ECLI:NL:RBHAA:2010:BM5227
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontbinding van een arbeidsovereenkomst wegens dringende reden na veroordeling tot gevangenisstraf
In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 21 april 2010 uitspraak gedaan over de ontbinding van een arbeidsovereenkomst tussen de verzoekster, Iberia Líneas Aéreas de España S.A., en de verweerder, die werkzaam was als Technicus Onderhoud. De verweerder was op 16 december 2009 door de Meervoudige Strafkamer van de rechtbank Haarlem veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf jaren wegens een strafbaar feit in het kader van de Opiumwet. Deze veroordeling had directe gevolgen voor zijn werkzaamheden bij Iberia, aangezien hij op Schiphol werkte en zijn functie een vertrouwenspositie inhield. Door de veroordeling was het zeer waarschijnlijk dat de autoriteiten zijn toegangspassen niet meer zouden afgeven, waardoor hij na het uitzitten van zijn straf niet in staat zou zijn om zijn werkzaamheden te hervatten.
Iberia heeft op 16 maart 2010 een verzoekschrift ingediend tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst, stellende dat de veroordeling van de verweerder een dringende reden vormde voor deze ontbinding. De kantonrechter heeft de mondelinge behandeling op 19 april 2010 gehouden, waarbij de verweerder niet aanwezig was en geen verweerschrift had ingediend. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er geen opzegverbod van toepassing was en dat de dringende reden voor ontbinding aanwezig was.
De kantonrechter heeft vervolgens de arbeidsovereenkomst met ingang van 21 april 2010 ontbonden en verklaard dat deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad is. De kosten van de procedure zijn gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt. Deze beslissing is genomen door mr. J.H. Dubois en is op de openbare terechtzitting uitgesproken.