ECLI:NL:RBHAA:2010:BM8554

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
19 mei 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
453029 CV EXPL 10-1199
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schadevergoeding tussen ex-echtelieden na vernieling van brommobiel

In deze zaak vorderen ex-echtelieden over en weer schadevergoeding van elkaar. De vrouw, eiseres in conventie, vordert vergoeding van materiële schade ten gevolge van de vernieling van haar brommobiel door de man, gedaagde in conventie. De man beroept zich op eigen schuld van de vrouw en vraagt om matiging van de schadevergoeding op basis van artikel 6:109 BW. In reconventie vordert de man vergoeding van immateriële schade als gevolg van bedreigingen door de vrouw en een valse verklaring die zij tegenover de politie heeft afgelegd. De kantonrechter oordeelt dat de man zijn vordering tot schadevergoeding moet matigen tot nihil, omdat de vrouw ook eigen schuld heeft en de beperkte draagkracht van de man in aanmerking moet worden genomen. De kantonrechter wijst de vordering van de man af wegens onvoldoende onderbouwing. De uitspraak benadrukt de slechte relatie tussen de partijen en de negatieve gevolgen van een schadevergoeding voor hun toekomstige interacties. De proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector kanton
Locatie Haarlem
zaak/rolnr.: 453029 CV EXPL 10-1199
datum uitspraak: 19 mei 2010
VONNIS VAN DE KANTONRECHTER
inzake
[eis[eiseres]
te [woonplaats]
eiseres in conventie
verweerster in reconventie
hierna te noemen: [eiseres]
gemachtigde: mr. S.J.M. Jaasma
tegen
[gedaagde]
te [woonplaats]
gedaagde in conventie
eiser in reconventie
hierna te noemen: [gedaagde]
gemachtigde: mr. C.F.M. Raaijmakers
De procedure
Voor de loop van het geding verwijst de kantonrechter naar de volgende stukken, waarvan de inhoud als hier ingevoegd is te beschouwen:
- de dagvaarding van 20 januari 2010, met producties,
- de conclusie van antwoord in conventie tevens van eis in reconventie, met producties,
- het door de kantonrechter tussen partijen gewezen en op 17 maart 2010 uitgesproken tussenvonnis,
- de aantekeningen van de griffier van de ingevolge dat vonnis op 13 april 2010 gehouden comparitie van partijen,
- de door [gedaagde] ten behoeve van de comparitie van partijen overgelegde producties.
De feiten
a. [eiseres] en [gedaagde] zijn ex-echtelieden.
b. [gedaagde] heeft op 8 november 2007 aan de aan [eiseres] toebehorende brommobiel, Aixam, type 500-4, kenteken [nummer], schade toegebracht door daarop geweldshandelingen uit te oefenen.
c. [eiseres] heeft op 8 november 2007 aangifte van vernieling gedaan.
d. [gedaagde] is door de politierechter veroordeeld voor deze vernieling tot een boete van € 450,-. Tevens is een eerder opgelegde proeftijd verlengd.
e. De door [eiseres] in deze strafzaak ingediende vordering tot schadevergoeding is door de politierechter niet ontvankelijk verklaard.
f. De kosten van herstel van de Aixam zijn in een offerte van 14 november 2007 door de firma E. Rijnders te Den Haag begroot op € 2.165,15 (inclusief b.t.w.).
In conventie
De vordering en het verweer
[eiseres] vordert (samengevat) veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 2.602,92. Het gaat daarbij om de onder de feiten genoemde hoofdsom, € 15,00 aan gemaakte reiskosten, € 324,77 aan buitengerechtelijke incassokosten en € 98,00 ter zake van de eigen bijdrage in verband met de aangevraagde toevoeging. [eiseres] stelt hiertoe dat [gedaagde] zonder enige aanleiding de Aixam van [eiseres] heeft beschadigd en dat [eiseres] daardoor schade lijdt.
[gedaagde] heeft, ondanks aanmaning, niet aan zijn betalingsverplichting voldaan. [eiseres] heeft haar vordering uit handen gegeven. De daarmee gemoeide kosten wenst zij op [gedaagde] te verhalen.
[gedaagde] voert aan dat hij weliswaar de schade heeft toegebracht, maar dat [eiseres] voorafgaande aan dat incident de huidige echtgenote van [gedaagde] heeft bedreigd. [eiseres] heeft in het verleden ook bedreigingen geuit aan het adres van [gedaagde]. Tevens heeft [eiseres] een valse verklaring tegen over de politie heeft afgelegd, waardoor [gedaagde] ten onrechte vijf dagen in voorlopige hechtenis heeft gezeten. Dit alles bij elkaar maakt dat [eiseres] ook schuld heeft aan het incident en de daarbij ontstane schade. Verder klopt de hoogte van de schade niet. [gedaagde] heeft alleen de ruit van de Aixam vernield. De overige schadeposten zijn ten onrechte opgevoerd. Tenslotte doet [gedaagde] een beroep op artikel 6:109 BW, waarin is bepaald dat toekenning van een schadevergoeding onder omstandigheden kan leiden tot kennelijk onaanvaardbare gevolgen.
In reconventie
De vordering en het verweer
[gedaagde] vordert (samengevat) veroordeling van [eiseres] tot betaling van € 5.000,00 ter zake van immateriële schadevergoeding. De immateriële schade is het gevolg de hiervoor genoemde bedreigingen en valse verklaring bij de politie.
[eiseres] betwist de vordering en voert aan dat deze vordering niet is onderbouwd.
De beoordeling van het geschil
In conventie
1. Uitgangspunt is dat nu [gedaagde] erkent dat hij de vernielingshandelingen ten aanzien van de Aixam heeft verricht terwijl hij daarvoor ook strafrechtelijk is veroordeeld, hij in beginsel aansprakelijk is voor de daaruit voortvloeiende schade. Hij heeft immers onrechtmatig gehandeld ten opzichte van [eiseres]. [gedaagde] beroept zich echter op eigen schuld aan de zijde van [eiseres], hetgeen zou moeten leiden tot een vermindering van de schadevergoedingsverplichting. Verder beroept hij zich op matiging ex artikel 6:109 BW nu toekenning van volledige schadevergoeding zou leiden tot kennelijk onaanvaardbare gevolgen.
2. Uit de overgelegde stukken en uit hetgeen ter comparitie naar voren is gekomen, volgt evenwel dat partijen al langere tijd een buitengewoon slechte relatie met elkaar onderhouden en regelmatig conflicten met elkaar hebben. De enige manier om dergelijke conflicten te voorkomen lijkt te zijn dat partijen elkaar volstrekt mijden. Dat lukt echter niet altijd omdat zij samen drie zoons hebben, die overigens ook een actieve rol in de conflicten lijken te hebben, en ook vaak op dezelfde braderieën komen.
3. Naar het oordeel van de kantonrechter moet het incident waarbij [gedaagde] geweldshandelingen op de Aixam van [eiseres] heeft uitgeoefend worden beschouwd in het licht van deze conflicten. [eiseres] kan, door toch weer contact te zoeken met [gedaagde] en zich zonder noodzaak in zijn directe leefomgeving te begeven, een zekere mate van eigen schuld aan het incident worden verweten. Daarmee wordt uiteraard het handelen van [gedaagde] niet gerechtvaardigd, maar dit is voor de kantonrechter wel reden om de vergoedingsplicht van [gedaagde] te beperken.
4. Verder is de kantonrechter van oordeel dat toekenning van een volledige schadevergoeding in de gegeven omstandigheden tot kennelijk onaanvaardbare gevolgen zal leiden. Daarbij wordt niet alleen rekening gehouden met de wijze waarop de schade is ontstaan, maar ook met de beperkte draagkracht van [gedaagde] die van een bijstandsuitkering leeft. Voorts is van belang dat toekenning van een schadevergoeding tot gevolg zal hebben dat partijen wederom en wellicht langdurig met elkaar te maken krijgen met alle negatieve gevolgen van dien. Gelet daarop zal de kantonrechter de verplichting tot schadevergoeding matigen tot nihil.
In reconventie
5. Met [eiseres] is de kantonrechter van oordeel dat [gedaagde] zijn vordering tot vergoeding van immateriële schade onvoldoende heeft onderbouwd. Het had op zijn weg gelegen meer feiten en omstandigheden aan te voeren waaruit het door hem gestelde psychische lijden kan worden afgeleid alsook het causaal verband tussen dat lijden en het handelen van [eiseres]. Het enkele in algemene termen stellen van dat lijden, terwijl [gedaagde] daarvoor geen professionele hulp heeft gezocht, is onvoldoende.
6. Daarbij komt nog dat [gedaagde] ter comparitie heeft aangevoerd dat de psychische schade vooral is veroorzaakt doordat hij vijf dagen ten onrechte in voorlopige hechtenis heeft gezeten. Deze omstandigheid kan, zonder nadere toelichting en onderbouwing die ontbreken, niet voor rekening van [eiseres] worden gebracht nu het niet [eiseres], maar justitie is die beslist over het al dan niet in voorlopige hechtenis nemen van [gedaagde]. Het vorenstaande leidt er toe dat de vordering zal worden afgewezen.
In conventie en in reconventie
Gelet op de samenhang tussen de conventie en de reconventie en gelet op de tussen partijen bestaande rechtsverhouding zullen de proceskosten worden gecompenseerd in dier voege dat iedere partij de eigen kosten draagt.
BESLISSING
De kantonrechter:
In conventie
wijst de vordering af;
In reconventie
wijst de vordering af;
In conventie en in reconventie
compenseert de proceskosten tussen partijen in dier voege dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.J. Dijk en uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum.