ECLI:NL:RBHAA:2010:BO3686
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- E.P. Stolp
- Rechtspraak.nl
Uitleg cao-bepaling en stelplicht in arbeidszaak betreffende werktijdverkorting
In deze zaak vorderde de werknemer, die sinds 1 april 1988 in dienst is bij Schiphol Nederland B.V., een verklaring voor recht dat hij recht heeft op een werktijdverkorting tot 28 uur per week op basis van de Regeling Leeftijdsbewust Personeelsbeleid. De werkgever, Schiphol, betwistte deze vordering en stelde dat de werknemer niet voldeed aan de referte-eis van tien jaar onafgebroken werken in continudiensten met nachtdiensten, aangezien het volcontinurooster pas op 1 januari 1997 was ingevoerd. De werknemer, die op 16 februari 2006 55 jaar werd, stelde dat hij ook vóór deze datum al in een continu werkrooster met nachtdiensten had gewerkt.
De kantonrechter oordeelde dat de werknemer niet voldoende bewijs had geleverd om aan te tonen dat hij gedurende de vereiste periode onafgebroken in continudiensten met nachtdiensten had gewerkt. De werkgever had zijn standpunt onderbouwd met producties, waaruit bleek dat de werknemer voor 1 januari 1997 voornamelijk dagdiensten had gewerkt. De kantonrechter concludeerde dat de werknemer niet voldeed aan de referte-eis van de Regeling Leeftijdsbewust Personeelsbeleid, waardoor zijn vordering werd afgewezen.
De kantonrechter wees ook de vorderingen tot betaling van wettelijke verhogingen en buitengerechtelijke kosten af, omdat deze niet van toepassing waren. De proceskosten werden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten droeg. Het vonnis werd uitgesproken op 4 november 2010 door de kantonrechter in Haarlem.