ECLI:NL:RBHAA:2010:BN2854
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vonnis inzake declaratie advocaat in verzetzaak met verwijzing naar Geschillencommissie Advocatuur
In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Haarlem op 15 juli 2010, betreft het een verzet tegen een verstekvonnis van 25 maart 2009. De opposant, vertegenwoordigd door mr. M.M.H. Meulemeesters, heeft FAEBB B.V., vertegenwoordigd door mr. H.J.G.L. Jaeger, gedagvaard. De vordering van de opposant betreft een declaratie van een advocaat in een niet-civiele zaak. Tijdens de comparitie na antwoord hebben partijen besloten om de kwestie van de werkzaamheden van de advocaat voor te leggen aan de Geschillencommissie Advocatuur, die in maart 2010 een vonnis heeft gewezen. De kantonrechter heeft in het eindvonnis naar dit arbitrale vonnis verwezen.
De opposant vorderde ontheffing van de veroordeling in het verstekvonnis en stelde dat FAEBB niet-ontvankelijk moest worden verklaard in haar oorspronkelijke vordering. In reconventie vorderde de opposant een terugbetaling van € 4.138,50, omdat hij al een bedrag van € 5.959,64 had betaald, wat volgens hem te veel was. FAEBB voerde gemotiveerd verweer en vorderde betaling van € 2.093,34, incassokosten en proceskosten.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat de geschillen in conventie en reconventie gezamenlijk behandeld konden worden. De kantonrechter heeft vastgesteld dat FAEBB niet-ontvankelijk moet worden verklaard in haar vordering ter zake van de declaraties, en dat de buitengerechtelijke incassokosten van € 300,00 redelijk zijn. De opposant is in zijn vordering in reconventie niet-ontvankelijk verklaard. Uiteindelijk heeft de kantonrechter het verstekvonnis vernietigd en FAEBB niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering, terwijl de opposant werd veroordeeld tot betaling van de proceskosten.