2.6. Anders dan de kantonrechter acht de rechtbank artikel 7:658 lid 4 BW in het geschil tussen [eiseres] en Manege Spaarnwoude echter wel van toepassing. Daartoe zijn de volgende argumenten van belang:
a. de tekst van genoemde wetsbepaling laat toe dat vrijwilligerswerkzaamheden daaronder vallen;
b. in de parlementaire geschiedenis (Tweede Nota van Wijziging, kamerstukken II 1997-1998, 25 263, nr 14, p. 6) is de mogelijkheid genoemd dat tussen degene die de arbeid verricht en degene voor wie hij arbeid verricht wel een overeenkomst is gesloten, zij het geen arbeidsovereenkomst, zoals in het geval van bepaalde stageovereenkomsten;
c. met artikel 7:658 lid 4 BW is beoogd dat de vrijheid van degene die een beroep of bedrijf uitoefent om te kiezen voor het laten verrichten van werk door werknemers of door anderen, niet van invloed behoort te zijn op de rechtspositie van degene die het werk verricht en betrokken raakt bij een arbeidsongeval of anderszins schade oploopt; een werkgever die zijn zorgverplichtingen niet nakomt, dient op gelijke voet aansprakelijk te zijn voor schade van werknemers en anderen die bij hem werkzaam zijn (Tweede Nota van Wijziging, kamerstukken II 1997-1998, 25 263, nr 14, p. 6);
d. de opvatting dat vrijwilligerswerk onder de toepassing van artikel 7:658 lid 4 BW valt vindt steun in rechtspraak (Gerechtshof Arnhem 11 januari 2005, JAR 2005, 47) en de in dat arrest genoemde literatuur;
e. Naar aanleiding van genoemd arrest heeft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in antwoord op Kamervragen verklaard:
Hoewel bij de invoering van de hiervoor besproken uitbreiding van de wettelijke aansprakelijkheid voor werknemers tot ook anderen dan werknemers mogelijk niet onmiddellijk werd gedacht aan vrijwilligers, kan ik mij geheel verenigen met de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem, dat de zorg van de werkgever voor de veiligheid van de voor hem werkzame personen ingevolge artikel 7:658 BW zich ook tot vrijwilligers uitstrekt. Ik kan niet goed inzien welke fundamentele of praktische bezwaren hieraan zouden kleven, in aanmerking genomen dat werkgevers en als zodanig te duiden andere niet-beroepsmatige organisaties, w.o. particuliere clubs, verenigingen en andere organisaties, die gebruik maken van vrijwilligers voor het doen verrichten van allerhande werkzaamheden, zich voor hun wettelijke aansprakelijkheid - op gelijke wijze als voor andere niet-werknemers die voor hen werkzaam zijn - kunnen verzekeren. Ik deel de zorg van vragenstellers, dat vrijwilligerswerk in Nederland als gevolg van deze uitspraak belemmerd kan en zal worden, dan ook niet. Ik zie geen reden wetswijziging in dit verband te overwegen
(Tweede Kamer, Aanhangsel van de Handelingen, nr 1651);
f. Manege Spaarnwoude profiteert van het vrijwilligerswerk van [eiseres], terwijl zij een aansprakelijkheidsverzekering heeft die het onderhavige risico dekt en is gesteld noch gebleken dat [eiseres] kan terugvallen op een eigen verzekering ter dekking van haar schade.