ECLI:NL:RBHAA:2010:BO4647
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Twee woninginbraken met DNA-bewijs tegen verdachte
In deze zaak heeft de politierechter van de Rechtbank Haarlem op 16 november 2010 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van twee woninginbraken. De feiten vonden plaats in de periode van 1 februari 2010 tot en met 2 februari 2010 en op 29 januari 2010. Bij beide inbraken zijn bloedsporen aangetroffen die overeenkwamen met het DNA-profiel van de verdachte, dat geregistreerd was in een Duitse databank. De rechtbank oordeelde dat het buiten redelijke twijfel vaststond dat het DNA-profiel van de verdachte afkomstig was van de aangetroffen bloeddruppels in de woningen. De verdachte ontkende de inbraken te hebben gepleegd, maar de rechtbank vond het onaannemelijk dat een ander dan de verdachte het bloed had achtergelaten. De politierechter concludeerde dat de verdachte zich de toegang tot de woningen had verschaft door middel van braak en inklimming, en dat hij de ten laste gelegde feiten had begaan. De officier van justitie had een gevangenisstraf van vijf maanden geëist, en de rechtbank volgde deze eis. Daarnaast werden er schadevergoedingen toegewezen aan de benadeelde partijen, die voortvloeiden uit de gepleegde inbraken. De rechtbank legde de verdachte een schadevergoedingsmaatregel op, waarbij hij verplicht werd tot betaling aan de staat en aan de benadeelde partijen. De uitspraak benadrukt de ernst van woninginbraken en de impact daarvan op de slachtoffers.