ECLI:NL:RBHAA:2010:BO4972
Rechtbank Haarlem
- Kort geding
- F.J.P. Veenhof
- Rechtspraak.nl
Weigering van voorlopige voorzieningen in huurgeschil tussen verhuurster en Fluor B.V.
In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 10 november 2010 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de eiseres, een verhuurster, en de gedaagde, Fluor B.V. De eiseres had Fluor gedagvaard omdat zij huurtermijnen niet meer betaalde. De eiseres vorderde een voorlopige voorziening tot betaling van achterstallige huur en schadevergoeding, omdat zij in financiële problemen verkeerde door de niet-betaling van de huur. De huurprijs bedroeg €4.000,00 per maand en de eiseres had de woning gemeubileerd verhuurd aan Fluor voor een buitenlandse medewerker. Fluor had de huurbetalingen stopgezet op 19 juli 2010, wat leidde tot de vordering van de eiseres.
Tijdens de mondelinge behandeling op 3 november 2010 heeft de kantonrechter de argumenten van beide partijen gehoord. De eiseres stelde dat zij dubbele woonlasten had en dat zij in financiële problemen verkeerde door de wanbetaling van Fluor. Fluor betwistte de vordering en stelde dat de eiseres geen spoedeisend belang had, omdat zij niet had aangetoond in welke financiële problemen zij verkeerde. De kantonrechter oordeelde dat de eiseres onvoldoende had aangetoond dat er sprake was van een spoedeisend belang en dat de gevorderde voorlopige voorzieningen niet konden worden toegewezen.
De kantonrechter weigerde de gevorderde voorlopige voorzieningen en veroordeelde de eiseres in de proceskosten, omdat zij in het ongelijk was gesteld. Dit vonnis benadrukt het belang van het aantonen van een spoedeisend belang in kort geding procedures, vooral in huurgeschillen waar financiële problemen aan de orde zijn.