ECLI:NL:RBHAA:2010:BO9401

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
23 december 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
zaak/rolnr.: 457205 \ CV EXPL 10-2803
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • F.J.P. Veenhof
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Consumentenkoop en non-conformiteit bij aankoop van een notebook

In deze zaak, die voor de Rechtbank Haarlem is behandeld, heeft eiseres [A.] een vordering ingesteld tegen de besloten vennootschap Media Markt Cruquius B.V. naar aanleiding van de aankoop van een notebook van het merk Acer. De aankoop vond plaats op 17 september 2007 voor een bedrag van €899,00. Eiseres heeft het notebook na aankoop meerdere keren ter reparatie aangeboden, maar het product vertoonde aanhoudende gebreken. Eiseres heeft Media Markt aansprakelijk gesteld voor de schade die zij heeft geleden als gevolg van de non-conformiteit van het notebook. De kantonrechter heeft in het tussenvonnis vastgesteld dat [A.] tijdig heeft gereclameerd en dat de artikelen 7:18, 7:21, 7:22, 7:23 en 7:24 van het Burgerlijk Wetboek van toepassing zijn op de rechtsverhouding tussen partijen. Media Markt heeft betwist dat [A.] tijdig heeft gereclameerd, maar de kantonrechter oordeelt dat [A.] binnen de vereiste termijn Media Markt in kennis heeft gesteld van de gebreken. De kantonrechter heeft behoefte aan nadere inlichtingen en heeft een comparitie van partijen gelast om de zaak verder te behandelen. De zitting is gepland op 31 januari 2011.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector kanton
Locatie Haarlem
zaak/rolnr.: 457205 \ CV EXPL 10-2803
datum uitspraak: 23 december 2010
VONNIS VAN DE KANTONRECHTER
inzake
[A.]
te [woonplaats]
eisende partij
hierna te noemen [A.]
gemachtigde mr. B. Parmentier
tegen
de besloten vennootschap Media Markt Cruquius B.V.
te Cruquius
gedaagde partij
hierna te noemen Media Markt
gemachtigde mr. H.D.L.M. Schruer
De procedure
Voor de loop van het geding verwijst de kantonrechter naar de volgende stuk¬ken:
- de dagvaarding van 12 februari 2010, met producties,
- de conclusie van antwoord,
- de door de kantonrechter tussen partijen gegeven en op 14 april 2010 uitgesproken rolbeschikking,
- de conclusie van repliek, tevens akte wijziging eis, met producties,
- de conclusie van dupliek.
De feiten
Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend, dan wel niet of onvoldoende betwist en/of op grond van de onweerspro¬ken inhoud van de producties, staat tussen partij¬en het volgende vast:
a. [A.] heeft op 17 september 2007 bij Media Markt een notebook van het merk Acer, type AS 5632WLMI MT21 gekocht tegen betaling van €899,00. Dit notebook was een showroommodel.
b. Op 29 november 2007 heeft [A.] het notebook verzonden naar de fabrikant Acer Computer B.V. met een klacht. Uit de betrokken werkbrief van 4 december 2007 blijken de volgende werkzaamheden: “Recovery System,Reflash/Reset BIOS. Update system BIOS, CPU fan cleaned, recovery system, system complete tested (HDD, MEM,VGA) for several hours, system works perfect.”
c. Op 21 november 2008 heeft [A.] -onder meer- het volgende aan de fabrikant van het notebook geschreven:
“In september 2007 kocht ik van uw bedrijf een notebook. (…)
Het product heeft vanaf de eerste dag niet volledig gefunctioneerd. (…)
Daarom zit ik nu dus nog steeds met een kapot product van uw bedrijf. (…)
Alles samengenomen kan ik concluderen dat mijn vertrouwen beschadigd is. Ik heb negenhonderd euro betaald voor een notebook, welke nooit optimaal heeft gefunctioneerd. Met andere woorden, het product voldeed niet aan de eisen die ik daarvan mocht verwachten. Ik verzoek u nadrukkelijk binnen twee weken na heden met een voorstel te komen om dit probleem op te lossen.
(…)”
d. Bij brief van 11 maart 2009 heeft de gemachtigde van [A.] Media Markt aansprakelijk gesteld voor de schade die [A.] heeft geleden als gevolg van de non-conformiteit van het notebook.
e. Bij brief van 28 oktober 2009 heeft de gemachtigde van [A.] het volgende aan Media Markt geschreven:
“In navolging op mijn eerdere brief en uw negatieve reactie daarop d.d. 20 april 2009, bericht ik u als volgt. Cliënte betreurt het ten zeerste dat Media Markt als professionele verkoper haar verplichtingen tot op heden niet is nagekomen en heeft dan ook besloten om hier niet in te berusten.
Namens cliënte verzoek ik u voor de laatste maal om het aankoopbedrag voor de defecte notebook van €899,00 binnen twee weken te voldoen (…).
Zodra het aankoopbedrag is ontvangen, zal cliënte de notebook retourneren aan Media Markt. Indien u hier niet aan voldoet, ziet cliënte zich genoodzaakt u in rechte te betrekken.
(…)”
De vordering
[A.] vordert, na vermeerdering van haar eis, dat de kantonrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, Media Markt zal veroordelen:
a. tot betaling aan [A.] van €899,00;
b. tot betaling van €913,92 wegens buitengerechtelijke incassokosten;
c. tot betaling van de wettelijke rente vanaf de dag van aankoop, althans het moment van eerste verzuim, althans vanaf een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen dag tot aan de dag der algehele voldoening;
d. tot betaling van de proceskosten, te vermeerderen met de nakosten ad €131,00 en in het geval van betekening van het vonnis ad €199,00.
[A.] heeft het volgende aan de vordering ten grond¬slag gelegd:
Direct na ingebruikname constateerde [A.] dat het notebook een ernstig gebrek ver-toonde als gevolg waarvan het notebook geenszins naar behoren functioneerde.
Kort na constatering van het gebrek heeft [A.] binnen bekwame tijd telefonisch contact opgenomen met Media Markt. Door Media Markt werd [A.] verwezen naar de fabri-kant.
Na de reparatie door de fabrikant constateerde [A.] dat het notebook nog exact hetzelf-de gebrek vertoonde.
In januari 2008 heeft [A.] het notebook wederom naar de fabrikant gestuurd. [A.] kreeg van de fabrikant de mededeling dat deze het notebook niet kon repareren, omdat het defect niet kon worden gevonden.
Namens [A.] is op 11 maart 20009 de koopovereenkomst met Media Markt ontbonden op grond van artikel 7:22 BW.
Door ondanks aanmaning met betaling in gebreke te blijven, heeft Media Markt [A.] genoodzaakt haar vordering ter incasso uit handen te geven. [A.] heeft daardoor vermogensschade geleden, bestaande uit de buitengerechtelijke incassokosten ten belope van €913,92. Media Markt dient deze kosten aan [A.] te voldoen.
Voorts is Media Markt de wettelijke rente verschuldigd geworden.
Het verweer
Media Markt heeft de vordering gemotiveerd betwist. Op het verweer zal, voor zover relevant, bij de beoordeling van het geschil nader worden ingegaan.
De beoordeling van het geschil
1. De onderhavige aankoop door [A.] van het notebook valt binnen de omschrijving van consumentenkoop in artikel 7:5 lid 1 BW.
2. Nu [A.] zich op non-conformiteit beroept zijn de artikelen 7:18, 7:21, 7:22, 7:23 en 7:24 BW van toepassing op de rechtsverhouding tussen partijen.
3. Media Markt heeft onder meer als verweer aangevoerd dat [A.] niet tijdig bij Media Markt heeft gemeld dat sprake was van non-conformiteit.
4. Op grond van het bepaalde bij artikel 7:23 BW kan de koper geen beroep meer doen op non-conformiteit, indien hij de verkoper daarvan niet binnen bekwame tijd nadat hij dit heeft ontdekt, kennis heeft gegeven. Bij een consumentenkoop is een kennisgeving binnen een termijn van twee maanden na de ontdekking tijdig.
5. [A.] heeft gesteld dat zij direct na het constateren van het volgens haar aanwezige gebrek telefonisch contact heeft opgenomen met Media Markt en dat Media Markt haar naar de fabrikant heeft verwezen. Dit is door Media Markt niet weersproken.
6. Op grond van het vorenstaande is de kantonrechter daarom van oordeel dat [A.] wel binnen de vereiste termijn Media Markt in kennis heeft gesteld.
7. Vervolgens moet, mede gelet op het bepaalde bij artikel 7:18 lid 2 BW, de vraag worden beantwoord of sprake was van een afwijking waardoor het notebook niet aan de overeenkomst heeft beantwoord.
8. Ter beantwoording van die vraag heeft de kantonrechter behoefte aan nadere inlichtingen. De kantonrechter zal daarom een comparitie van partijen gelasten.
9. Indien de zaak zich er voor leent zal de kantonrechter onderzoeken of een schikking mogelijk is.
10. Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.
Beslissing
De kantonrechter:
Gelast partijen tot het geven van inlichtingen en het beproeven van een regeling te verschijnen in het gerechtsgebouw aan de Jansstraat 81 te Haarlem op:
MAANDAG 31 JANUARI 2011 TE 13.30 UUR.
Bepaalt dat een (gemotiveerd) verzoek om uitstel van de terechtzitting alleen in behandeling wordt genomen, als de verzoeker het standpunt van de wederpartij bekend maakt en de verhinderdata van beide partijen en hun eventuele gemachtigden opgeeft. Dit verzoek dient uiterlijk een week voor de vastgestelde zittingsdatum op de griffie te zijn ingediend.
Houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.J.P. Veenhof en uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum.