ECLI:NL:RBHAA:2010:BM2529

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
7 april 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
450552 CV EXPL 10-152
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van achterstallige energiekosten door OXXIO tegen gedaagde zonder bewijs van overeenkomst

In deze zaak vordert OXXIO, een leverancier van energie, betaling van achterstallige energiekosten van de gedaagde, primair op basis van een overeenkomst en subsidiair op basis van ongerechtvaardigde verrijking. De kantonrechter heeft op 7 april 2010 geoordeeld dat de primaire grondslag niet kan worden aangenomen, omdat OXXIO niet heeft kunnen aantonen dat er een overeenkomst bestond tussen hen en de gedaagde. De kantonrechter heeft vastgesteld dat OXXIO geen bewijs heeft geleverd van het sluiten van een overeenkomst, en dat er geen betalingen van de gedaagde aan OXXIO hebben plaatsgevonden. Dit leidt tot de conclusie dat de vordering op basis van een overeenkomst niet kan slagen.

Daarnaast heeft OXXIO een beroep gedaan op ongerechtvaardigde verrijking, stellende dat de gedaagde elektriciteit heeft afgenomen zonder daarvoor te betalen. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat, hoewel er aanwijzingen zijn dat OXXIO elektriciteit heeft geleverd, de hoogte van de schade onvoldoende is onderbouwd. De kantonrechter heeft ook opgemerkt dat OXXIO niet duidelijk heeft gemaakt dat zij de levering van elektriciteit voor haar rekening heeft genomen, en dat de administratie van OXXIO ondeugdelijk was. Hierdoor is het niet redelijk om de gedaagde te verplichten tot schadevergoeding.

De vordering van OXXIO is afgewezen, en OXXIO is veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan de gedaagde. Dit vonnis is gewezen door mr. J.J. Dijk en uitgesproken op de openbare terechtzitting op 7 april 2010.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector kanton
Locatie Haarlem
zaak/rolnr.: 450552 / CV EXPL 10-152
datum uitspraak: 7 april 2010
VONNIS VAN DE KANTONRECHTER
inzake
OXXIO NEDERLAND B.V.
te Hilversum
eiseres
hierna te noemen Oxxio
gemachtigde Van Arkel Gerechtsdeurwaarders
tegen
[gedaagde]
te [woonplaats]
gedaagde
hierna te noemen [gedaagde]
in persoon procederende
De procedure
Oxxio heeft [gedaagde] gedagvaard op 30 december 2009. [gedaagde] heeft schriftelijk geantwoord.
De kantonrechter heeft bij tussenvonnis van 10 februari 2010 een comparitie van partijen gelast, die heeft plaatsgevonden op 9 maart 2010, waarbij de griffier aantekeningen heeft gemaakt van wat partijen verder naar voren hebben gebracht.
De feiten
a. [gedaagde] heeft met haar partner [XXX] tot 23 maart 2005 gewoond[straatnaam] 29 te [woonplaats].
b. [gedaagde] heeft van Nuon een jaarafrekening d.d. 27 januari 2005 ontvangen betreffende de periode 19 januari 2004 tot 18 januari 2005 met als EAN-code elektriciteit: “871685900002564306” en met daarin opgenomen een overzicht van geleverde diensten.
c. In dit overzicht is als datum eindstand elektriciteit vermeld: 27 maart 2004. Voor het transport van de elektriciteit (verzorgd door Continuon Netbeheer) is als datum eindstand vermeld: 20 december 2004. Verder heeft Nuon blijkens dit overzicht 568 kWh elektriciteit nachtactief hoog en 623 kWh elektriciteit nachtactief laag geleverd en is aan vastrecht energielevering een periode van 68 dagen in rekening gebracht.
Ten slotte heeft Continuon volgens dit overzicht 2.328 kWh actief hoog aan elektriciteit getransporteerd en 2.849 kWh actief laag, terwijl aan vastrecht transport 366 dagen in rekening is gebracht. De aan Horst in rekening gebrachte termijnbedragen waren in februari en maart 2004 € 149,38 en vanaf april 2004
€ 104,75.
d. Bij factuur van 20 maart 2007 heeft Oxxio aan “Horst” aan het adres “[straatnaam] 0” in rekening gebracht elektriciteitslevering over de periode van 27 maart 2004 tot en met 17 januari 2005 voor een totaalbedrag van € 330,49. De factuur heeft betrekking op aansluiting [straatnaam] 29 met EAN-code: “871685900002564306”.
e. Bij factuur van 29 maart 2007 met dezelfde adressering en hetzelfde aansluitadres heeft Oxxio een bedrag van € 142,23 aan Horst in rekening gebracht voor levering van elektriciteit over de periode 18 januari 2005 tot en met 26 april 2005.
f. Oxxio heeft nooit termijnbedragen aan [gedaagde] in rekening gebracht.
De vordering
Oxxio vordert (samengevat) veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 692,71 te vermeerderen met de wettelijke rente over een bedrag van € 472,72 vanaf 28 november 2009 en de proceskosten. Oxxio legt aan de vordering ten grondslag dat zij op grond van een overeenkomst met [gedaagde] elektriciteit heeft geleverd en dat [gedaagde] ondanks aanmaningen de daaraan verbonden kosten onbetaald heeft gelaten, zodat zij niet alleen de hoofdsom, maar ook de buitengerechtelijke incassokosten en rente verschuldigd is. Voor zover er geen overeenkomst tussen partijen zou bestaan, stelt zij tot betaling gerechtigd te zijn, omdat [gedaagde] door afname van elektriciteit en verbruik ervan zonder hiervoor te betalen ongerechtvaardigd is verrijkt te koste van Oxxio die hierdoor is verarmd.
Het verweer
[gedaagde] betwist de vordering. Zij voert aan dat zij nooit enig contract met Oxxio heeft gesloten of anderszins met Oxxio contact heeft gehad. Van ongerechtvaardigde verrijking is geen sprake nu zij in de betreffende periode elektriciteit van Nuon geleverd heeft gekregen en ook aan Nuon daarvoor heeft betaald.
De beoordeling van het geschil
1. Oxxio heeft desgevraagd geen bewijs van het sluiten van een overeenkomst tussen haar en [gedaagde] in het geding kunnen brengen. Gelet op de omstandigheid dat Oxxio ook nooit termijnbedragen aan [gedaagde] in rekening heeft gebracht, er nooit betalingen van [gedaagde] aan Oxxio hebben plaatsgevonden en Oxxio pas in 2007 facturen heeft verzonden naar een vermoedelijk niet bestaand adres, is ook niet aannemelijk dat Oxxio ooit een overeenkomst ter zake levering van elektriciteit met [gedaagde] heeft gesloten. Derhalve kan de vordering voor zover deze is gegrond op de stelling dat sprake was van een overeenkomst, niet slagen.
2. Ter toelichting op de subsidiaire grondslag, ongerechtvaardigde verrijking, heeft Oxxio een beroep gedaan op gegevens uit het Energie Data Services Nederland (EDSN). Daaruit volgt dat Oxxio in de periode 27 maart 2004 tot 27 april 2005 elektriciteit heeft geleverd op het aansluitadres met code 871685900002564306. Indien en voor zover [gedaagde] voor deze leveranties niet aan een andere leverancier heeft betaald, is zij ongerechtvaardigd verrijkt, aldus Oxxio.
3. Gelet op de gegevens uit het EDSN en het overzicht van Nuon zoals bedoeld onder b. van de feiten, is aannemelijk dat Oxxio inderdaad elektriciteit aan [gedaagde] heeft geleverd en dat [gedaagde] hiervoor niet al aan Nuon heeft betaald. Immers, het aantal door Nuon geleverde kWh elektriciteit is aanzienlijk lager dan het aantal getransporteerde kWh elektriciteit, het vastrecht energielevering ziet slechts op 68 dagen (van 19 januari tot 27 maart 2004) en voor wat betreft de elektriciteitslevering wordt, anders dan voor het transport van elektriciteit, een einddatum van 27 maart 2004 gehanteerd.
4. Hoewel de elektriciteitslevering gelet op het voorgaande als een ongerechtvaardigde verrijking kan worden aangemerkt, zal de vordering niet worden toegewezen. Ongerechtvaardigde verrijking leidt immers tot een verplichting tot schadevergoeding voor zover dit redelijk is, waarbij de schade enerzijds afhankelijk is van de verrijking van [gedaagde] en anderzijds van de verarming van Oxxio. Die schade kan niet zonder meer worden gesteld op het door Oxxio in rekening gebrachte factuurbedrag, waarin, naar mag worden aangenomen, ook een winstcomponent voor Oxxio is opgenomen. De kantonrechter is van oordeel dat Oxxio de hoogte van de schade onvoldoende heeft onderbouwd door alleen maar uit te gaan van het factuurbedrag.
5. Voorts is de kantonrechter van oordeel dat onder de gegeven omstandigheden een verplichting tot vergoeding van schade niet redelijk is. Oxxio heeft op geen enkele manier aan [gedaagde] duidelijk gemaakt dat zij vanaf 27 maart 2004 de levering van elektriciteit voor haar rekening heeft genomen, terwijl ook niet duidelijk is geworden op grond waarvan zij dat is gaan doen. Pas twee jaar na het beëindigen van de elektriciteitsleveringen is Oxxio deze aan [gedaagde] in rekening gaan brengen waarbij Oxxio ook nog eens gebruik heeft gemaakt van een vermoedelijk niet bestaand adres. Toen in 2008 Oxxio uiteindelijk in contact kwam met [gedaagde] heeft Oxxio op redelijke vragen van [gedaagde] om uitleg en toelichting, onvoldoende gereageerd. Ten slotte zijn vrijwel alle gegevens die noodzakelijk waren voor dagvaarding van [gedaagde] en voor het vaststellen van de vordering afkomstig van [gedaagde], terwijl het op de weg van Oxxio, die immers betaling vordert, om haar vordering deugdelijk te onderbouwen. Het is niet redelijk om [gedaagde] het slachtoffer te laten worden van de ondeugdelijke administratie bij Oxxio.
6. De conclusie is dan ook dat de vordering (inclusief de incassokosten en de rente) zal worden afgewezen. De proceskosten komen voor rekening van Oxxio omdat deze in het ongelijk wordt gesteld.
De beslissing
De kantonrechter:
- wijst de vordering af;
- veroordeelt Oxxio tot betaling van de proceskosten, die aan de kant van [gedaagde] tot en met vandaag worden begroot op € 25,00 aan reis- en verlet kosten.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.J. Dijk en uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum.