ECLI:NL:RBHAA:2010:BO4549

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
29 oktober 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
173187 - KG ZA 10-436
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aanbestedingsgeschil over opslagcapaciteit voor digitale gegevensopslag

In deze zaak, die voor de Rechtbank Haarlem is behandeld, betreft het een kort geding tussen ISIT B.V. en de Gemeente Zaanstad over een aanbesteding voor de levering van Storage Infrastructuur. De Gemeente had op 19 februari 2010 een Europese openbare aanbesteding aangekondigd voor de levering van een systeem voor digitale gegevensopslag, waarbij een minimale opslagcapaciteit van 30 TB werd geëist. ISIT B.V. heeft op 19 april 2010 ingeschreven, maar haar inschrijving werd door de Gemeente ongeldig verklaard omdat deze niet voldeed aan de gestelde capaciteitseis. ISIT stelde dat de door haar aangeboden opslagcapaciteit van 19 TB, door middel van deduplicatietechnologie, zou kunnen worden vergroot tot 31,7 TB, en dat zij daarom aan de eis voldeed.

De voorzieningenrechter heeft de vordering van ISIT afgewezen. De rechter oordeelde dat de Gemeente bij de aanvang van de opdracht daadwerkelijk 30 TB opslagcapaciteit wenste te hebben, zonder rekening te houden met deduplicatie. De rechter benadrukte dat de eisen in de aanbestedingsdocumenten objectief moeten worden geïnterpreteerd en dat ISIT niet aan de minimumeis voldeed. De Gemeente was derhalve gerechtigd om de inschrijving van ISIT als ongeldig te beschouwen. ISIT werd veroordeeld in de proceskosten van de Gemeente, die op dat moment op EUR 1.079,00 werden begroot.

Dit vonnis is uitgesproken op 29 oktober 2010 door mr. Th.S. Röell in het openbaar, waarbij de rechter de gevraagde voorzieningen weigerde en de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad verklaarde.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK HAARLEM
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 173187 / KG ZA 10-436
Vonnis in kort geding van 29 oktober 2010
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ISIT B.V.,
gevestigd te Utrecht,
eiseres,
advocaat mr. S.C. Brackmann te Rotterdam,
tegen
de publiekrechtelijke rechtspersoon
GEMEENTE ZAANSTAD,
zetelend te Zaandijk,
gedaagde,
advocaat mr. J.W.A. Meesters te Amsterdam.
Partijen zullen hierna Isit en de Gemeente genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van Isit
- de wijziging van eis
- de pleitnota van de Gemeente.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. De Gemeente heeft op 19 februari 2010 de Europese openbare aanbesteding aangekondigd van de Levering van Storage Infrastructuur en bijbehorende dienstverlening.
Het gaat daarbij om een systeem voor de digitale opslag van gegevens. Op de aanbesteding zijn het Besluit Aanbestedingsregels Overheidsopdrachten en de Wet Implementatie Rechtsbeschermingsrichtlijnen Aanbesteden van toepassing.
2.2. In het Programma van Eisen is onder Omschrijving van de opdracht vermeld:
‘Uitgangspunten nieuwe Storage infrastructuur:
(…)
Capaciteit (op basis van huidige schatting data)
* 30 TB per site (netto) o.b.v. 300 Gb harddisken’.
Onder 5.1.4. Performance en capaciteit is vermeld:
‘E1.1.4-06 Uw oplossing biedt ook deduplicatie voor data. Geef aan wat de te verwachten performance effecten zijn. Geef tevens aan wat de beperkingen zijn qua inrichting’.
Deduplicatie is een systeem om opslagcapaciteit te besparen doordat van data die door verschillende gebruikers meerdere malen worden opgeslagen, slechts één exemplaar wordt opgeslagen. Hierdoor kan de beschikbare ruimte efficiënter worden gebruikt.
2.3. De Nota van Inlichtingen, versie 2, d.d. 9 april 2010, bevat onder meer de volgende vragen en antwoorden.
‘Vraag 60:
De initiële benodigde capaciteit bedraagt 30 TB. Kunnen we hierbij een onderverdeling krijgen in type data? Is de 30 TB capaciteit gebaseerd op groeiverwachting voor de komende termijn? Indien ja, voor welke termijn en indien nee, moet er nog rekening gehouden worden met groei?
Antwoord:
Groeiverwachting voor 2 jaar, systeem dient zeker schaalbaar te zijn en zal in de toekomst uitgebreid moeten kunnen worden.'
‘Vraag 85:
Er wordt gevraagd om een capaciteit van 30 TB netto per site. Klopt het dat de totale netto capaciteit 30 TB moet zijn, dus 30 TB plus 30 TB mirror?
Antwoord:
Totale netto capaciteit over beide sites dient bij aanvang 30 Tb te zijn.’
‘Vraag 98:
Is het mogelijk een schema te ontvangen van de verwachte totale netto storagebehoefte over een periode van 5 jaar? Hoeveel netto storage capaciteit moet geleverd worden als product vanuit het project?
Antwoord:
30 TB netto'.’
‘Vraag 118
(…) Is 30 tb aanvangsituatie of eindsituatie? (…)
Antwoord:
30 TB is aanvangsituatie met groei voor de eerste twee jaar.’
2.4. Isit heeft op 19 april 2010 op de aanbesteding ingeschreven. Bij brief van 20 augustus 2010 heeft de Gemeente Isit bericht dat haar inschrijving niet voldeed aan de in het Programma van Eisen gestelde capaciteitseis van 30 TB en dat de Gemeente voornemens was de opdracht te gunnen aan i3 Groep BV.
2.5. Bij brief van 30 augustus 2010 heeft mr. Brackman voornoemd de Gemeente verzocht haar oordeel dat de inschrijving van Isit niet aan de gestelde eisen voldoet te herzien, de inschrijving alsnog te beoordelen en op te nemen in de rangschikking van de inschrijvingen en, indien de rangschikking daartoe aanleiding geeft, de gunningsbeslissing te herzien.
2.6. De Gemeente heeft daaraan niet voldaan. Wel heeft de Gemeente, daags voor de mondelinge behandeling van het onderhavige kort geding, een pro forma beoordeling van de inschrijving van Isit uitgevoerd. Het resultaat van deze beoordeling is dat Isit, indien haar inschrijving niet ongeldig was verklaard, als eerste gerangschikt zou zijn.
3. Het geschil
3.1. Isit vordert, na zonder procesrechtelijk bezwaar van de Gemeente haar eis te hebben gewijzigd, dat de voorzieningenrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad,
de Gemeente zal veroordelen de inschrijving van Isit te (her-)beoordelen, op te nemen in de rangschikking van inschrijvingen en op basis daarvan een gunningsbeslissing te nemen, indien zij de opdracht nog immer wenst te verstrekken, dan wel andere een maatregel zal treffen die in goede justitie redelijk is en recht doet aan de belangen van Isit, één in ander op straffe van verbeurte van een dwangsom en met veroordeling van de Gemeente in de kosten van het geding, vermeerderd met de wettelijke rente als niet binnen twee weken na wijzing van het vonnis aan de proceskostenveroordeling is voldaan, alsmede de nakosten.
3.2. De Gemeente voert verweer.
3.3. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
4.1. Dit geding spitst zich toe op de vraag of de door Isit geoffreerde opslagcapaciteit voldoet aan de in het Programma van Eisen geformuleerde minimumeis van 30 TB. Isit stelt dat de capaciteitsbehoefte van 30 TB met deduplicatietechnologie kan worden verkleind. Zij heeft een capaciteit geoffreerd van 19 TB. Op basis van marktgemiddelden heeft zij berekend dat met die 19 TB door deduplicatie een opslagcapaciteit van 31,7 TB gerealiseerd kan worden. Aldus is volgens Isit aan de eis van 30 TB voldaan. Isit stelt daarom dat de Gemeente haar inschrijving ten onrechte ongeldig heeft verklaard. De Gemeente stelt zich op het standpunt dat in de aanbestedingsdocumenten duidelijk de eis is gesteld dat een opslagcapaciteit moet worden geboden die bij de aanvang, dus zonder deduplicatie, 30 TB bedraagt en dat de offerte van Isit niet aan die eis voldoet.
4.2. Isit stelt voorts dat extra capaciteit, boven 30 TB, in het Programma van Eisen niet was voorgeschreven of anderszins geëist. Uit de eis dat de oplossing ook deduplicatie moest bieden heeft Isit begrepen dat de Gemeente beoogde daarmee rekening te houden bij de berekening van de opslagcapaciteit, aangezien die eis is opgenomen onder ‘Performance en capaciteit’. Volgens Isit is het toepassen van deduplicatie bij de berekening van de netto capaciteit door de Gemeente in de aanbestedingsdocumenten niet verboden of beperkt of anderszins gereguleerd. Isit meent daarom dat de Gemeente achteraf een beperking aanbrengt als zij eist dat de opslagcapaciteit bij de aanvang van de opdracht reeds 30 TB bedraagt. Hiermee handelt de Gemeente volgens Isit in strijd met de beginselen van objectiviteit en transparantie die centraal staan in het aanbestedingsrecht.
4.3. De voorzieningenrechter volgt Isit niet in dit betoog. Bij de uitleg van de in de aanbestedingsdocumenten opgenomen eisen moeten deze gelezen worden in het licht van de gehele tekst van de aankondiging van de opdracht, het programma van eisen en de bijlagen. Uitgegaan moet worden van de betekenis die naar objectieve maatstaven volgt uit de bewoordingen van de aanbestedingsdocumenten. De onder de feiten opgenomen passage uit het Programma van Eisen en de daar eveneens aangehaalde antwoorden op vragen uit de Nota van Inlichtingen betreffende de capaciteitseis kunnen naar objectieve maatstaven tot geen andere conclusie leiden dan dat de Gemeente bij de aanvang van de opdracht per site feitelijk wenste te beschikken over 30 TB opslagcapaciteit. Het argument van Isit dat de Gemeente na afloop van de aanbesteding een nieuwe eis heeft gesteld gaat dus niet op.
4.4. Tussen partijen is niet in geschil dat in de offerte van Isit wordt uitgegaan van een opslagcapaciteit in de aanvangssituatie van 19 TB. Daarmee kan volgens Isit naderhand door toepassing van deduplicatie een capaciteit van 31,7 TB worden gerealiseerd. Dat kan zo zijn, maar dat neemt niet weg dat in de aanvangssituatie niet de vereiste opslagcapaciteit van 30 TB wordt geboden. Bovendien is daarmee aan de Gemeente een eventueel toekomstig voordeel van extra opslagcapaciteit door middel van deduplicatie ontnomen. Daarmee voldoet de offerte van Isit niet aan de gestelde minimumeis. Dit betekent dat de Gemeente de inschrijving van Isit als ongeldig terzijde mocht leggen.
4.5. Reeds op grond van het voorgaande is de vordering van Isit niet voor toewijzing vatbaar. Hetgeen partijen verder nog hebben aangevoerd behoeft daardoor geen bespreking meer. De gevraagde voorzieningen zullen worden geweigerd. Isit zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van de Gemeente worden begroot op:
- vast recht EUR 263,00
- salaris advocaat 816,00
Totaal EUR 1.079,00
5. De beslissing
De voorzieningenrechter
5.1. weigert de gevraagde voorzieningen,
5.2. veroordeelt Isit in de proceskosten, aan de zijde van de Gemeente tot op heden begroot op EUR 1.079,00,
5.3. verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. Th.S. Röell en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier op 29 oktober 2010.?