ECLI:NL:RBHAA:2010:BM0770

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
24 maart 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
15/800332-10
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onbevoegdheid van de raadkamer gevangenhouding in strafzaak

Op 24 maart 2010 heeft de Raadkamer van de Rechtbank Haarlem zich onbevoegd verklaard om kennis te nemen van de vordering van de officier van justitie tot gevangenhouding van de verdachte. De verdachte, geboren op een onbekende datum en thans verblijvende in PI Utrecht - HvB locatie Nieuwegein, was eerder onderworpen aan een bevel tot bewaring dat geldig was tot 26 maart 2010. Het onderzoek ter terechtzitting was op 19 maart 2010 aangevangen, maar was aangehouden omdat de verdachte niet was aangevoerd. De raadkamer overwoog dat, hoewel er geen expliciete wettelijke bepaling bestaat die dit verbiedt, het strafvorderlijk systeem zich ertegen verzet dat de raadkamer zich nog buigt over een vordering tot gevangenhouding nadat het onderzoek ter zitting is begonnen. Dit zou leiden tot een situatie waarin zowel de raadkamer als de zittingsrechter bevoegd zouden zijn, wat niet wenselijk is. De rechtbank concludeerde dat als de officier van justitie alsnog de gevangenhouding zou willen vorderen, dit uitsluitend op een inhoudelijke zitting kan gebeuren. De beslissing werd genomen door de rechters G.F.H. Lycklama A Nijeholt (voorzitter), K.G. Witteman en G.A. van der Bijl, in aanwezigheid van griffier A. Shepherd.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
SECTOR STRAFRECHT
VESTIGING SCHIPHOL
BEVEL GEVANGENHOUDING
Parketnummer: 15/800332-10
De rechtbank;
Gezien de vordering van de officier van justitie, strekkende tot
gevangenhouding van:
[verdachte]
geboren op [geboortedatum] te Onbekend,
wonende te , Z.V.W.O.V.H.T.L.,
thans verblijvende: PI Utrecht - HvB locatie Nieuwegein te Nieuwegein;
gelet op het tegen de verdachte verleende bevel tot bewaring van 12 maart 2010,
welk bevel van kracht is tot 26 maart 2010;
gelet op het tegen de verdachte aangevangen onderzoek ter terechtzitting van
19 maart 2010 waar het onderzoek tegen de verdachte is aangehouden omdat de
verdachte niet was aangevoerd en waar geen beslissing is genomen over de
gevangenhouding van de verdachte;
gehoord de officier van justitie;
gehoord de verdachte;
overwegende, dat voorligt de vordering van de officier van justitie tot
gevangenhouding van de verdachte en dat de raadkamer van oordeel is dat zij
onbevoegd is om daarover een beslissing te nemen;
overwegende, dat, hoewel er geen wettelijke bepaling bestaat op basis waarvan
dit expliciet is bepaald, het strafvordelijk systeem zich er immers tegen
verzet dat de raadkamer zich nog buigt over een vordering tot gevangenhouding
nadat het onderzoek ter zitting een aanvang heeft genomen.
overwegende, dat een andere opvatting ertoe zou leiden dat zowel de raadkamer
gevangenhouding als de zittingsrechter bevoegd zouden zijn om daarover te
oordelen, waardoor twee verschillende gremia van de rechtbank dezelfde
bevoegdheid zou toekomen. Indien de officier van justitie in deze zaak alsnog
de gevangenhouding zou willen vorderen is dit uitsluitend mogelijk om dit te
doen op een inhoudelijke zitting.
gelet op de artikelen 65, 66, 67, 67a en 78 Wetboek van Strafvordering;
verklaart zich onbevoegd om kennis te nemen van de vordering van de officier
van justitie.
Aldus gedaan op 24 maart 2010 door:
mrs. G.F.H. Lycklama A Nijeholt, voorzitter,
K.G. Witteman, rechter,
G.A. van der Bijl, rechter,
in tegenwoordigheid van A. Shepherd, griffier.
De officier van justitie gelast de tenuitvoerlegging van vorenstaande
beschikking en brengt deze ter kennis van verdachte.