ECLI:NL:RBHAA:2010:BM5924
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- D.H. Steenmetser-Bakker
- J.E. Lee
- Rechtspraak.nl
Gezagswijziging over minderjarigen in het kader van een affectieve relatie tussen de moeder en haar partner
In deze zaak heeft de rechtbank Haarlem op 27 april 2010 uitspraak gedaan over het verzoek van de moeder en haar partner om gezamenlijk met het gezag over hun minderjarige kinderen belast te worden. De moeder, die sinds 23 september 2004 alleen belast is met het gezag over haar oudste kind, heeft samen met haar partner sinds 2005 een affectieve relatie. De rechtbank heeft vastgesteld dat de partner in een nauwe persoonlijke betrekking tot de minderjarigen staat, ondanks dat de kinderen niet bij hen in huis wonen. De rechtbank heeft overwogen dat de moeder en haar partner regelmatig contact hebben met de kinderen, zowel telefonisch als via internet, en dat de partner door de kinderen als een vaderfiguur wordt gezien.
De rechtbank heeft de relevante artikelen uit het Burgerlijk Wetboek, met name artikel 1:253t, in overweging genomen. Dit artikel stelt dat de rechtbank op verzoek van de met het gezag belaste ouder en een ander die in een nauwe persoonlijke betrekking tot het kind staat, hen gezamenlijk met het gezag over het kind kan belasten. De rechtbank heeft geoordeeld dat aan de eisen van dit artikel is voldaan, zowel voor het oudste kind als voor het jongere kind, dat geen familierechtelijke betrekking heeft tot een andere ouder.
De man, de biologische vader van het oudste kind, heeft verweer gevoerd tegen het verzoek, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat het belang van de kinderen en de feitelijke situatie zwaarder wegen dan de bezwaren van de man. De rechtbank heeft daarom het verzoek van de moeder en haar partner toegewezen en hen gezamenlijk met het gezag over beide minderjarigen belast. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.