ECLI:NL:RBHAA:2010:BM5923
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot vaststelling van de verdeling van een nalatenschap en veroordeling tot medewerking aan de verdeling
In deze zaak vordert eiseres, een van de gerechtigden in de nalatenschap van erflaatster, dat de verdeling van de nalatenschap wordt vastgesteld. Eiseres stelt dat gedaagde, eveneens gerechtigd in de nalatenschap, opzettelijk gelden heeft zoekgemaakt of aan de nalatenschap heeft onttrokken. De kantonrechter oordeelt dat er geen bewijs is van opzettelijk verzwijgen of verborgen houden van goederen die tot de nalatenschap behoren. De verdeling van de nalatenschap wordt conform de wettelijke verdeling vastgesteld, waarbij eiseres en gedaagde ieder ¼ deel van de nalatenschap toebedeeld krijgen, en de overige erven ieder 1/12 deel. Gedaagde wordt veroordeeld tot het verlenen van medewerking aan de verdeling en de opheffing van de Fortis rekening, maar de vordering tot het verbeuren van zijn aandeel wordt afgewezen. De procedure begon met dagvaarding op 17 september 2009, en na verschillende schriftelijke reacties en een beoordeling van de feiten, concludeert de kantonrechter dat gedaagde niet onrechtmatig heeft gehandeld. De kantonrechter wijst de vordering tot betaling van een bedrag van € 3.796,78 toe, vermeerderd met wettelijke rente, en bepaalt dat de proceskosten worden gecompenseerd. Dit vonnis is uitgesproken op 12 mei 2010.