ECLI:NL:RBHAA:2010:BN2153
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot ondercuratelestelling wegens gebrek aan psychische stoornis
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Haarlem op 29 januari 2010 uitspraak gedaan in een verzoek tot ondercuratelestelling van betrokkene, ingediend door zijn echtgenote en broer. Het verzoek was gebaseerd op verkwisting, waarbij de verzoekster stelde dat haar echtgenoot de realiteitszin had verloren en aanzienlijke schulden had gemaakt zonder haar daarvan op de hoogte te stellen. De verzoekster wees op een achterstand in de hypotheekbetalingen van € 8.449,29 en andere financiële problemen die haar man had veroorzaakt. Tijdens de zitting op 13 januari 2010 was betrokkene aanwezig, bijgestaan door zijn advocaat, mw. mr. A. Krim. Betrokkene verzette zich tegen het verzoek en stelde dat hij geen geestelijke stoornis had en dat er geen sprake was van verkwisting. De kantonrechter heeft kennisgenomen van het verzoekschrift en de bijlagen, evenals van een bereidverklaring van de voorgestelde curator.
De kantonrechter oordeelde dat, hoewel het aannemelijk was dat betrokkene schulden had gemaakt, er geen medische verklaring was die bevestigde dat hij leed aan een psychische stoornis die hem zou dwingen tot het maken van schulden. De kantonrechter concludeerde dat de zorgen van de verzoekster begrijpelijk waren, maar dat deze niet voldoende waren om betrokkene onder curatele te stellen tegen zijn wil. De kantonrechter heeft het verzoek tot ondercuratelestelling afgewezen, met de overweging dat er onvoldoende bewijs was voor de veronderstelling dat betrokkene niet in staat was om zijn eigen belangen te behartigen.
De beslissing werd openbaar uitgesproken door mr. C.A. Boom, kantonrechter, en de griffier was aanwezig. Tegen deze beslissing kan hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, binnen drie maanden na de uitspraak.