ECLI:NL:RBHAA:2010:BO8984

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
25 november 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
480914 - CV EXPL 10-11698
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • F.J.P. Veenhof
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vergoeding voor kosten door beëindiging van mobiele telefooncontract

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Haarlem op 25 november 2010 uitspraak gedaan in een geschil tussen Marjoc I B.V., handelende onder de naam Marjoc Finance, en een gedaagde partij. De zaak betreft een vordering van Marjoc tegen de gedaagde, die zich moest verweren tegen een vordering van Telfort B.V. voor een niet-betaalde maandelijkse abonnementskosten van €4,95. Telfort had het contract met de gedaagde beëindigd na het niet ontvangen van deze betaling, terwijl de gedaagde de abonnementskosten voor de daaropvolgende maanden wel correct had voldaan. De kantonrechter oordeelde dat de beëindiging van het contract door Telfort niet terecht was, gezien het geringe bedrag aan achterstand. De rechter stelde dat Telfort B.V. de gedaagde de kans had moeten geven om het bedrag te voldoen voordat het contract werd beëindigd.

In de uitspraak werd Marjoc veroordeeld om de gedaagde een schadevergoeding van €75,00 te betalen, alsook de wettelijke rente over dit bedrag. De kantonrechter wees de vordering van Marjoc om de gedaagde te veroordelen tot betaling van €142,77 af, evenals de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten. De rechter oordeelde dat de gedaagde niet voldoende had gemotiveerd dat hij het bedrag van €4,95 nog moest voldoen, waardoor dit deel van de vordering in conventie werd toegewezen. De uitspraak benadrukt het belang van communicatie tussen partijen in geval van betalingsachterstanden en de noodzaak voor bedrijven om consumenten de gelegenheid te bieden om hun schulden te voldoen voordat zij overgaan tot contractbeëindiging.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector kanton
Locatie Haarlem
zaak/rolnr.: 480914/CV EXPL 10-11698
datum uitspraak: 25 november 2010
VONNIS VAN DE KANTONRECHTER
inzake
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Marjoc I B.V.
handelende onder de naam Marjoc Finance
te Lierderholthuis, gemeente Raalte
eisende partij in conventie
verwerende partij in reconventie
hierna te noemen Marjoc
gemachtigde Swier & van der Weijden
tegen
[ged[gedaagde]
te [woonplaats]
gedaagde partij in conventie
eisende partij in reconventie
hierna te noemen [gedaagde]
verschenen in persoon
In conventie en in reconventie
De procedure
Voor de loop van het geding verwijst de kantonrechter naar de volgende stuk¬ken:
- de dagvaarding van 14 augustus 2010,
- het proces-verbaal van de zitting van 16 september 2010 houdende de mondelinge conclusie van antwoord in conventie, tevens conclusie van eis in reconventie, met producties,
- het door de kantonrechter tussen partijen gewe¬zen en op 30 september 2010 uitgesproken tussenvonnis,
- de aantekeningen van de griffier van de ingevolge dat vonnis op 22 oktober 2010 gehouden comparitie van partijen en de met het oog op die zitting door de gemachtigde van Marjoc aan de kantonrechter en de wederpartij gezonden producties.
De feiten
Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend, dan wel niet of onvoldoende betwist en/of op grond van de onweerspro¬ken inhoud van de producties, staat tussen partij¬en het volgende vast:
a. Telfort B.V. heeft op of omstreeks december 2008 met [gedaagde] voor de duur van 24 maanden een overeenkomst gesloten voor de levering door Telfort B.V. aan [gedaagde] van een mobiele telefoonaansluiting.
b. De abonnementskosten voor de maanden februari 2010 en maart 2010 heeft [gedaagde] correct betaald.
c. Telfort B.V. heeft het contract per 2 april 2010 beëindigd omdat de betaling van de abonnementskosten van €4,95 over de maand januari 2010 niet door haar was ontvangen.
d. Wegens het beëindigen van het contract heeft Telfort €99,29 aan [gedaagde] in rekening gebracht, welk bedrag [gedaagde] niet heeft voldaan.
In conventie
De vordering
Marjoc vordert dat de kantonrechter bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad [gedaagde] zal veroordelen om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan Marjoc te betalen €142,77, vermeerderd met de wettelijke rente ad 1% per maand over €104,24 vanaf 10 augustus 2010 tot aan de dag der algehele voldoening, met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
Marjoc heeft het volgende aan de vordering ten grond¬slag gelegd:
Nu [gedaagde] nalatig is gebleven met de betaling van de abonnementskosten over januari 2010 heeft Telfort B.V. terecht het contract beëindigd en is [gedaagde] de gevorderde bedragen, in hoofdsom een totaal van €104,24, verschuldigd.
Bij akte van 31 december 2009 heeft Telfort B.V. de onderhavige vordering gecedeerd aan Marjoc.
Door ondanks aanmaning met betaling in gebreke te blijven, heeft [gedaagde] Marjoc genoodzaakt haar vordering ter incasso uit handen te geven. Marjoc heeft daardoor vermogensschade geleden, bestaande uit de buitengerechtelijke incassokosten ten belope van €37,00. [gedaagde] dient deze kosten ingevolge de algemene betalingsvoorwaarden dan wel ingevolge artikel 6:96 lid 2 sub c BW aan Marjoc te voldoen.
Voorts is [gedaagde] de wettelijke rente verschuldigd geworden. Deze bedraagt, berekend vanaf tot 10 augustus 2010, €1,53.
Het verweer
[gedaagde] heeft de vordering gemotiveerd betwist. Op het verweer zal, voor zover relevant, bij de beoordeling van het geschil nader worden ingegaan.
In reconventie:
De vordering
[gedaagde] vordert dat de kantonrechter bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad Marjoc zal veroordelen tot betaling van een schadevergoeding aan [gedaagde] tot een door de kantonrechter te bepalen hoogte.
[gedaagde] heeft het volgende aan de vordering ten grond¬slag gelegd:
[gedaagde] heeft schade geleden doordat hij kosten heeft moeten maken om zich tegen de vordering van Telfort B.V. te kunnen verweren. Die kosten hebben bestaan uit telefoonkosten voor gesprekken met Telfort B.V. en de deurwaarder, het maken van fotokopieën, het uitzoeken van de betalingen bij de bank en de met het bezoeken van de bank en de kopieerwinkel gepaard gaande reistijd.
[gedaagde] laat de begroting van het bedrag van zijn schade over aan het oordeel van de kantonrechter.
Het verweer
Marjoc heeft de vordering weersproken. Op het verweer zal, voor zover relevant, bij de beoordeling van het geschil nader worden ingegaan.
De beoordeling van het geschil
In conventie en in reconventie
1. De over en weer ingestelde vorderingen lenen zich voor een gezamenlijke bespreking.
2. [gedaagde] heeft onvoldoende gemotiveerd weersproken dat hij het bedrag van €4,95 nog moet voldoen, zodat dit deel van de vordering in conventie moet worden toegewezen.
3. Gelet op het feit dat de abonnementskosten voor de maanden februari 2010 en maart 2010 normaal door [gedaagde] zijn betaald, is de kantonrechter van oordeel dat Telfort B.V. ten onrechte is overgegaan tot het beëindigen van het contract met [gedaagde] per 2 april 2010. Daarvoor bestond onvoldoende rechtvaardiging nu sprake was van een gering bedrag aan achterstand. Het had op de weg van Telfort B.V. gelegen om met [gedaagde] in contact te treden om hem de gelegenheid te bieden het bedrag van €4,95 te voldoen. Het zenden van aanmaningen is daarvoor niet toereikend.
4. Nu Telfort B.V. ten onrechte is overgegaan tot de beëindiging van het contract dienen de gevolgen daarvan voor haar rekening te blijven respectievelijk te komen.
5. Op grond van het vorenstaande zal de in conventie gevorderde schadevergoeding voor de resterende abonnementsperiode, te weten €99,29, worden afgewezen.
6. Het vorenstaande brengt met zich dat ook de in conventie gevorderde buitengerechtelijke incassokosten moet worden afgewezen. Deze kosten zijn naar het oordeel van de kantonrechter onnodig gemaakt.
7. De door Marjoc gevorderde wettelijke rente is als steunend op de wet toewijsbaar over het bedrag van €4,95 vanaf de datum van de opeisbaarheid daarvan.
8. Door [gedaagde] is in reconventie voldoende gesteld en aannemelijk gemaakt dat hij door de handelwijze van Telfort B.V. schade heeft geleden. Deze schade is door Marjoc onvoldoende gemotiveerd weersproken.
9. Gelet op het bepaalde bij artikel 6:97 BW zal de kantonrechter de schade van [gedaagde] begroten op €75,00.
10. Marjoc zal, als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij, in de proceskosten in conventie en in reconventie worden veroordeeld.
11. Omdat [gedaagde] zich niet door een professionele gemachtigde heeft laten bijstaan, komen op grond van het bepaalde bij artikel 238 Rv, voor vergoeding van zijn proceskosten slechts de noodzakelijke reis- en verblijfkosten in aanmerking. De kantonrechter houdt er daarbij rekening mee dat [gedaagde] zowel op de rolzitting als op de comparitie van partijen is verschenen.
Beslissing
De kantonrechter:
In conventie:
Veroordeelt [gedaagde] om tegen behoorlijk bewijs van kwij¬ting aan Marjoc te betalen €4,95, te ver¬meerderen met de wette¬lijke rente berekend vanaf de datum van de opeisbaarheid tot aan de dag der alge¬hele voldoening.
Wijst af het meer of anders gevorderde.
In reconventie:
Veroordeelt Marjoc om tegen behoorlijk bewijs van kwij¬ting aan [gedaagde] te betalen €75,00, te ver¬meerderen met de wette¬lijke rente berekend vanaf 16 september 2010 tot aan de dag der alge¬hele voldoening.
In conventie en in reconventie:
Veroordeelt Marjoc in de kosten van deze procedure, tot op deze uitspraak aan de zijde van [gedaagde] begroot op €50,00 aan reis- en verblijfkosten.
Verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voor¬raad.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.J.P. Veenhof en uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum.