ECLI:NL:RBHAA:2011:BP1780
Rechtbank Haarlem
- Kort geding
- A.J. van der Meer
- Rechtspraak.nl
Verbod tot procederen in Duitsland in het kader van CMR-Verdrag
In deze zaak, die voor de Rechtbank Haarlem werd behandeld, vorderde de eiseres, de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid B.V. Interzuid Transport, een verbod tot procederen in Duitsland tegen de gedaagden, die onder andere Nippon Express Euro Cargo B.V. en Nipponkoa Insurance Company (Europe) Limited omvatten. De eiseres stelde dat de Nederlandse rechter reeds een uitspraak had gedaan over de aansprakelijkheid in het kader van een transportovereenkomst, en dat het instellen van een nieuwe procedure in Duitsland in strijd zou zijn met artikel 31 lid 2 van het CMR-Verdrag, dat dubbele rechtsgedingen verbiedt. De voorzieningenrechter oordeelde dat een onbelemmerde toegang tot de rechter een fundamenteel recht is en dat een verbod tot procederen slechts onder uitzonderlijke omstandigheden kan worden toegewezen, zoals bij evident misbruik van bevoegdheid. De rechter concludeerde dat er in dit geval geen sprake was van misbruik van recht door de gedaagden, en dat de vorderingen van de eiseres om het procederen in Duitsland te verbieden, moesten worden afgewezen. De eiseres werd als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten, die op € 1.384,00 werden begroot. Het vonnis werd uitgesproken op 13 januari 2011 door mr. A.J. van der Meer.