ECLI:NL:RBHAA:2010:BM0902

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
8 april 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
15-840101-09
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Moord met voorbedachte rade tijdens ruzie bij druk busstation

Op 8 april 2010 heeft de Rechtbank Haarlem uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van moord. De zaak betreft een steekincident dat plaatsvond op 3 juli 2009 te Hoofddorp, waar de verdachte zijn huisgenoot, het slachtoffer, tijdens een ruzie met een mes heeft verwond. De rechtbank oordeelde dat de verdachte opzettelijk en met voorbedachte rade handelde, wat blijkt uit de omstandigheden van de zaak. De verdachte had voorafgaand aan de confrontatie een mes gepakt en was naar de bushalte gelopen waar het slachtoffer zich bevond. De rechtbank concludeerde dat er voldoende tijd was geweest voor de verdachte om na te denken over zijn daden, wat de voorbedachte raad bevestigde. De rechtbank veroordeelde de verdachte tot een gevangenisstraf van 12 jaar, waarbij ook de vordering van de moeder van het slachtoffer voor schadevergoeding werd toegewezen. De rechtbank benadrukte de ernst van het feit, dat niet alleen het leven van het slachtoffer had beëindigd, maar ook een grote impact had op de getuigen en de samenleving. De uitspraak werd gedaan in tegenwoordigheid van de griffier en is openbaar gemaakt.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector Strafrecht
Locatie Haarlem
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 15/840101-09
Uitspraakdatum: 8 april 2010
Tegenspraak
Strafvonnis
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 25 maart 2010 in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
zonder vaste woon- of verblijfplaats hier te lande,
thans gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting (PI) Haarlem.
1. Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 3 juli 2009 te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer, opzettelijk en met voorbedachten rade [slachtoffer] van het leven heeft beroofd, immers heeft verdachte met dat opzet en na kalm beraad en rustig overleg, eenmaal of meermalen voornoemde [slachtoffer] met een mes, in elk geval met een scherp en/of puntig voorwerp, in de borst, in elk geval in het (boven)lichaam gestoken, tengevolge waarvan voornoemde [slachtoffer] is overleden.
2. Voorvragen
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
3. Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het impliciet primair ten laste gelegde feit, te weten moord, en gevorderd dat verdachte ter zake zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 jaar met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.
4. Bewijs
4.1. Redengevende feiten en omstandigheden *1
Verdachte woonde samen met [slachtoffer] (het latere slachtoffer), [betrokkene 1] en [betrokkene 2] in een kraakpand aan de [adres] te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer. De woning ligt op ongeveer 600 meter afstand van de plek waar later de confrontatie heeft plaatsgevonden. *2 Op vrijdag 3 juli 2009 vanaf omstreeks 13.00 uur hebben verdachte, [slachtoffer], [betrokkene 1] en [betrokkene 2] in de woning allen een behoorlijke hoeveelheid alcohol gedronken. Verdachte heeft verklaard dat hij ongeveer een halve fles wodka had gedronken.*3 Op enig moment is in de woning een ruzie ontstaan, waarbij [slachtoffer] [betrokkene 1] een klap in zijn gezicht heeft gegeven. Verdachte heeft [slachtoffer] aangesproken op zijn gedrag. [slachtoffer] heeft vervolgens verdachte met een knuppel tegen zijn hoofd geslagen waarna zijn hoofd is gaan bloeden. [slachtoffer] is toen naar boven gerend, heeft benzine en een tas gepakt en deze buiten in brand gestoken en is vervolgens het huis uit gerend. *4
Vervolgens is eerst [betrokkene 1] op de fiets achter [slachtoffer] aangegaan. Enkele minuten later is verdachte lopend er achter aan gekomen.*5 Verdachte heeft voor hij uit de woning vertrok een mes uit de keuken gepakt en heeft dit mes mee naar buiten genomen. *6 Hij verborg het mes in zijn broeksband. *7
[betrokkene 1] heeft [slachtoffer] getroffen bij de bushalte van de Zuidtangent genaamd “De Hoek” te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer. *8 Zij hebben met elkaar gesproken op het plateau in het midden van de trap.*9 [slachtoffer] heeft tegen [betrokkene 1] gezegd dat verdachte eraan kwam.*10 Verdachte is haastig in de richting van de bushalte “De Hoek” gelopen.*11 Volgens getuige [getuige 1] leek verdachte gefocust en had hij een woeste blik in zijn ogen.*12 Getuige [getuige 2] heeft de gezichtsuitdrukking van verdachte als kwaad omschreven*13. Bij de trap aangekomen is verdachte omhoog gerend richting [slachtoffer] en [betrokkene 1]. *14 Verdachte nam grote passen op de trap en sloeg daarbij treden over. *15 Terwijl verdachte de trap opliep naar het middenplateau, heeft verdachte het mes uit zijn broekband gepakt. *16 [slachtoffer] en verdachte stonden toen tegenover elkaar.*17 Met het mes heeft verdachte meerdere stekende bewegingen in de richting van [slachtoffer] gemaakt.*18 Vervolgens kwam er bij [slachtoffer] bloed uit zijn mond en onder zijn oksel vandaan.*19 [slachtoffer] is de trap afgestrompeld en korte tijd later op de grond neergevallen. *20
Getuige [getuige 3] heeft vervolgens 112 gebeld en is naar het slachtoffer toe gerend.*21 Ook getuige [getuige 4] is naar het slachtoffer toegegaan en heeft eerste hulp verleend aan het slachtoffer. *22 Het ambulancepersoneel dat arriveerde heeft geprobeerd [slachtoffer] te reanimeren, hetgeen niet meer heeft mogen baten. Om 17.58 uur is [slachtoffer] overleden.
Na de steekpartij is verdachte weggelopen en heeft tijdens zijn vlucht het mes in de bosjes langs de kruisweg, ter hoogte van het bedrijf DHL verstopt. *23 Op aanwijzing van getuige [getuige 1] heeft de politie het mes aangetroffen en veiliggesteld.*24 Dit mes had een totale lengte van 30 centimeter. Het lemmet was 18 centimeter lang.
Dat het slachtoffer [slachtoffer] was bleek uit het volgende: het paspoort op de naam van [slachtoffer] dat hij bij zich droeg,*25 de vergelijking van de vingerafdrukken van het stoffelijk overschot met vingerafdrukken van [slachtoffer]*26 en de herkenning door de broer van [slachtoffer], [broer slachtoffer] .*27
Bij sectie op het lichaam van [slachtoffer] is gebleken dat aan de borst rechts een schuin verlopende scherprandige huidperforatie ter lengte van circa 4,5 centimeter zat. Het steekkanaal had een lengte van 15 centimeter (met in de diepte als duidelijk referentiepunt de wervelkolom). Dit letsel ging gepaard met onder andere klieving van de grote lichaamsader en grote lichaamslagader met daardoor bloedverlies, een samengevallen rechterlong en tekenen van inademing van bloed.*28 De conclusie van de sectie luidt “[dat] het intreden van de dood zonder meer [kan worden] verklaard door verbloeding, massale inademing van bloed en functieverlies van de rechterlong, opgelopen door inwerking van uitwendig mechanisch scherprandig klievend/snijdend en perforerend geweld, zoals opgeleverd kan worden door een mes”.*29
Voorbedachte raad
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat er onvoldoende bewijs voorhanden is voor de voorbedachte raad en het opzet, voorwaardelijk opzet daaronder begrepen. Het dossier bevat geen enkel aanwijsbaar moment waaruit blijkt dat verdachte het voornemen heeft gehad om [slachtoffer] te doden, laat staan de gelegenheid heeft gehad om dit voornemen te overdenken. Verdachte heeft een mes meegenomen om [slachtoffer] af te schrikken indien [slachtoffer] hem opnieuw zou aanvallen. Louter op basis van het meebrengen van een mes kan geen voorbedachte raad worden aangenomen. Vrijwel alle getuigen beschrijven dat de confrontatie tussen verdachte en [slachtoffer] vrijwel direct plaatsvond en slechts enkele seconden heeft geduurd, zodat niet kan worden vastgesteld dat tijdens of even voorafgaand aan de confrontatie een moment van bezinning of beraad bij verdachte aanwezig is geweest. Bovendien strookt het feit dat verschillende getuigen verklaren over meer stekende bewegingen niet met het feit dat het slachtoffer één steekwond had. Het feit dat de confrontatie tussen verdachte en [slachtoffer] op een openbare plek heeft plaatsgevonden is een contra-indicatie voor kalm beraad en rustig overleg en wijst in de richting van handelen in een opwelling. Verdachte had bovendien geen enkel motief om [slachtoffer] om het leven te brengen. De zaak laat zich eerder typeren als een uit de hand gelopen dronkenmansruzie. De raadsman komt tot de conclusie dat verdachte dient te worden vrijgesproken.
De rechtbank is met de officier van justitie van oordeel dat er sprake is van voorbedachte raad. De rechtbank overweegt hiertoe het volgende.
Voor het aannemen van voorbedachte raad is voldoende dat de verdachte tijd had zich te beraden op het te nemen of genomen besluit, zodat er gelegenheid was tot nadenken over de betekenis en de gevolgen van zijn voorgenomen daad en zich daarvan rekenschap te geven.
Verdachte heeft ruzie gekregen met het latere slachtoffer [slachtoffer]. Uit de getuigenverklaringen valt af te leiden dat er enige tijd heeft gezeten tussen het moment dat [slachtoffer] het huis verliet en het moment dat [betrokkene 1] en verdachte achter hem aan zijn gegaan. Voordat verdachte de woning verliet heeft hij uit de keuken een groot mes gepakt. Verdachte heeft toen ruim 600 meter te voet afgelegd naar de bushalte “De Hoek”. Verdachte had een woeste blik in zijn ogen, liep haastig en gericht op [slachtoffer] af, sloeg treden van de trap over, heeft het mes uit zijn broeksband gepakt terwijl hij de trap opliep en heeft vrijwel direct nadat hij op het middenplateau recht tegenover [slachtoffer] stond in de voorzijde van het lichaam van [slachtoffer] gestoken met een zodanige kracht dat de punt van het mes de ruggengraat heeft geraakt. De uiterlijke verschijningsvorm van deze gedragingen laten geen ander oordeel toe dan dat verdachte doelbewust naar [slachtoffer] is toegelopen om hem, op voornoemde wijze, en volgens plan, in het lichaam te steken. Uit de omstandigheid dat er enkele minuten heeft gezeten tussen het moment dat verdachte het mes uit de keuken pakte en de fatale confrontatie, leidt de rechtbank af dat verdachte de gelegenheid heeft gehad tot nadenken over de betekenis en de gevolgen van zijn voorgenomen daad en zich daarvan rekenschap heeft kunnen geven en dat verdachte aldus heeft gehandeld met voorbedachte raad. De rechtbank acht derhalve bewezen dat verdachte opzettelijk en met voorbedachte raad [slachtoffer] van het leven heeft beroofd.
4.3 Bewezenverklaring
Gezien het bovenstaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan, in dier voege dat:
hij op 3 juli 2009 te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer, opzettelijk en met voorbedachten rade [slachtoffer] van het leven heeft beroofd, immers heeft verdachte met dat opzet en na kalm beraad en rustig overleg, voornoemde [slachtoffer] met een mes, in de borst gestoken, tengevolge waarvan voornoemde [slachtoffer] is overleden.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. Blijkens het verhandelde op de terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in zijn verdediging.
Hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
5. Strafbaarheid van het feit
Het bewezen verklaarde levert op:
Moord.
6. Strafbaarheid van verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dus strafbaar.
7. Motivering van de sanctie
Bij de beslissing over de sanctie die aan verdachte moet worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezen verklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede de persoon van verdachte zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting en uit de bespreking aldaar van het door [naam] uitgebrachte psychiatrisch rapport van 20 december 2009, waarin hij heeft geadviseerd verdachte als toerekeningsvatbaar te beschouwen, is gebleken.
In het bijzonder heeft de rechtbank het navolgende in aanmerking genomen. Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan moord op [slachtoffer]. Verdachte heeft onder invloed van alcohol naar aanleiding van een ruzie met een mes krachtig op het lichaam van die [slachtoffer] ingestoken, waardoor aan de 21-jarige [slachtoffer] op brute wijze zijn leven is ontnomen. De verdachte heeft de nabestaanden van het [slachtoffer], onder wie zijn moeder, onuitsprekelijk en onherstelbaar leed berokkend, zoals blijkt uit het door haar ingediende voegingsformulier benadeelde partij.
Door feiten als het onderhavige wordt ook de rechtsorde op ernstige wijze geschokt en worden gevoelens van onveiligheid in de samenleving veroorzaakt. Dit geldt temeer in het onderhavige geval, waarin de moord heeft plaatsgevonden tijdens het spitsuur op vrijdagmiddag op klaarlichte dag bij een druk busstation. Hierdoor is een groot aantal mensen getuige geweest van het handelen van verdachte. Uit de getuigenverklaringen blijkt dat zij diep geschokt zijn door wat zij hebben gezien. Tijdens de getuigenverklaringen bij de rechter-commissaris werd ook duidelijk dat enkelen toen nog leden onder hetgeen zij hadden waargenomen. Deze moord heeft voorts grote aandacht gehad in de lokale media, waaruit kan worden afgeleid dat deze moord een zeer grote schok heeft veroorzaakt in de maatschappij.
Op grond van het vorenoverwogene is de rechtbank van oordeel dat op dit feit niet anders kan worden gereageerd dan met een langdurige gevangenisstraf. De rechtbank sluit zich aan bij de hoogte van de straf zoals door de officier van justitie geëist, nu de rechtbank geen redenen ziet om naar boven of beneden hiervan af te wijken.
8. Vordering benadeelde partij
8.1 Vordering benadeelde partij
De benadeelde partij [moeder slachtoffer], de moeder van het slachtoffer, heeft een vordering tot schadevergoeding van € 3908,60 ingediend tegen verdachte wegens materiële schade die zij als gevolg van het ten laste gelegde feit zou hebben geleden.
De rechtbank is van oordeel dat deze schade tot een bedrag van € 3861,- eenvoudig is vast te stellen en rechtstreeks voortvloeit uit het bewezenverklaarde feit. Dit bedrag is als volgt opgebouwd: kosten begraafplaats, betaling aan priester, transport stoffelijk overschot, besluit omtrent het aanvullen van het overlijden, het kopen van het graf, verblijf bij een begrafenisonderneming in Nederland en het grafmonument, verminderd met het reeds door de gemeente vergoede bedrag.
In zoverre zal de vordering dan ook worden toegewezen.
Daarnaast dient verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken. De tot op heden door de benadeelde partij gemaakte kosten worden vastgesteld op nihil.
De rechtbank zal de benadeelde partij voor het overige niet in haar vordering ontvangen.
8.2 Schadevergoedingsmaatregel
De rechtbank stelt vast dat verdachte jegens de benadeelde partij naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door het bewezen verklaarde feit is toegebracht.
Daarom zal de rechtbank de schadevergoedingsmaatregel aan verdachte opleggen tot het bedrag waartoe de vordering van de benadeelde partij is toegewezen, te weten € 3861,-.
9. Toepasselijke wettelijke voorschriften
De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:
Wetboek van Strafrecht: 36f, 289.
11. Beslissing
De rechtbank:
Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan zoals hiervoor onder 4.3. vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Bepaalt dat het bewezen verklaarde feit het hierboven onder 5. vermelde strafbare feit oplevert.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte wegens dit feit tot een gevangenisstraf voor de duur van twaalf (12) jaren.
Bepaalt dat de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de thans opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij [moeder slachtoffer] geleden schade tot een bedrag van € 3861,- en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag aan [moeder slachtoffer], voornoemd, rekeningnummer [rekeningnummer], tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
Veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden vastgesteld op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering.
Legt verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van het slachtoffer [moeder slachtoffer] de verplichting op tot betaling aan de staat van een bedrag van € 3861,-, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door 48 dagen hechtenis.
Bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij, voornoemd, in mindering strekken op de
verplichting tot betaling aan de staat en dat betalingen aan de staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij.
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. M.J. Kronenberg, voorzitter,
mrs. P.M. Wamsteker en T. van Muijden, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier mr. D.M.A. Richelle,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 8 april 2010.
*1 De door de rechtbank in de voetnoten als proces-verbaal aangeduide bewijsmiddelen zijn in de wettelijke vorm opgemaakt door personen die daartoe bevoegd zijn en voldoen ook overigens aan de daaraan bij wet gestelde eisen.
*2 Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 21 juli 2009 (dossierpagina ZD:219).
*3 De verklaring van verdachte ter terechtzitting van 25 maart 2010.
*4 De verklaring van verdachte ter terechtzitting van 25 maart 2010.
*5 De verklaring van verdachte ter terechtzitting van 25 maart 2010.
*6 De verklaring van verdachte ter terechtzitting van 25 maart 2010.
*7 De verklaring van verdachte ter terechtzitting van 25 maart 2010
*8 Het proces-verbaal van verhoor van [betrokkene 1] d.d. 6 juli 2009 (dossierpagina VE2:11).
*9 Het proces-verbaal van verhoor van [betrokkene 1] d.d. 6 juli 2009 (dossierpagina VE2:19).
*10 Het proces-verbaal van verhoor van [betrokkene 1] d.d. 6 juli 2009 (dossierpagina VE2:19).
*11 Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 3] d.d. 3 juli 2009 (dossierpagina ZD:46).
*12 Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 1] d.d. 29 juli 2009 afgelegd bij de rechter-commissaris.
*13 Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 2] d.d. 12 november 2009 afgelegd bij de rechter-commissaris.
*14 Het proces-verbaal van verhoor van [betrokkene 1] d.d. 6 juli 2009 (dossierpagina VE2:20) en
*15 Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 3] d.d. 10 november 2009 afgelegd bij de rechter-commissaris, pagina. 3.
*16 Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 1] d.d. 3 juli 2009 (dossierpagina ZD:38) en het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 3] d.d. 3 juli 2009 (dossierpagina ZD:47).
*17 Het proces-verbaal van verhoor van [betrokkene 1] d.d. 6 juli 2009 (dossierpagina VE2:23).
*18 Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 3] d.d. 3 juli 2009 (dossierpagina ZD:47) en het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 1] d.d. 3 juli 2009 (ZD:38).
*19 Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 3] d.d. 3 juli 2009 (dossierpagina ZD:48) en [betrokkene 1] d.d. 6 juli 2009 (dossierpagina VE2:20).
*20 Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 1] d.d. 3 juli 2009 (ZD:38).
*21 Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 3] d.d. 3 juli 2009 (dossierpagina ZD:48).
*22 Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 4] d.d. 12 juli 2009 (dossierpagina ZD:122).
*23 Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 1] d.d. 3 juli 2009 (ZD:38).
*24 Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 3 juli 2009 (dossierpagina ZD:17).
*25 Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 16 juli 2009 (dossierpagina SLT 12).
*26 Het Dactyloscopisch onderzoek middels Fingerprint Image Transmission van [slachtoffer] (dossierpagina SLT 10).
*27 Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 13 juli 2009 (dossierpagina SLT 20).
*28 Het door dr. [naam], arts en patholoog, opgestelde deskundigenrapport van het Nederlands Forensisch Instituut d.d. 27 juli 2009 (dossierpagina 247-248).
*29 Het door dr. [naam], arts en patholoog, opgestelde deskundigenrapport van het Nederlands Forensisch Instituut d.d. 27 juli 2009 (dossierpagina 249).