ECLI:NL:RBHAA:2010:BN0070

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
2 juli 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
170319 - KG ZA 10-285
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • A.J. van der Meer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot teruggave van de Noorse boskat Jackie in kort geding

In deze zaak vordert eiseres, de eigenaresse van de Noorse boskat Jackie, ook wel Sjakie genoemd, de teruggave van haar kat van gedaagde. Eiseres heeft tijdelijk in een maatschappelijke opvang gewoond waar het niet toegestaan was huisdieren te houden. Gedaagde heeft op 1 april 2009 de zorg voor de kat op zich genomen, maar heeft deze niet teruggegeven, ondanks verzoeken van eiseres en haar advocaat. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat gedaagde niet heeft betwist dat de kat eigendom is van eiseres en dat hij de zorg tijdelijk op zich heeft genomen. Eiseres heeft inmiddels weer zelfstandige woonruimte en vordert de afgifte van de kat. Gedaagde heeft ter zitting aangegeven bereid te zijn de kat terug te geven, maar er is onenigheid over de vergoeding van de kosten die gedaagde heeft gemaakt voor de verzorging van de kat. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat gedaagde de kat binnen twee werkdagen na betekening van het vonnis moet teruggeven aan eiseres, met een dwangsom van EUR 100,- per dag voor het geval hij hieraan niet voldoet. Daarnaast is gedaagde veroordeeld in de proceskosten van eiseres, die zijn begroot op EUR 1.166,93. Het vonnis is uitgesproken op 2 juli 2010.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK HAARLEM
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 170319 / KG ZA 10-285
Vonnis in kort geding van 2 juli 2010
in de zaak van
[Eiseres],
wonende te Haarlem,
eiseres,
advocaat mr. J.H.F. Wouters te Haarlem,
tegen
[Gedaagde],
wonende te Haarlem,
gedaagde,
verschenen in persoon.
Partijen zullen hierna [eiseres] en [gedaagde] worden genoemd.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de mondelinge behandeling.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. Met ingang van 13 maart 2009 is [eiseres] tijdelijk gaan wonen in de maatschappelijke opvang van De Herberg te Haarlem. [eiseres] is eigenaar van een circa tien jaar oude Noorse boskat met lang gemêleerd grijs haar, door [eiseres] genaamd Jackie en door [gedaagde] genaamd Sjakie (hierna: de kater). [eiseres] heeft de kater aanvankelijk bij zich in haar kamer gehouden.
2.2. Op 31 maart 2009 heeft [A], projectleider van De Herberg, [eiseres] te kennen gegeven dat het de bewoners van De Herberg niet is toegestaan huisdieren te houden.
2.3. Omdat [eiseres] De Herberg zou moeten verlaten als ze de kater niet elders kon onderbrengen, heeft [gedaagde] op 1 april 2009 de zorg voor de kater tijdelijk op zich genomen.
2.4. Bij e-mail van 6 december 2009 heeft [B] van De Herberg [gedaagde] laten weten dat [eiseres] de kater graag terug wilde hebben, omdat zij een ander opvangadres voor hem had gevonden. [gedaagde] heeft hem bij e-mail van diezelfde datum kenbaar gemaakt dat hij de kater voorlopig niet zou afgeven.
2.5. Bij e-mail van 11 februari 2009 heeft mr. Wouters voornoemd [gedaagde] verzocht en gesommeerd de kater aan [eiseres] af te geven. [gedaagde] heeft daaraan niet voldaan.
3. De vordering
3.1. [eiseres] vordert dat de voorzieningenrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] op straffe van verbeurte van een dwangsom zal veroordelen om de kater – een tien jaar oude Noorse boskat met lang gemêleerd grijs haar – binnen 48 uur na betekening van het te wijzen vonnis aan haar af te geven, met veroordeling van [gedaagde] in de kosten van het geding.
3.2. [gedaagde] voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
4.1. [gedaagde] heeft niet betwist dat de kater eigendom is van [eiseres] en dat hij de verzorging van het dier tijdelijk op zich heeft genomen, omdat [eiseres] in De Herberg geen huisdier mocht houden. [eiseres] vordert thans afgifte van de kater omdat zij per 1 juli 2010 weer over zelfstandige woonruimte beschikt. [gedaagde] heeft ter zitting kenbaar gemaakt dat hij bereid is de kater op korte termijn aan [eiseres] terug te geven.
4.2. Partijen hebben ter zitting nog gesproken over een eventueel door [eiseres] aan [gedaagde] te betalen vergoeding van de kosten die hij heeft gemaakt in verband met de verzorging van de kater, maar zijn het daarover niet eens geworden. [eiseres] heeft [gedaagde] een bedrag aangeboden. [gedaagde] vond dat bedrag te laag en heeft het aanbod van [eiseres] verworpen. Volgens [gedaagde] was [eiseres] op het moment dat zij de kater aan hem meegaf zeer geëmotioneerd en is er geen enkele afspraak gemaakt. [gedaagde] kan zich in dit verband dan ook niet op een afspraak over een door [eiseres] te betalen vergoeding beroepen.
4.3. Nu [gedaagde] niet heeft voldaan aan de schriftelijke sommatie tot afgifte van de kater en het daardoor op dit kort geding heeft laten aankomen, zijn de gevraagde voorzieningen voor toewijzing vatbaar. De gevorderde dwangsom zal worden beperkt als volgt. [gedaagde] zal als de in het ongelijk te stellen partij worden veroordeeld in de kosten van het geding. Aangezien [eiseres] met een toevoeging procedeert zal toepassing worden gegeven aan het bepaalde in artikel 243 lid 1 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. De kosten aan de zijde van [eiseres] worden begroot op:
- dagvaarding EUR 87,93
- in debet gesteld vast recht 65,75
- vast recht 197,25
- salaris advocaat EUR 816,00
Totaal 1.101,18
5. De beslissing
De voorzieningenrechter
5.1. veroordeelt [gedaagde] om binnen twee werkdagen na betekening van dit vonnis de kater - een tien jaar oude Noorse boskat met lang gemêleerd grijs haar - af te geven aan [eiseres],
5.2. bepaalt dat [gedaagde] aan [eiseres] een dwangsom verbeurt van EUR 100,- voor iedere dag of gedeelte daarvan dat hij niet aan het onder 5.1 bepaalde voldoet, tot een maximum van EUR 5.000,-- is bereikt,
5.3. veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van [eiseres] tot op heden begroot op EUR 1.166,93, te voldoen aan de griffier door overmaking op rekeningnummer 56.99.90.629 ten name van MvJ arrondissement Haarlem onder vermelding van "proceskostenveroordeling" en het zaak- en rolnummer,
5.4. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.5. wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.J. van der Meer en in het openbaar uitgesproken op 2 juli 2010.?