ECLI:NL:RBHAA:2010:BM2514
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ouderbijdrage voor kinderdagverblijf en de gevolgen van opzegging
In deze zaak vorderde de besloten vennootschap Borus B.V. betaling van een ouderbijdrage van € 550,34, incassokosten van € 178,50 en rente van € 29,92 van gedaagde, die zijn kinderen had aangemeld voor opvang bij Borus. Gedaagde had de overeenkomst opgezegd per 1 september 2008, maar Borus hield hem aan de contractuele opzegtermijn van twee maanden, tot 15 september 2008. Gedaagde betwistte de vordering en voerde aan dat de kwaliteit van de opvang onvoldoende was, waardoor hij zich genoodzaakt zag de overeenkomst te beëindigen. De kantonrechter oordeelde dat de opzegging van gedaagde niet als een buitengerechtelijke ontbinding kon worden beschouwd, omdat hij in zijn e-mail van 8 juli 2008 expliciet sprak van opzegging en niet van ontbinding. De rechter concludeerde dat gedaagde voor zijn oudste kind de ouderbijdrage verschuldigd was, omdat er geen bewijs was dat de plaats al door een ander kind was ingenomen. Voor het jongste kind oordeelde de rechter dat het onaanvaardbaar was om de volledige opzegtermijn in rekening te brengen, omdat de plaats al voor 1 september 2008 was opgevuld. De kantonrechter wees de incassokosten en de gevorderde wettelijke handelsrente af, maar kende de wettelijke rente toe vanaf de datum van de eerste aanmaning. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten droeg. Het vonnis werd uitgesproken op 24 maart 2010.