RECHTBANK HAARLEM
Sector Strafrecht
Parketnummer: 15/700562-10
Uitspraakdatum: 2 december 2010
Tegenspraak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 18 november 2010 in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
wonende te ([adres]
thans gedetineerd in P.I.V. Huis van Bewaring Nieuwersluis.
1. Tenlastelegging
Aan verdachte is tenlastegelegd:
feit 1:
zij op of omstreeks 08 augustus 2010 te [plaatsnaam] gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen uit een woning gelegen aan [adres], meerdere goederen waaronder een XBOX en/of een of meer controllers en/of een telefoon en/of een sleutel, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam aangeefster] en/of [naam getuige 5] en/of [naam getuige 1] en/of [naam getuige 2] en/of [naam getuige 3] en/of [naam getuige 4], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met
geweld tegen voornoemde [naam aangeefster] en/of [naam getuige 1] en/of [naam getuige 3], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat zij, verdachte,
- een mes tegen/op de keel van die [naam aangeefster] heeft geplaatst en/of daarbij de woorden heeft toegevoegd: "Je moet stil zijn en er moet geen politie komen", althans woorden van gelijke dreigende strekking en/of aard en/of
- die [naam getuige 1] met een mes op/in de hand heeft gesneden en/of
- met een mes heeft gezwaaid en/of stekende bewegingen heeft gemaakt in de richting van die [naam getuige 3] en/of daarbij de woorden heeft toegevoegd "No police, no police", althans woorden van gelijke dreigende strekking en/of aard.
2. Voorvragen
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
3. Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het tenlastegelegde feit en gevorderd dat verdachte terzake zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van eenentwintig (21) maanden, met aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht.
4.1. Bewijsmiddelverweer
De raadsman van verdachte heeft primair aangevoerd dat de zich in het dossier bevindende verklaringen van mevrouw [naam aangeefster], hierna aangeefster, en de verklaringen van de getuigen [naam getuige 1], [naam getuige 5] en [naam getuige 2] tegenstrijdigheden bevatten zodat deze verklaringen ongeloofwaardig en/of leugenachtig zijn en niet als bewijsmiddel kunnen dienen.
De rechtbank verwerpt dit verweer en acht de verklaringen van aangeefster en voornoemde getuigen betrouwbaar. Daartoe acht de rechtbank redengevend dat aangeefster en voornoemde getuigen uitgebreide en gedetailleerde elkaar ondersteunende verklaringen hebben afgelegd omtrent hetgeen op 8 augustus 2010 heeft plaatsgevonden. Voorts zijn voornoemde verklaringen grotendeels consistent. Dat de verklaringen op enkele punten tegenstrijdigheden bevatten, doet hier niet aan af.
Op 8 augustus 2010 omstreeks 06.15 uur kwam bij de regionale meldkamer van de politie Kennemerland de melding binnen dat een vrouw op de [lokatie 1] om hulp riep. Enkele minuten later - omstreeks 06.22 uur - kwam de melding binnen dat een meisje ingebroken had in een woning aan de [adres] te [plaatsnaam]. Verbalisanten waren vervolgens om 06.32 uur ter plaatse. Gezien het korte tijdsbestek tussen beide meldingen en het moment waarop de verbalisanten bij de woning aan de [adres] aanwezig waren, acht de rechtbank het onwaarschijnlijk dat aangeefster en de drie voornoemde getuigen hun verklaringen op elkaar af hebben gestemd.
4.2 Redengevende feiten en omstandigheden 1
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het tenlastegelegde feit op grond van de navolgende bewijsmiddelen:
Op 8 augustus 2010 werd aangeefster wakker omdat zij iets in haar slaapkamer op de eerste verdieping van de woning aan de [adres] te [plaatsnaam], merkte. Zij zag dat een meisje in haar slaapkamer naast haar bed stond. Het meisje stak haar hand uit en hield een mes tegen aangeefsters keel. Het meisje zei: “Rustig, geen politie. Blijf rustig, geen politie”. Haar vriend die naast haar in bed lag, de heer [naam getuige 2], werd ook wakker en pakte de hand van het meisje waarin zij het mes vasthield en verdraaide deze. Het meisje moest daardoor het mes loslaten. Aangeefster sprong vervolgens het bed uit en liep schreeuwend de gang op. Het meisje glipte langs haar heen en ging via de gang, met de trap naar beneden.2 Het meisje had donker haar en een bril op. Zij had op de gang een groot keukenmes in haar hand. Het meisje stak het mes omhoog in de richting van de getuigen [naam getuige 1] en [naam getuige 2]. Beneden in de keuken pakte het meisje een damestas op. In de tas zat een X-box die getuige [naam getuige 1] herkende als gelijk aan zijn X-BOX qua model en kleur. Het meisje liep vervolgens via de keuken de achtertuin in. Getuige [naam getuige 1] pakte de tas bij de hengsels en trok daar hard aan. De X-Box viel eruit en kwam op de grond terecht.3 Ook viel een telefoon uit de tas en een sleutel met een lichtblauw touw en een label met DLF erop. Getuige [naam getuige 1] herkende de sleutel en de telefoon als de zijne. Op het moment dat [naam getuige 1] de tas pakte haalde het meisje het mes snel over de bovenkant van zijn hand. Het mes was niet scherp, zodat [naam getuige 1] als gevolg daarvan alleen een kras op zijn hand kreeg. Vervolgens rende het meisje via de tuin weg. Getuigen [naam getuige 1], [naam getuige 4], [naam getuige 5] en [naam getuige 3] zijn vervolgens in de omgeving van de woning het meisje gaan zoeken.4
Getuige [naam getuige 3] zag vlakbij de woning aan de [adres] een meisje staan met donker haar en een bril op. Hij zag dat het meisje hard wegrende. Hij verloor haar uit het oog, maar zag haar een tijd later weer rennen. Toen hij bij haar in de buurt kwam, zwaaide het meisje met een mes in zijn richting en maakte daarbij stekende bewegingen.5 Getuigen [naam getuige 4] en [naam getuige 3] wisten het meisje toch te overmeesteren en het mes af te pakken.6 Het meisje riep: “No police, no police.” Getuige [naam getuige 1] pakte vervolgens de tas van het meisje op en bracht deze terug naar zijn woning aan de [adres]. 7 In de woningen zagen de getuigen in de tas van het meisje twee controlers van hun X-BOX en een telefoon van [naam getuige 1].8 Vervolgens hebben zij de politie gebeld.
Op 8 augustus 2010 kwam omstreeks 06.15 uur bij de Regionale Meldkamer van de politie Kennemerland de melding binnen dat een vrouw op de [lokatie 1] om hulp riep. Enkele minuten later omstreeks 06.22 uur kwam een melding binnen bij de Regionale Meldkamer dat een meisje ingebroken had in een woning aan de [adres] te [plaatsnaam].9 Aangekomen op de [lokatie 1] troffen de agenten verdachte, de heer [naam getuige 4] en de heer [naam getuige 3] aan.
De agenten die naar de melding op de [adres] afgingen troffen daar om 06.32 uur aangeefster aan. Voorts troffen verbalisanten in een hoek van de slaapkamer van aangeefster een keukenmes aan. Ook troffen verbalisanten in de woning een zwarte handtas aan waarvan een handel kapot was. In de tas zaten twee controlers en een mobiele telefoon.10
Ten slotte zag aangeefster toen zij op diezelfde 8e augustus 2010 op het politiebureau kwam, buiten een meisje met een bril staan. Zij herkende het meisje als zijnde het meisje dat in haar slaapkamer was geweest.11 Dit meisje was verdachte.12
4.3 Bewijsoverweging
Verdachte heeft verklaard dat zij niet in de woning aan de [adres] is geweest. Zij liep op 8 augustus 2010 op de [lokatie 1] omdat zij niet kon slapen. Plotseling werd zij door drie mannen overvallen die riepen “you were in my house”. De mannen hadden een mes bij zich en hebben haar handtas gestolen.
De rechtbank volgt niet verdachtes verklaring omtrent de gebeurtenissen op 8 augustus 2010. Het dossier bevat immers geen enkel bewijsmiddel die haar verklaring omtrent de gebeurtenissen ondersteunt.
4.4 Bewezenverklaring
Gezien het bovenstaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan, in dier voege dat:
zij op 08 augustus 2010 te [plaatsnaam] gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen uit een woning gelegen aan [adres], meerdere goederen waaronder een XBOX en controllers en een
telefoon en een sleutel, geheel of ten dele toebehorende aan [naam aangeefster] en [naam getuige 5] en [naam getuige 1] en [naam getuige 2] en [naam getuige 4], welke diefstal werd
voorafgegaan en vergezeld en gevolgd van geweld en bedreiging met geweld tegen voornoemde [naam aangeefster] en [naam getuige 1] en [naam getuige 3], gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken en om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en welke bedreiging met geweld hierin bestonden dat zij, verdachte,
- een mes op de keel van die [naam aangeefster] heeft geplaatst en daarbij de woorden heeft toegevoegd: "Je moet stil zijn en er moet geen politie komen", althans woorden van gelijke dreigende strekking en
- die [naam getuige 1] met een mes op de hand heeft gesneden en
- met een mes heeft gezwaaid en stekende bewegingen heeft gemaakt in de richting van die [naam getuige 3] en daarbij de woorden heeft toegevoegd "No police, no police".
Voorzover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, leest de rechtbank de tenlastelegging verbeterd. Blijkens het verhandelde op de terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in haar verdediging.
Hetgeen aan verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
5. Strafbaarheid van het feit
Het bewezenverklaarde levert op:
diefstal,voorafgegaan en vergezeld en gevolgd van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal te vergemakkelijken en bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl het feit wordt gepleegd gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd in een woning.
6. Strafbaarheid van verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dus strafbaar.
7. Motivering van sanctie
Bij de beslissing over de sanctie die aan verdachte moet worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede de persoon van verdachte zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting en uit de bespreking aldaar van het hetgeen uit het door Reclassering Nederland, afdeling Palier op 11 november 2010 uitgebrachte reclasseringsadvies en het door psycholoog dr. D.E.M. Van Dijk van Pro Justitia op 12 november 2010 uitgebracht psychologischrapport is gebleken.
In het bijzonder heeft de rechtbank het navolgende in aanmerking genomen. Verdachte heeft op 8 augustus 2010, terwijl de bewoners sliepen, uit een woning een XBOX, twee controlers, een sleutel en een telefoon gestolen. Zij heeft daarbij een mes tegen de keel van aangeefster gezet en aangeefster bedreigd door te zeggen “Rustig, geen politie. Blijf rustig, geen politie”. Ook heeft verdachte verschillende bewoners van de woning met een mes bedreigd door met het mes te zwaaien en stekende bewegingen te maken. Voorts heeft zij een mes over de bovenkant van de hand van de heer [naam getuige 1] gehaald waardoor deze letsel heeft ondervonden. Een diefstal die is gepleegd met geweld en met bedreiging van geweld, zoals deze, behoort - te meer wanneer deze diefstal plaatsvindt in een woning, de plaats waar men zich bij uitstek veilig moeten weten - tot de categorie strafbare feiten die een zeer ernstige inbreuk maken op de rechtsorde en die gevoelens van onrust en onveiligheid in de samenleving veroorzaken, meer in het bijzonder bij de slachtoffers. Die laatsten kunnen bovendien langdurig lijden onder de psychische gevolgen van zo’n traumatische gebeurtenis. De rechtbank acht dit derhalve een zeer ernstig feit.
Voorts weegt de rechtbank ten nadele van verdachte mee dat zij steeds en ook nog op de terechtzitting, is blijven ontkennen dat zij in de woning aan de [adres] is geweest. Verdachte heeft daarentegen verklaard dat zij zelf het slachtoffer is, aangezien zij nietsvermoedend op de [lokatie 1] liep en plotseling werd overvallen door drie mannen die haar tas hebben gestolen. Hieruit leidt de rechtbank af dat verdachte niet het laakbare van haar handelingen inziet.
De rechtbank heeft bij het bepalen van de strafmaat ten voordele van verdachte rekening gehouden met haar jeugdige leeftijd en de omstandigheid dat verdachte niet eerder is veroordeeld voor een strafbaar feit. De rechtbank is van oordeel dat in voornoemde persoonlijke omstandigheden van verdachte grond is gelegen om ten voordele van verdachte enigszins af te wijken van de straf zoals door de officier van justitie is gevorderd.
Op grond van het vorenoverwogene is de rechtbank van oordeel dat een vrijheidsbenemende straf van na te noemen duur moet worden opgelegd. De rechtbank zal bepalen dat een gedeelte daarvan vooralsnog niet ten uitvoer zal worden gelegd en zal daaraan een proeftijd verbinden van twee jaar opdat verdachte er tijdens die proeftijd van wordt weerhouden strafbare feiten te begaan.
Daarnaast acht de rechtbank verplicht contact met de Reclassering Nederland gedurende de proeftijd noodzakelijk. Een voorwaarde van die strekking zal aan het voorwaardelijk deel van de op te leggen straf worden verbonden.
8. Toepasselijke wettelijke voorschriften
De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:
14a, 14b, 14c, 312 van het Wetboek van Strafrecht.
9. Beslissing
De rechtbank:
Verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde feit heeft begaan zoals hiervoor onder 4.4. weergegeven.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Bepaalt dat het bewezenverklaarde feit het hierboven onder 5. vermelde strafbare feit oplevert.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van veertien (14) maanden.
Beveelt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot zes (6) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd en stelt daarbij een proeftijd vast van twee jaar.
Bepaalt dat de tenuitvoerlegging kan worden gelast, indien:
– verdachte zich voor het einde van de proeftijd aan een strafbaar feit schuldig maakt;
– verdachte niet naleeft de bijzondere voorwaarde dat zij zich gedurende de proeftijd zal gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen te geven door of namens Reclassering Nederland, zolang die instelling dat nodig acht.
Bepaalt dat de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de thans opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voorzover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. F.F.W. Brouwer, voorzitter,
mr. W.A.F. Jansen en mr. A.M.S.P. Evers-Ederveen, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier mr. A.M.W. Martens,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 2 december 2010.
mr. F.F.W. Brouwer is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
mr. A.M.S.P. Evers-Ederveen is eveneens buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
1 De door de rechtbank in de voetnoten als proces-verbaal aangeduide bewijsmiddelen zijn in de wettelijke vorm opgemaakt door personen die daartoe bevoegd zijn en voldoen ook overigens aan de daaraan bij wet gestelde eisen.
2 Het proces-verbaal van aangifte van [naam aangeefster] d.d. 8 augustus 2010 (dossierpagina 59) en het proces-verbaal van verhoor getuige [naam getuige 2] d.d. 8 augustus 2010 (dossierpagina 101).
3 Het proces-verbaal van verhoor van getuige [naam getuige 1] d.d. 8 augustus 2010 (dossierpagina 96) en het proces-verbaal van verhoor van getuige [naam getuige 2] d.d. 8 augustus 2010 (dossierpagina 101 en 102).
4 Het proces-verbaal van verhoor van getuige [naam getuige 1] d.d. 8 augustus 2010 (dossierpagina 96 en 97)
5 Het proces-verbaal van verhoor van [naam getuige 3] (dossierpagina 80).
6 Het proces-verbaal van verhoor van [naam getuige 3] d.d. 8 augustus 2010 (dossierpagina 80) en het proces-verbaal van verhoor van [naam getuige 4] d.d. 8 augustus 2010 (dossierpagina 88).
7 Het proces-verbaal van verhoor van getuige [naam getuige 5] d.d. 8 augustus 2010 (dossierpagina 93).
8 Het proces-verbaal van verhoor van aangeefster [naam aangeefster] d.d. 8 augustus 2010 (dossierpagina 65) en het proces-verbaal van verhoor van getuige [naam getuige 1] (dossierpagina 97).
9 Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 8 augustus 2010 (dossierpagina 72).
10 Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 8 augustus 2010 (dossierpagina 67 en 68).
11 Het proces-verbaal van aangifte van [naam aangeefster] d.d. 8 augustus 2010 (dossierpagina 60).
12 Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 8 augustus 2010 (dossierpagina 69).