ECLI:NL:RBHAA:2010:BO8551

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
2 december 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
15/700341-10
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • F.F.W. Brouwer
  • W.A.F. Jansen
  • A.M.S.P. Evers-Ederveen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Poging tot overval op Aldi met geweld, vrijspraak voor diefstal van een Volkswagen Polo

In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 2 december 2010 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van poging tot overval op een Aldi-supermarkt in Zaandam op 17 mei 2010. De verdachte werd ervan beschuldigd samen met anderen een overval te hebben voorbereid, waarbij geweld en bedreiging met geweld tegen medewerkers van de supermarkt aan de orde waren. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat het openbaar ministerie ontvankelijk was in zijn vervolging. De officier van justitie had een gevangenisstraf van 24 maanden geëist, maar de rechtbank kwam tot een andere conclusie. De rechtbank oordeelde dat niet bewezen kon worden dat de verdachte betrokken was bij de diefstal van een Volkswagen Polo op 5 april 2010 in Amsterdam, en sprak de verdachte vrij van dit feit. De rechtbank achtte echter wel bewezen dat de verdachte samen met medeverdachten op de ochtend van de overval met capuchons op hun hoofd en een vuurwapen in de hand naar de Aldi was gegaan, met de intentie om de deur te openen en de overval uit te voeren. De rechtbank oordeelde dat er sprake was van een begin van uitvoering van de overval, maar dat de verdachte en zijn medeverdachten niet in staat waren om de overval te voltooien omdat de deur van de supermarkt was afgesloten. De rechtbank veroordeelde de verdachte tot een gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten en de impact van een overval op de samenleving, en nam daarbij ook de eerdere veroordelingen van de verdachte in overweging.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector Strafrecht
Locatie Haarlem
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 15/700341-10
Uitspraakdatum: 2 december 2010
Verstek
Strafvonnis
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 18 november 2010 in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
wonende te [adres]
thans gedetineerd in Penitentiaire Inrichting Amsterdam - Huis van Bewaring Havenstraat.
1. Tenlastelegging
Aan verdachte is tenlastegelegd:
feit 1:
Primair
hij op of omstreeks 17 mei 2010, te Zaandam, gemeente Zaanstad, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen geld en of goederen van zijn/hun gading, geheel of ten dele toebehorende aan supermarkt
Aldi, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan en/of te doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen een of meer medewerkers van supermarkt Aldi, te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht
mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededaders,
-een auto dicht bij de ingang van die supermarkt geparkeerd en/of
-met capuchon(s) op zijn/hun hoofd zich naar de ingang van die supermarkt begeven en/of
-met een vuurwapen althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp in de hand
voor de toegangsdeur gestaan en of bewegingen gemaakt voor die deur (als om te
proberen de sensor van de deur te bewegen de deur te openen), terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
en/of
hij op of omstreeks 17 mei 2010 te Zaandam, gemeente Zaanstad ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld een of meer medewerkers van supermarkt Aldi te dwingen tot de afgifte van geld en of goederen van zijn/hun gading, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan supermarkt Aldi, in elk geval
aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn/haar mededader(s), immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededaders
- een auto dicht bij de ingang van die supermarkt geparkeerd en/of
- met capuchon(s) op zijn/hun hoofd zich naar de ingang van die supermarkt begeven en/of
- met een vuurwapen althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp in de hand voor de toegangsdeur gestaan en of bewegingen gemaakt voor die deur (als om te proberen de sensor van de deur te bewegen de deur te openen),
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
feit 1:
Subsidiair
hij op of omstreeks 17 mei 2010 te Zaandam, gemeente Zaanstad, tezamen en in vereniging met een ander of anderen althans alleen, ter voorbereiding van het misdrijf het tezamen en in vereniging plegen van diefstal met geweld en/of afpersing althans een overval op de Aldi gelegen aan de Westzanerdijk 118 C te Zaandam, opzettelijk
- een personenauto merk Volkswagen, type Polo met een Frans Kenteken [kenteken]
en/of
- een (nep) vuurwapen te weten een zwart kleurig pistool met dichte loop en/of
- een kapmes en/of
- kleding althans een sweater en/of trui met een capuchon en/of een bivakmuts en/of
- diverse goederen te weten een fles amonia en/of een rol tape,
bestemd tot het begaan van dat misdrijf, heeft verworven en/of vervaardigd en/of ingevoerd en/of doorgevoerd en/of uitgevoerd en/of voorhanden heeft gehad;
feit 2
hij op of omstreeks 17 mei 2010 te Zaandam, gemeente Zaanstad, (een) wapen(s) van categorie I onder 7°, te weten een zwart pistool, zijnde (een) voorwerp(en) dat/die voor wat betreft zijn/hun vorm en afmetingen een sprekende gelijkenis vertoonde(n) met (een) vuurwapen(s) en/of met (een) voor ontploffing bestemde voorwerp(en) voorhanden heeft gehad;
Feit 3:
Primair
hij op of omstreeks 5 april 2010 te Amsterdam, tezamen en in vereniging met (een) ander(en) althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een
personenauto merk Volkswagen Polo met kenteken [kenteken] en de zich daarin
bevindende goederen, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
Subsidiair
hij in of omstreeks de periode van 5 april 2010 tot en met op 17 mei 2010 te Amsterdam en/of Zaandam, gemeente Zaanstad, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en) althans alleen, een personenauto merk Volkswagen Polo met kenteken [kenteken] heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die personenauto merk Volkswagen Polo met kenteken [kenteken] wist dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof.
2. Voorvragen
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
3. Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de onder feit 1, primair, feit 2 en feit 3, subsidiair ten laste gelegde feiten en gevorderd dat verdachte ter zake zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vierentwintig (24) maanden met aftrek conform artikel 27 Wetboek van Strafrecht.
4. Bewijs
4.1. Vrijspraak
Naar het oordeel van de rechtbank is niet bewezen hetgeen verdachte onder feit 3, primair ten laste is gelegd. Uit de zich in het dossier bevindende stukken is immers niet komen vast te staan dat verdachte of zijn medeverdachten op enigerlei wijze betrokken zijn geweest bij de diefstal van de Volkswagen Polo met kenteken [kenteken] op 5 april 2010 te Amsterdam.
Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
4.2. Redengevende feiten en omstandigheden 1
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het tenlastegelegde feit op grond van de navolgende bewijsmiddelen:
Op 17 mei 2010 kwamen de getuigen [getuige 1] (hierna te nomen: [getuige 1]) en [getuige 2] (hierna te nomen: [getuige 2]) omstreeks 06.46 uur aan op het parkeerterrein van het Aldi filiaal op de Westzanerdijk te Zaandam. De getuigen zagen dat een donkerblauw of zwarte Volkswagen Polo met een Frans kenteken op de parkeerplaats van de Aldi geparkeerd stond. Het kenteken eindigde op "[kenteken]" en de auto zag er gehavend uit omdat deze vol met deuken zat, het slot aan de bestuurderszijde geforceerd was en de auto vol zat met krassen. Er zaten geen personen in de auto.2
[getuige 1] en [getuige 2] hebben vervolgens via de hoofdingang van de Aldi het pand betreden. De toegangsdeuren sloten vervolgens automatisch en [getuige 1] heeft het bovenste slot op de toegangsdeur gedaan zodat deze van buitenaf niet opengetrokken kon worden. Daarna zijn [getuige 1] en [getuige 2] naar het kantoortje in de winkel gegaan. Vanuit het kantoor hadden zij via geblindeerde ramen zicht op de ingang, de kassa's en de naast de ingang gelegen bossages. 3
[getuige 1] en [getuige 2] zagen vervolgens drie personen door de bossages aan de zijkant naar de ingang van de winkel rennen. Zij droegen alle drie capuchons. Een van de mannen had een grijs vest aan. De getuigen zagen beiden dat een van deze personen een zwart pistool in zijn rechterhand droeg, langs zijn been naar beneden gericht. Vervolgens zagen de getuigen beiden dat de man met het pistool bewegingen maakte voor de deur van de Aldi. De mannen liepen naar voren en naar achteren en zochten contact met de deur.4 Aangezien de getuigen de deur bij binnenkomst hadden afgesloten, ging deze echter niet open en de mannen liepen weg bij de ingang.5 Getuige [getuige 1] heeft vervolgens een collega en de politie gebeld.6
Getuige [getuige 2] zag drie schimmen in de auto zitten. Alle drie droegen zij een vest met capuchon. De bestuurder droeg een grijs vest. Voorts zag hij dat het kenteken van de auto als eerste drie cijfers de nummers "[kenteken]" bevatte.7 Vervolgens zagen de getuigen de auto met de mannen wegrijden vanaf het parkeerterrein.8
De verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] zagen in de buurt van de Aldi op de T-splitsing van de Tribune drie personen op het trottoir lopen. Deze personen voldeden aan het opgegeven signalement aangezien zij gekleed waren in grijze en blauwe sweaters met een capuchon. De verbalisanten hebben de drie personen aangehouden. Toen bleek het te gaan om verdachte en zijn medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2].9
De verbalisanten [verbalisant 3] en [verbalisant 4] troffen in een steeg om de hoek bij de Aldi een auto aan van het merk Volkswagen, type Polo voorzien van een Frans kenteken [kenteken]. Verbalisanten zagen voorts dat de auto beschadigd was. 10 Tijdens het onderzoek aan de Volkswagen is een zwartkleurig vuurwapen met dichte loop, een kapmes en een tas met tape aangetroffen.11 Voorts bleek de Volkswagen Polo met kenteken [kenteken] op 5 april 2010 gestolen te zijn in Amsterdam.12 De eigenaar van de Volkswagen heeft verklaard dat de in de auto aangetroffen tape, de ammoniak, de bivakmuts en het mes niet van hem waren.13 Ten slotte is uit onderzoek gebleken dat het vuurwapen een wapen betrof genoemd in artikel 2, categorie 1, sub 7 en strafbaar gesteld onder artikel 13, lid 1, van de Wet Wapens en Munitie.14
Na hun aanhouding bleken verdachte en de medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] meerdere lagen kleding over elkaar droegen. Zo had medeverdachte [medeverdachte 1] een zwarte joggingbroek aan met daaronder een witte broek, twee t-shirts, een grijs jack met capuchon, een wit wollen vest met capuchon en een wit nylon vest met lange mouwen.15 Op de camerabeelden van de Aldi is voorts te zien dat twee mannen capuchons droegen en een man een witte of lichtkleurige broek aan had.16
Het in de auto aangetroffen mes is onderzocht door het Nederlands Forensische Instituut. De conclusie is als volgt:
"Van het DNA in de bemonstering [monster 1] van het heft van het kapmes is een onvolledig DNA-profiel verkregen van een man. Het DNA-profiel van de verdachte [medeverdachte 1] [dna medeverdachte 1] matcht met dit DNA-profiel. Dit betekent dat het celmateriaal in de bemonstering [monster 1] van het heft van het kapmes afkomstig kan zijn van de verdachte [medeverdachte 1]. De berekende frequentie van het DNA-profiel is ongeveer een op 100 miljoen. Oftewel, de kans dat het DNA-profiel van een willekeurig gekozen man matcht met dit DNA-profiel is ongeveer een op 100 miljoen."17
4.3 Bewijsoverweging
Van de zijde van verdachte is aangevoerd dat verdachte dient te worden vrijgesproken van de hem ten laste gelegde feiten omdat onvoldoende wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte een van de daders is geweest. Er is geen 100 procent match gevonden tussen het onvolledig spoor op het mes en het DNA van medeverdachte [medeverdachte 1], zodat niet onomstotelijk vast staat dat het aangetroffen spoor op het mes het DNA van [medeverdachte 1] is en verdachte derhalve aanwezig was bij de Aldi en in de auto heeft gezeten. Evenmin is vast te stellen hoe oud het spoor is en wanneer het spoor op het mes is aangebracht dan wel wellicht door secundair contact is overgedragen.
De rechtbank overweegt hieromtrent als volgt. Gezien voornoemde conclusie van het NFI in samenhang met - onder andere - de omstandigheden dat de medeverdachte [medeverdachte 1] is aangehouden vlakbij de Aldi op 17 mei 2010, hij voldeed aan het signalement van de daders door het hebben van een witte broek en een vest met capuchon, hij meerdere lagen kleding over elkaar droeg en hij geen verklaring heeft kunnen geven waarom hij op dat moment op die locatie aanwezig was, acht de rechtbank voldoende aannemelijk dat de medeverdachte [medeverdachte 1] inderdaad het mes dat in de auto met kenteken [kenteken] is aangetroffen, heeft aangeraakt en zijn DNA daardoor op het heft van dit mes terecht is gekomen. Aangezien verdachte samen met medeverdachte [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] is aangehouden, er sprake was van drie daders en hij eveneens voldeed aan het opgegeven signalement van het dragen van een vest met capuchon en hij geen logische verklaring heeft kunnen geven voor zijn aanwezigheid vlakbij de Aldi op 17 mei 2010, acht de rechtbank het aannemelijk dat verdachte ook bij de Aldi en in de auto aanwezig is geweest.
Van de zijde van de verdachte is subsidiair aangevoerd dat op basis van de bewijsmiddelen niet vastgesteld kan worden wat de bedoeling van de mannen was bij de Aldi zodat niet vastgesteld kan worden dat sprake is van een poging. Er is geen sprake van een begin van uitvoering nu op geen enkele wijze is getracht toegang tot de winkel te forceren. De rechtbank verwerpt dit verweer en overweegt hieromtrent als volgt. Verdachte en zijn medeverdachten bevonden zich op een zeer vroeg tijdsstip in de ochtend met capuchons op in de bosjes vlakbij de ingang van de Aldi. Vervolgens zijn zij met een pistool naar de ingang gelopen en hebben zij naar voren en naar achteren gelopen voor de deur van de Aldi. De rechtbank kan niet anders concluderen dan dat verdacht en zijn medeverdachte door hun bewegingen getracht hebben de deur door een sensor te laten openen. De rechtbank stelt op grond van het voorgaande vast dat hiermee sprake is van een begin van uitvoering.
Ten slotte is door de raadsvrouw aangevoerd dat sprake was van vrijwillige terugtred door verdachte en zijn medeverdachten. Ook dit verweer volgt de rechtbank niet. Niet is gebleken dat verdachte en zijn medeverdachten om een andere reden hebben afgezien van de overval, dan dat de deur naar de Aldi niet open ging. Dit kan tot geen andere conclusie leiden dan dat er ten tijde van het incident een situatie was waarbij, doordat de deuren van de Aldi nog niet opengingen, sprake was van een relatieve ondeugdelijkheid van het beoogde object.
Op grond van al het voorgaande acht de rechtbank derhalve wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de hem ten laste gelegde feiten heeft begaan.
4.4 Bewezenverklaring
Gezien het bovenstaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, in dier voege dat:
Feit 1:
hij op 17 mei 2010, te Zaandam, gemeente Zaanstad, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen geld en of goederen van hun gading, geheel of ten dele toebehorende aan supermarkt Aldi, en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan en/of te doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen een of meer medewerkers van supermarkt Aldi, te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, immers hebben verdachte en zijn mededaders,
-een auto dicht bij de ingang van die supermarkt geparkeerd en
-met capuchons op hun hoofd zich naar de ingang van die supermarkt begeven en
-met een vuurwapen althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp in de hand
voor de toegangsdeur gestaan en of bewegingen gemaakt voor die deur (als om te
proberen de sensor van de deur te bewegen de deur te openen), terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
en/of
hij op17 mei 2010 te Zaandam, gemeente Zaanstad ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk om zich en anderen wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld een of meer medewerkers van supermarkt Aldi te dwingen tot de afgifte van geld en of goederen van hun gading, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan supermarkt Aldi, immers hebben verdachte en zijn mededaders
- een auto dicht bij de ingang van die supermarkt geparkeerd en
- met capuchons op hun hoofd zich naar de ingang van die supermarkt begeven en
- met een wapenin de hand voor de toegangsdeur gestaan en of bewegingen gemaakt voor die deur (als om te proberen de sensor van de deur te bewegen de deur te openen),
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Feit 2:
hij op 17 mei 2010 te Zaandam, gemeente Zaanstad, een wapen van categorie I onder 7°, te weten een zwart pistool, zijnde een voorwerp dat voor wat betreft zijn vorm en afmetingen een sprekende gelijkenis vertoonde met een vuurwapen voorhanden heeft gehad;
Feit 3:
hij in de periode van 5 april 2010 tot en met op 17 mei 2010 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen , een personenauto merk Volkswagen Polo met kenteken [kenteken] voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van die personenauto merk Volkswagen Polo met kenteken [kenteken] wist dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.
Voorzover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, leest de rechtbank de tenlastelegging verbeterd. Blijkens het verhandelde op de terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in zijn verdediging.
Hetgeen aan verdachte onder meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
5. Strafbaarheid van de feiten
Het bewezenverklaarde levert op:
Feit 1:
poging tot diefstal, voorafgegaan / vergezeld / gevolgd van geweld / bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te breiden / die diefstal gemakkelijk te maken / bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers van het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen
en / of
poging tot afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
Feit 2:
handelen in strijd met artikel 13, eerste lid, van de Wet wapens en munitie;
Feit 3:
opzetheling.
6. Strafbaarheid van verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dus strafbaar.
7. Motivering van sanctie
Bij de beslissing over de sanctie die aan verdachte moet worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede de persoon van verdachte zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting en uit de bespreking aldaar van het vanwege de door M. Poppens van Reclassering Nederland uitgebrachte advies van 19 mei 2010 is gebleken.
In het bijzonder heeft de rechtbank het navolgende in aanmerking genomen.
Verdachte en zijn mededaders hebben zich schuldig gemaakt aan een poging tot een overval met geweld van een Aldi filiaal. Verdachte en zijn mededaders zijn op een vroeg tijdsstip in de ochtend vanuit de bosjes, met capuchons op hun hoofd en een wapen naar de deur van de winkel gelopen en hebben getracht de sensors te activeren om de deur te laten openen. Doordat de deur echter van binnenuit door medewerkers van Aldi was afgesloten, lukte het verdachte en zijn mededaders echter niet om de deur te laten openen. De rechtbank acht dit een zeer ernstig feit. Een overval op een winkel heeft een grote inpact op de samenleving, meer specifiek op de werknemers van de winkel en de klanten die de winkel bezoeken, en veroorzaakt een gevoel van onveiligheid.
Ten nadele van verdachte neemt de rechtbank voorts in aanmerking dat verdachte in het verleden eerder is veroordeeld ter zake van soortgelijke strafbare feiten.
De rechtbank merkt op, dat de officier van justitie bij een eis van vierentwintig maanden - kennelijk - de ernst van de zaak kennelijk anders waardeert dan de rechtbank.
Op grond van het vorenoverwogene is de rechtbank van oordeel dat een vrijheidsbenemende straf van na te noemen duur moet worden opgelegd. De rechtbank zal bepalen dat een gedeelte daarvan vooralsnog niet ten uitvoer zal worden gelegd en zal daaraan een proeftijd verbinden van twee jaar opdat verdachte er tijdens die proeftijd van wordt weerhouden strafbare feiten te begaan.
10. Toepasselijke wettelijke voorschriften
De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:
45, 47, 57, 312, 317, 416 van het Wetboek van Strafrecht.
13 Wet Wapen en Munitie.
11. Beslissing
De rechtbank:
Spreekt verdachte vrij van het hem onder feit 3, primair ten laste gelegde feit.
Verklaart bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan zoals hiervoor onder 4.4. weergegeven.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Bepaalt dat de bewezenverklaarde feiten de hierboven onder 5. vermelde strafbare feiten opleveren.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van twaalf (12) maanden, met bevel dat van deze straf een gedeelte, groot vier (4) maanden, niet zal worden tenuitvoergelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat verdachte zich voor het einde van de op twee jaar bepaalde proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Bepaalt dat de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de thans opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. F.F.W. Brouwer, voorzitter,
mr. W.A.F. Jansen en mr. A.M.S.P. Evers-Ederveen, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier mr. A.M.W. Martens,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 2 december 2010.
mr. F.F.W. Brouwer is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
mr. A.M.S.P. Evers-Ederveen is eveneens buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
1 De door de rechtbank in de voetnoten als proces-verbaal aangeduide bewijsmiddelen zijn in de wettelijke vorm opgemaakt door personen die daartoe bevoegd zijn en voldoen ook overigens aan de daaraan bij wet gestelde eisen.
2 Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 1] d.d. 17 mei 2010 (dossierpagina 35 en 36) en het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 2] d.d. 17 mei 2010 (dossierpagina 38).
3 Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 1] d.d. 17 mei 2010 (dossierpagina 36) en het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 2] d.d. 17 mei 2010 (dossierpagina 39).
4 Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 2] bij de rechter-commissaris d.d. 12 oktober 2010.
5 Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 1] d.d. 17 mei 2010 (dossierpagina 36) en het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 2] d.d. 17 mei 2010 (dossierpagina 39).
6 Het proces-verbaal van verhoor van getuige [voorletter]. [getuige 1] d.d. 17 mei 2010 9dossierpagine 36).
7 Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 2] d.d. 17 mei 2010 (dossierpagina 39).
8 Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 1] d.d. 17 mei 2010 (dossierpagina 37) en het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 2] d.d. 17 mei 2010 (dossierpagina 39).
9 Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 17 mei 2010 (dossierpagina 18 e.v.).
10 Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 17 mei 2010 (dossierpagina 20).
11 Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 17 mei 2010 (dossierpagina 13) en foto's van het kapmes (dossierpagina 145 en 147), het pistool (dossierpagina 146).
12 De aangifte van [slachtoffer] d.d. 5 april 2010 (dossierpagina 108).
13 Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 10 juni 2010 9dossierpagina 34).
14 Het proces-verbaal relaas definitief dossier onderzoek [onderzoeksnaam] d.d. 26 juli 2010 (dossierpagina 13).
15 Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 17 mei 2010 (dossierpagina 30).
16 Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 20 mei 2010 (dossierpagina 31).
17 Het rapport van het Nederlands Forensisch Instituut d.d. 6 juli 2010 (dossierpagina 129).