ECLI:NL:RBHAA:2010:BP7841
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - meervoudig
- K.G. Witteman
- F.F.W. Brouwer
- G.A. van der Bijl
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak wegens ontoereikende gronden en bewijsuitsluiting in witwaszaak
In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 24 december 2010 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van witwassen van een geldbedrag van 235.000 euro. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen. De officier van justitie had gevorderd tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit en een gevangenisstraf van elf maanden geëist. De zaak was gestart naar aanleiding van CIE-informatie over de verdachte, die op 10 september 2010 met een vlucht naar Zuid-Amerika zou vertrekken. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de informatie die ten grondslag lag aan de aanhouding van de verdachte onvoldoende was om een redelijk vermoeden van schuld aan te nemen.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat de CIE-informatie slechts een vermoeden inhield en dat er geen ander belastend materiaal beschikbaar was op het moment van de aanhouding. De enkele aanwezigheid van de verdachte op de boekingslijst van de vlucht naar Ecuador was niet voldoende om zijn betrokkenheid bij witwassen of heling te onderbouwen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op ontoereikende gronden zijn vrijheid is ontnomen, wat tevens een inbreuk op zijn persoonlijke levenssfeer met zich meebracht. Hierdoor heeft de rechtbank besloten dat het verkregen bewijs, inclusief de verklaringen van de verdachte, van het bewijs moest worden uitgesloten.
Uiteindelijk heeft de rechtbank de verdachte vrijgesproken van het hem ten laste gelegde feit, omdat niet wettig kon worden bewezen dat hij zich schuldig had gemaakt aan witwassen. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee rechters, en is openbaar uitgesproken op de zitting.