ECLI:NL:RBHAA:2011:BQ4460
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - meervoudig
- A.J. Roke
- E. Polak
- L. Jobse
- Rechtspraak.nl
Indeling van rollators in de gecombineerde nomenclatuur en de geldigheid van de verordening
In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 13 april 2011 uitspraak gedaan over de indeling van rollators in de gecombineerde nomenclatuur, na prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie van de Europese Unie. De eiseres, een bedrijf dat rollators produceert, betwistte de indeling van haar product onder GN-code 8716 80 00, zoals vastgesteld door de inspecteur van de Belastingdienst. Eiseres pleitte voor indeling onder GN-code 9021 9090, die betrekking heeft op orthopedische artikelen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de inspecteur eerder een bindende tariefinlichting had afgegeven, waarin de rollator was ingedeeld onder de GN-code 8716 80 00. Eiseres heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar de inspecteur heeft het bezwaar ongegrond verklaard.
De rechtbank heeft het geding geschorst in afwachting van een uitspraak van het Hof van Justitie, dat op 22 december 2010 oordeelde dat de verordening die de indeling van rollators regelt, ongeldig is voor zover deze de werkingssfeer van de aanvankelijke verordening uitbreidt tot rollators zoals beschreven door eiseres. De rechtbank heeft vervolgens het onderzoek heropend en geoordeeld dat de rollators van eiseres inderdaad onder GN-code 9021 9090 moeten worden ingedeeld. De rechtbank heeft de uitspraken op bezwaar vernietigd en de inspecteur veroordeeld in de proceskosten van eiseres, die zijn vastgesteld op € 2.898.
De rechtbank heeft ook bepaald dat de Staat der Nederlanden het door eiseres betaalde griffierecht van € 288 moet vergoeden. Deze uitspraak benadrukt de noodzaak voor een correcte indeling van producten in de gecombineerde nomenclatuur en de gevolgen van de geldigheid van Europese verordeningen voor nationale belastingzaken.