ECLI:NL:RBHAA:2010:BN6101
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Incidentele vordering tot tussenkomst in huurachterstandszaak
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Haarlem op 19 augustus 2010 uitspraak gedaan in een incident tot tussenkomst. De eiser in het incident, die tevens directeur is van de besloten vennootschap Nachtwacht Glasservice B.V., maakt deel uit van de maatschap die de huurder van de Nachtwacht in rechte heeft betrokken wegens huurachterstand. De eiser stelt dat hij onbevoegd wordt vertegenwoordigd in de rechtszaak, omdat hij geen opdracht heeft gegeven aan de gemachtigde van de maatschap om namens hem een eis in te stellen. Hij betoogt dat de maatschap in strijd heeft gehandeld met de maatschapsovereenkomst door zonder zijn toestemming het geding aanhangig te maken. De kantonrechter oordeelt dat de maatschap geen beroep kan doen op artikel 217 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, omdat zij als enige eiseres de procedure tegen de huurder had kunnen starten. De vordering van de eiser in het incident wordt afgewezen, omdat hij niet heeft aangetoond welk belang hij heeft bij zijn tussenkomst. De kantonrechter wijst de vordering tot interventie af en veroordeelt de eiser in de kosten van het incident. De hoofdzaak wordt verwezen naar de rolzitting voor conclusie van antwoord.