ECLI:NL:RBHAA:2010:BN8702

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
29 september 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
AWB 09/4000
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vergunning op grond van de Monumentenwet voor het tijdelijk plaatsen van noodlokalen in het rijksmonument Frederikspark

In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 29 september 2010 uitspraak gedaan in een geschil over de vergunningverlening op grond van de Monumentenwet. De eiseres, de Nederlandse Tuinenstichting, heeft beroep ingesteld tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Haarlem, dat op 7 juli 2009 een monumentenvergunning heeft verleend aan de derde partij, Salomo, Stichting voor Christelijk Primair Onderwijs Zuid-Kennemerland, voor het tijdelijk plaatsen van schoollokalen aan het Frederikspark te Haarlem. De rechtbank heeft in haar overwegingen vastgesteld dat de eiseres niet kan worden aangemerkt als belanghebbende in de zin van artikel 1:2 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Dit artikel definieert wie als belanghebbende wordt beschouwd en stelt dat rechtspersonen als belanghebbende worden aangemerkt indien zij een rechtstreeks betrokken algemeen of collectief belang behartigen. De rechtbank oordeelt dat de statutaire doelstelling van de stichting te algemeen is en dat de feitelijke werkzaamheden van de stichting onvoldoende aanknopingspunten bieden om aan te nemen dat haar belang rechtstreeks betrokken is bij het besluit van 7 juli 2009. Hierdoor wordt de eiseres niet-ontvankelijk verklaard in haar beroep.

De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter mr. G. Guinau en de leden mr. G.D. de Jong en mr. L. Beijen, in tegenwoordigheid van griffier mr. D. Krokké. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat hoger beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Het hoger beroep dient binnen zes weken na verzending van de uitspraak door de griffier te worden ingesteld.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector bestuursrecht
zaaknummer: AWB 09 / 4000
uitspraak van de meervoudige kamer van 29 september 2010
in de zaak van:
De Nederlandse Tuinenstichting,
gevestigd te Amsterdam,
eiseres,
tegen:
het college van burgemeester en wethouders van Haarlem
verweerder,
derde partij,
Salomo, Stichting voor Christelijk Primair Onderwijs Zuid-Kennemerland,
gemachtigde: mr. E.C. Berkouwer, advocaat te Haarlem.
1. Procesverloop
Bij besluit van 7 juli 2009 heeft verweerder de derde partij een monumentenvergunning verleend ten behoeve van het plaatsen van tijdelijke schoollokalen aan het Frederikspark te Haarlem. De vergunning is verleend voor een termijn van drie jaar.
Tegen dit besluit heeft eiseres op 18 augustus 2009 beroep ingesteld.
Verweerder heeft op de zaak betrekking hebbende stukken ingezonden en een verweerschrift ingediend.
Op 1 oktober 2009 en 2 september 2010 heeft de derde partij een schriftelijke uiteenzetting gegeven.
Het beroep is behandeld ter zitting van 16 september 2010, alwaar eiseres zich heeft laten vertegenwoordigen door [naam 1]. Namens verweerder is verschenen mr. A.F. van Heusden, werkzaam bij de gemeente Haarlem. Namens de derde partij zijn verschenen de gemachtigde, voornoemd en [naam 2]
2. Overwegingen
2.1 Artikel 1:2 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), voor zover hier van belang, luidt:
1. Onder belanghebbende wordt verstaan: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken.
2. (..).
3. Ten aanzien van rechtspersonen worden als hun belangen mede beschouwd de algemene en collectieve belangen die zij krachtens hun doelstellingen en blijkens hun feitelijke werkzaamheden in het bijzonder behartigen.
2.2 Alvorens in te gaan op de door eisers aangevoerde gronden, dient de rechtbank ambtshalve te beoordelen of eiseres kan worden aangemerkt als belanghebbende in de zin van artikel 1:2 van de Awb. Naar het oordeel van de rechtbank is dit niet het geval. Voor de vraag of een rechtspersoon belanghebbende is, is bepalend of de rechtspersoon krachtens haar statutaire doelstelling en blijkens haar feitelijke werkzaamheden een rechtstreeks bij het aan de orde zijnde besluit betrokken algemeen of collectief belang in het bijzonder behartigt. In artikel 2 van haar statuten stelt de stichting zich ten doel het behoud en de bescherming van tuinen in Nederland, met name die van belang zijn door vormgeving, beplanting, cultuur-historisch karakter en situatie. Het statutaire doel van de stichting is in territoriaal opzicht zo veelomvattend dat het onvoldoende onderscheidend werkt om op grond daarvan te kunnen aannemen dat haar belang rechtstreeks betrokken is bij het besluit van 7 juli 2009. Voorts bieden ook de feitelijke werkzaamheden geen aanknopingspunten voor het oordeel dat de stichting het rechtstreeks bij het aan de orde zijnde besluit betrokken belang in het bijzonder behartigt. Zij kan derhalve niet worden aangemerkt als belanghebbende bij dat besluit en dient niet-ontvankelijk te worden verklaard.
3. Beslissing
De rechtbank:
verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. G. Guinau, voorzitter, mr. G.D. de Jong en mr. L. Beijen, leden, in tegenwoordigheid van mr. D. Krokké, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 29 september 2010
afschrift verzonden op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA Den Haag. Het hoger beroep dient te worden ingesteld door het indienen van een beroepschrift binnen zes weken onmiddellijk liggend na de dag van verzending van de uitspraak door de griffier.