ECLI:NL:RBHAA:2010:BN0868
Rechtbank Haarlem
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Aanbesteding en gunningscriteria in civiel recht: toetsing van verrekenprijzen
In deze zaak, die voor de Rechtbank Haarlem werd behandeld, ging het om een geschil tussen de Combinatie, bestaande uit Aannemingsmaatschappij Van Gelder B.V. en Züblin AG, en de Provincie Noord-Holland over een aanbesteding voor het project 'Masterplan N201+, Omlegging Amstelhoek'. De Provincie had op 10 juli 2009 de openbare aanbesteding aangekondigd, waarbij de opdracht was verdeeld in twee percelen en gunning plaatsvond op basis van de laagste prijs. De Combinatie had ingeschreven met negatieve verrekenprijzen, wat leidde tot bezwaren van de Provincie. De Provincie stelde dat deze negatieve prijzen onredelijk waren en dat de Combinatie niet voor gunning in aanmerking kwam.
De voorzieningenrechter oordeelde dat de Provincie terecht had besloten de opdracht niet aan de Combinatie te gunnen. De Combinatie had primair betoogd dat bij het gunningscriterium laagste prijs enkel naar de prijs gekeken moest worden, zonder beoordeling van de verrekenprijzen. Subsidiair stelde de Combinatie dat de door haar gehanteerde verrekenprijzen niet kennelijk onredelijk waren. De voorzieningenrechter volgde de Combinatie niet in haar betoog en oordeelde dat de Provincie de negatieve verrekenprijzen als onredelijk mocht aanmerken. De vordering van de Combinatie werd afgewezen, en zij werd veroordeeld in de proceskosten.
De uitspraak benadrukt het belang van transparantie en redelijkheid in aanbestedingsprocedures, vooral met betrekking tot de beoordeling van prijzen en verrekenprijzen. De voorzieningenrechter bevestigde dat een aanbestedende dienst, na vaststelling van de laagste prijs, ook de samenstelling van die prijs mag toetsen, inclusief de verrekenprijzen. Dit vonnis biedt belangrijke inzichten in de toepassing van aanbestedingsregels en de verantwoordelijkheden van inschrijvers.