ECLI:NL:RBHAA:2010:BN3557
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Opheffing testamentair bewind over legitieme portie na vijf jaar
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Haarlem op 23 juli 2010 uitspraak gedaan over de opheffing van een testamentair bewind. Verzoeker, de zoon van de overledene, had op 17 april 2005 zijn vader verloren. In het testament van zijn vader, opgemaakt op 22 februari 2000, was bepaald dat de legitieme portie van verzoeker onder bewind zou worden gesteld. De bewindvoerder, [YYY], was door de overledene benoemd. Verzoeker heeft op 10 augustus 2006 aan [YYY] laten weten een beroep te doen op zijn legitieme portie. Na vijf jaar na het overlijden van zijn vader, heeft verzoeker verzocht om opheffing van het testamentaire bewind, omdat hij in staat werd geacht de onder bewind staande goederen zelf op verantwoorde wijze te kunnen besturen.
De kantonrechter heeft het verzoek beoordeeld en vastgesteld dat er voldoende aannemelijk was dat verzoeker in staat was om de goederen zelf te beheren. De rechter heeft op basis van artikel 4:178 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek (BW) het testamentaire bewind opgeheven. Tevens is bepaald dat de bewindvoerder, [YYY], rekening en verantwoording moet afleggen aan verzoeker, zoals voorgeschreven in artikel 4:161 BW. De beschikking is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, en verzoeker kan binnen drie maanden na de uitspraak hoger beroep instellen bij het Gerechtshof te Amsterdam.
Deze uitspraak benadrukt het belang van de termijn van vijf jaar na het overlijden van de erflater en de mogelijkheid voor de rechthebbende om het bewind op te heffen indien hij in staat is om de goederen zelf te beheren. De beslissing van de kantonrechter is een bevestiging van de rechten van de erfgenaam en de voorwaarden waaronder testamentaire bewindvoering kan worden opgeheven.