ECLI:NL:RBHAA:2010:BO7142
Rechtbank Haarlem
- Verzet
- G. Guinau
- Rechtspraak.nl
Ongegrond verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van beroep inzake belastingaanslag
In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 2 december 2010 uitspraak gedaan in het verzet van X B.V. tegen een eerdere uitspraak van 18 mei 2010, waarin het beroep van X B.V. niet-ontvankelijk was verklaard. Het verzet is ingesteld naar aanleiding van een besluit van de geopposeerde, dat op 29 april 2006 was genomen. X B.V. stelde dat zij pas op 15 juni 2006 kennis had genomen van dit besluit en dat de brief die op 23 juni 2006 was verzonden, als beroepschrift had moeten worden aangemerkt en doorgevoerd naar de rechtbank op basis van artikel 6:15 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De rechtbank heeft het verzet behandeld op 15 november 2010, waarbij de gemachtigde van X B.V., mr.drs. T.C. van Wagensveld, aanwezig was. De geopposeerde was vertegenwoordigd door A. De rechtbank heeft overwogen dat de brief van 23 juni 2006 niet kan worden aangemerkt als beroepschrift. De rechtbank oordeelde dat, hoewel de brief het woord 'bezwaar' bevatte, het duidelijk was dat het een verzoek om ambtshalve vermindering van de aanslag omzetbelasting betrof. De rechtbank concludeerde dat de geopposeerde de brief niet als beroepschrift hoefde door te zenden, omdat het beroep niet-ontvankelijk was verklaard wegens het ontbreken van een beroepschrift.
De rechtbank heeft het verzet ongegrond verklaard en de eerdere uitspraak bevestigd. De rechtbank heeft geen uitspraak gedaan over de vraag of de termijnoverschrijding verschoonbaar was, omdat dit niet relevant was voor de beslissing. De uitspraak is gedaan door mr. G. Guinau en openbaar uitgesproken in aanwezigheid van griffier I. Broekhuizen. De partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad der Nederlanden.