ECLI:NL:RBHAA:2011:BP8048
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Oordeel over overtreding van een concurrentiebeding en matiging van de boete
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Haarlem op 3 maart 2011 uitspraak gedaan in een geschil tussen CCO Poulis Group B.V. en [A.], betreffende de overtreding van een concurrentiebeding. CCO, eiseres, heeft [A.], gedaagde, gedagvaard omdat zij volgens CCO werkzaamheden heeft verricht die in strijd zijn met het concurrentiebeding dat in de arbeidsovereenkomst van [A.] was opgenomen. Dit concurrentiebeding verbiedt [A.] om gedurende een jaar na beëindiging van haar dienstverband voor klanten van CCO te werken, en dit binnen een straal van 30 kilometer van de vestigingsplaats van CCO.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat [A.] op verschillende momenten contact heeft gehad met klanten van CCO, waaronder Numil, terwijl zij inmiddels voor XLConcept werkte. [A.] heeft erkend dat zij in de periode dat zij bij CCO werkte, contact heeft gehad met deze klant en dat zij soortgelijke werkzaamheden heeft verricht voor XLConcept. De kantonrechter oordeelde dat [A.] het concurrentiebeding heeft overtreden, maar dat de boete die aan haar opgelegd werd, gematigd kon worden. De kantonrechter heeft de boete vastgesteld op € 4.500,00, ondanks dat CCO een veel hogere schade claimde.
De rechter heeft de wettelijke rente vanaf 3 september 2010 toegewezen en de proceskosten aan de zijde van CCO toegewezen, omdat [A.] in het ongelijk werd gesteld. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor werknemers om zich bewust te zijn van de verplichtingen die voortvloeien uit concurrentiebedingen en de gevolgen van overtredingen daarvan. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat CCO direct aanspraak kan maken op de betaling van de boete en de proceskosten.