 (…).”
Uit de tekst van deze passages maakt de kantonrechter op dat een voorstel tot vrijwillige beëindiging van de arbeidsovereenkomst op handen is en dat de betrokkene kan aangeven of deze daarin is geïnteresseerd. Ook in de daarop volgende e-mails van British Airways wordt de reactie van [eiseres] op de e-mail van 20 maart 2009 steeds aangeduid als “application”, dat volgens Van Dale “aanmelding” betekent. Dat [eiseres] (aanvankelijk) de bedoeling van British Airways met deze e-mail ook heeft opgevat als een uitnodiging tot onderhandelen blijkt wel uit haar e-mail van 25 maart 2009, waarin zij aangeeft:“Please note that I am interested in the offer and would like to set wheels in motion. Looking forward to your news..” Verder heeft te gelden dat in de e-mail van 20 maart 2009 wordt verwezen naar eerdere berichtgeving die men al zou hebben ontvangen. Het lag op de weg van [eiseres] zich over de inhoud van deze stukken te laten inlichten, zeker nu [eiseres] heeft gesteld deze stukken destijds niet te hebben ontvangen.
4. In de gegeven omstandigheden was het [eiseres] duidelijk althans had het haar duidelijk moeten zijn dat British Airways slechts het voornemen had in onderhandeling te treden over haar mogelijke vrijwillig vertrek en dat het niet haar bedoeling is geweest [eiseres] of zichzelf te binden aan het in haar e-mail van
20 maart 2009 geformuleerde uitgangspunt. Met het tonen van interesse in de voorgestelde berekening van de beëindigingsvergoeding zijn daarom voor [eiseres] geen afdwingbare rechten op beëindiging van de arbeidsovereenkomst en/of op betaling door British Airways van enige vergoeding ontstaan. Daaraan doet niet af dat [YYY] desgevraagd in zijn e-mail van 24 maart 2009 de beëindigings-vergoeding heeft voorgerekend. In de beide hiervoor aangehaalde e-mails van die dag staat immers ook dat aan de opgave van [YYY] geen rechten kunnen worden ontleend. British Airways heeft eind juni 2009 de onderhandelingen met [eiseres] gestaakt, gezien de noodzaak [eiseres] te handhaven in haar functie.
5. Op grond van het bovenstaande is geen sprake van een beëindigingsovereenkomst, nu ondubbelzinnige overeenstemming over de essentialia van zo’n overeenkomst, te weten einde, einddatum en de vergoedingsregeling, ontbreekt. Er is ook geen sprake van een overeengekomen beëindigingsvergoeding. Dit betekent dat de stellingen van [eiseres] niet worden gevolgd.
6. Het voorgaande leidt tot de conclusie dat zowel de primaire als de subsidiaire vorderingen van [eiseres] moeten worden afgewezen.
De proceskosten komen voor rekening van [eiseres] omdat deze in het ongelijk wordt gesteld.
De beslissing
De kantonrechter:
- wijst de primaire en subsidiaire vorderingen af;
- veroordeelt [eiseres] tot betaling van de proceskosten, die aan de kant van British Airways tot en met vandaag worden begroot op € 600,-- aan salaris van de gemachtigde
Dit vonnis is gewezen door mr. Ch.A. van Dijk en uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum.