ECLI:NL:RBHAA:2011:BP7330
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - meervoudig
- A.A.F. Donders
- T. van Muijden
- G.A. van der Bijl
- Rechtspraak.nl
Afwijzing ontnemingsvordering wegens gebrek aan wederrechtelijk voordeel
Op 10 februari 2011 heeft de Rechtbank Haarlem uitspraak gedaan in de zaak met parketnummer 15/700746-10, waarin de officier van justitie op 10 januari 2011 een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel heeft ingediend. De vordering betrof een bedrag van maximaal € 53.688,12, gebaseerd op artikel 36e, lid 2 van het Wetboek van Strafrecht. De rechtbank heeft de vordering afgewezen, omdat niet aannemelijk is gemaakt dat de verdachte wederrechtelijk voordeel heeft genoten uit de feiten waarvoor hij eerder was veroordeeld.
De rechtbank heeft de zaak behandeld in een openbare terechtzitting op 27 januari 2011, waarbij de stukken van het strafdossier zijn bekeken. De verdachte was eerder veroordeeld voor het medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet. De rechtbank concludeert dat er onvoldoende bewijs is dat de verdachte uit de baten van het strafbare feit wederrechtelijk voordeel heeft verkregen. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter mr. A.A.F. Donders en de rechters mr. T. van Muijden en mr. G.A. van der Bijl, in aanwezigheid van griffier mr. M. Zoethout. De uitspraak is gedaan op de openbare terechtzitting van 10 februari 2011, waarbij mr. G.A. van der Bijl niet in staat was om de beslissing mede te ondertekenen.