ECLI:NL:RBHAA:2010:BM2111

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
14 april 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
AWB 10/971 & AWB 10/123
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening+bodemzaak
Rechters
  • G. Guinau
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van bouwvergunning voor kinderdagverblijf en niet-ontvankelijkheid beroep

In de zaak met zaaknummers AWB 10/971 en AWB 10/123 heeft de Rechtbank Haarlem op 14 april 2010 uitspraak gedaan over een verzoek om voorlopige voorziening en de bodemzaak betreffende een bouwvergunning voor een kinderdagverblijf. Het geschil ontstond naar aanleiding van een besluit van 24 november 2009, waarbij de gemeente Haarlemmermeer vrijstelling en een bouwvergunning verleende voor de verbouwing van een woning tot kinderdagverblijf voor 29 kinderen tot vier jaar en 30 kinderen vanaf vier jaar. De eisers, vertegenwoordigd door hun gemachtigde mr. drs. Pasveer, hebben beroep ingesteld tegen dit besluit.

Tijdens de zitting op 14 april 2010 heeft de voorzieningenrechter overwogen dat het bestreden besluit in een andere zaak (AWB 10/6448) reeds was vernietigd. Hierdoor was het instellen van beroep tegen het besluit van 24 november 2009 niet langer mogelijk, wat leidde tot de niet-ontvankelijkheid van het beroep van eisers. Het verzoek om voorlopige voorziening werd eveneens afgewezen. De voorzieningenrechter heeft daarnaast bepaald dat de gemeente Haarlemmermeer, als verweerder, de proceskosten van de eisers dient te vergoeden, inclusief het griffierecht van € 150,-. De totale proceskosten werden begroot op € 1311,-.

De uitspraak is gedaan door voorzieningenrechter G. Guinau, met mr. D. Krokké als griffier. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Het hoger beroep dient binnen zes weken na verzending van de uitspraak door de griffier te worden ingesteld.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector bestuursrecht
zaaknummer: AWB 10 / 971 en AWB 10 / 123
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter d.d. 14 april april 2010
in de zaak van:
[naam eisers].,
wonende te [woonplaats],
gemachtigde: mr. drs. Pasveer, advocaat te ’s Hertogenbosch,
tegen:
het college van burgemeester en wethouders van Haarlemmermeer,
verweerder,
derde partij,
Kinderdagverblijf Haarlemmermeer B.V.,
Gemachtigde: mr. B.M. Sadza, advocaat te Haarlem.
Tegenwoordig: mr. G. Guinau, voorzieningenrechter, en mr. D. Krokké, griffier.
Zitting: 14 april 2010. De zaken zijn gelijktijdig behandeld met de zaken AWB 10 / 978 en 09 / 6448.
Verschenen: Namens eisers [naam], [naam], [naam], [naam], [naam] en de gemachtigde. Verweerder vertegenwoordigd door mr. R. Vreeker, werkzaam bij de gemeente Haarlemmermeer. Namens de derde partij [naam] en de gemachtigde.
Het geschil betreft het besluit van 24 november 2009, verzonden op 25 november 2009, waarbij verweerder vrijstelling en bouwvergunning heeft verleend ten behoeve van het verbouwen van de woning met praktijkruimte op [locatie] tot een kinderdagverblijf voor 29 kinderen tot vier jaar en 30 kinderen vanaf vier jaar.
Bij mondelinge uitspraak van 14 april 2010 heeft de voorzieningenrechter het beroep van eisers met toepassing van artikel 8:86, eerste lid, Algemene wet bestuursrecht (Awb) niet-ontvankelijk verklaard en het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen.
De voorzieningenrechter heeft daartoe overwogen dat het bestreden besluit bij mondelinge uitspraak van 14 april 2010 in de zaak AWB 10/6448 is vernietigd, waardoor het instellen van beroep tegen dat besluit niet langer mogelijk is.
Verder heeft de voorzieningenrechter bepaald dat aanleiding bestaat voor een proceskostenveroordeling ten aanzien van verweerder en dat verweerder het door eisers betaalde griffierecht ad. € 150,- dient te vergoeden. De proceskosten worden begroot op € 1311,- (met betrekking tot de kosten van rechtsbijstand in beroep wordt één punt toegekend voor het indienen van een beroepschrift, één punt voor het indienen van een verzoekschrift en één punt voor het verschijnen ter zitting, waarbij een wegingsfactor één in aanmerking is genomen. De waarde van één punt bedraagt € 437,-).
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal,
(griffier) (voorzieningenrechter)
afschrift verzonden op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA Den Haag. Het hoger beroep dient te worden ingesteld door het indienen van een beroepschrift binnen zes weken onmiddellijk liggend na de dag van verzending van de uitspraak door de griffier.