ECLI:NL:RBHAA:2010:BO6335

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
17 november 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
AWB 10-5406
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • G. Guinau
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening inzake handhaving erfafscheidingen conform bouwtekening

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Haarlem op 17 november 2010, betreft het een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van bestuursrecht en omgevingsrecht. De Vereniging van Eigenaars 'Op den Hoogen Weg' heeft bezwaar gemaakt tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Zandvoort, dat hen onder oplegging van een last onder dwangsom heeft gelast om erfafscheidingen in de achtertuin aan te passen conform de bouwtekening die bij de verleende bouwvergunning van 24 mei 2004 hoort. De voorzieningenrechter heeft in zijn mondelinge uitspraak van 17 november 2010 het verzoek toegewezen en het bestreden besluit geschorst tot zes weken na verzending van de beslissing op bezwaar.

De voorzieningenrechter heeft overwogen dat het geschil een lange voorgeschiedenis heeft en dat het niet goed leent voor een voorlopig inhoudelijk oordeel over de rechtmatigheid van het bestreden besluit. In plaats daarvan heeft de rechter zich beperkt tot een belangenafweging. Hierbij heeft hij geconcludeerd dat het belang van de verzoekster bij schorsing van het besluit zwaarder weegt dan het belang van de verweerder bij handhaving. Dit is vooral te wijten aan de ingrijpendheid van de aanpassingen die de verzoekster zou moeten doorvoeren.

Tijdens de zitting is ook de veiligheid ter plaatse aan de orde gekomen. De verweerder stelde dat de stenen borstwering, die als doorvalbeveiliging fungeert, niet voldoet aan de eisen van het Bouwbesluit, omdat deze te laag is. De verweerder meende dat de houten schuttingen, die op twee meter afstand van de perceelsgrens zouden moeten worden geplaatst, de functie van doorvalbeveiliging konden vervangen. De voorzieningenrechter heeft de verweerder aangespoord om te onderzoeken aan welke bepalingen van het Bouwbesluit moet worden voldaan en of het bouwwerk aan die eisen voldoet. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector bestuursrecht
zaaknummer: AWB 10 - 5406
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van 17 november 2010
in de zaak van:
Vereniging van Eigenaars 'Op den Hoogen Weg',
gevestigd te Zandvoort,
verzoekster,
gemachtigde: mr. Th. F. Roest, advocaat te Haarlem,
tegen:
het college van burgemeester en wethouders van Zandvoort,
verweerder.
Tegenwoordig: mr. G. Guinau, voorzieningenrechter, en R.I. ten Cate, griffier.
Zitting: 17 november 2010
Verschenen: Gemachtigde van verzoekster is ter zitting verschenen. Voorts is [naam] verschenen, architect van het appartementencomplex aan de [adres] te [woonplaats]. Verweerder is vertegenwoordigd door J. Pach, werkzaam bij de gemeente Zandvoort. De derde partij is met bericht niet verschenen.
Het geschil betreft het besluit van 21 september 2010, waarbij verweerder verzoekster, onder oplegging van een last onder dwangsom, heeft gelast om de erfafscheidingen in de achtertuin van het perceel [adres] te [woonplaats] aan te passen conform de bouwtekening 2.01, behorende bij de verleende bouwvergunning van 24 mei 2004.
Bij mondelinge uitspraak van 17 november 2010 heeft de voorzieningenrechter het verzoek toegewezen, in die zin dat het bestreden besluit wordt geschorst tot zes weken na verzending van de beslissing op bezwaar.
De voorzieningenrechter heeft daartoe het volgende overwogen.
De voorzieningenrechter stelt vast dat het onderhavige geschil een lange voorgeschiedenis heeft met veel haken en ogen. Gelet hierop leent de zaak zich niet goed voor een voorlopig inhoudelijk oordeel over de rechtmatigheid van het bestreden besluit, en beperkt de voorzieningenrechter zich tot de belangenafweging. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter weegt in dit geval het belang van verzoekster bij schorsing van het bestreden besluit zwaarder dan het belang van verweerder bij handhaving, in verband met de ingrijpendheid van de aanpassingen die verzoekster zal moeten doen bij realisatie van de erfafscheidingen in de achtertuin.
Ter zitting heeft het debat zich voorts toegespitst op de veiligheid ter plaatse. Naar de voorzieningenrechter begrijpt is verweerder van mening dat de stenen borstwering, die de functie van doorvalbeveiliging heeft, niet conform de bepalingen uit het Bouwbesluit is gerealiseerd, nu deze te laag is. Naar verweerders opvatting konden de houten schuttingen (erfafscheidingen) op twee meter afstand van de perceelsgrens de functie van doorvalbeveiliging vervangen, en was de hoogte van de stenen borstwering niet (meer) van belang. Nu de schuttingen niet zijn gerealiseerd, is verweerder van mening dat niet aan de bepalingen van het Bouwbesluit wordt voldaan, voor zover het de doorvalbeveiliging betreft. Juridisch vertaald heeft verweerder beoogd verzoekster aan te schrijven wegens overtreding van het Bouwbesluit, hierin bestaande dat door het niet plaatsen van de schuttingen niet (meer) wordt voldaan aan het vereiste van een doorvalbeveiliging van de voorgeschreven hoogte. De voorzieningenrechter geeft verweerder mee te onderzoeken aan welke bepalingen van het Bouwbesluit moeten worden voldaan en of het bouwwerk aan die bepalingen voldoet.
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal,
(griffier) (voorzieningenrechter)
afschrift verzonden op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.